(2) Bij de inschrijving wordt gebruik gemaakt van het fichedoorschrijfsysteeni of van een ander, door het hoofd van een beheerseenheid in overleg met de commis sie goed te keuren, systeem; als zodanig komt bij de inschrijving van routinezaken het daarbij gebezigde basismateriaal in aanmerking. Artikel 14 Inschrijving en opberging der stukken moeten zodanig geschieden, dat op eenvou dige wijze ieder stuk kan worden gevonden, waarvan slechts bekend is: hetzij de inhoud van het stuk, hetzij de afzender, hetzij de datum en het nummer door de afzender aan het stuk gegeven, hetzij het nummer waaronder het stuk is ingeschreven. Artikel 15 Behandelingstermijnen: Het hoofd van een beheerseenheid stelt algemene grenzen vast voor de afdoening van de stukken. De in behandeling zijnde stukken dienen bij overschrijving van deze grenzen te worden gerappeleerd. Artikel 16 Inventaris: (1) Van ieder archief wordt een volledige inventaris aangelegd en bijgehouden. (2) Het basismateriaal van de als routineprocedures aangemerkte zaken kan wor den benut als inventarisatiemiddel voor het archief en als rotulus voor de inhoud van de gevormde dossiers. Artikel 17 Raadpleging: Het raadplegen van archiefstukken door anderen dan gemeentefunctionarissen aan wie de behandeling van de zaken, waarop deze stukken betrekking hebben, is op gedragen is niet geoorloofd dan met toestemming van Burgemeester en Wethou der. Artikel 18 Uitlening: (1) Het hoofd van het onderdeel of de ambtenaar, belast met de behandeling van post- en archiefzaken, houdt aantekening van uitlening van dossiers of stukken uit de onder hem ressorterende archieven en controleert of het uitgeleende tijdig wordt terugbezorgd. (2) Verwijdering, zelfs tijdelijk, van een stuk uit een dossier is verboden, tenzij zulks geschiedt met toestemming van de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid van dit artikel. [56] (3) Uitlening van archiefstukken aan personen of instanties buiten de beheers eenheid is verboden, tenzij het gemeentebelang zulks vordert. (4) Het doorgeven aan derden van archiefstukken, die men zelf van een andere beheerseenheid te leen heeft ontvangen, mag slechts met toestemming van laatst genoemde beheerseenheid. Artikel 19 Bewaring: (1) Het hoofd van een beheerseenheid draagt zorg voor de goede bewaring van de door hem beheerde archieven. (2) Het hoofd van een beheerseenheid doet voorstellen aan Burgemeester en Wethouders ten aanzien van het doen maken van kopieën van die bestanddelen van de door hem beheerde archieven, welker behoud onontbeerlijk is, en ten aan zien van de opberging en bewaring dezer kopieën. (3) Over de in lid 2 bedoelde voorstellen beslissen Burgemeester en Wethouders, na ingewonnen advies van de commissie. Artikel 20 Vernietiging: (1) Het hoofd van een beheerseenheid ontwerpt voor ieder zijner archieven een lijst van voor vernietiging in aanmerking komende stukken, waarbij de uit artikel 5 van de Archiefwet 1918 (St. 378) voortvloeiende 'Lijst houdende opgaaf van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in de gemeente-archieven dag tekenende van na 1850', voor zover toepasselijk, tot richtlijn dient. (2) Eerst bedoelde lijst wordt aan de goedkeuring van de Gemeente-archivaris onderworpen. (3) Burgemeester en Wethouders verrichten het nodige ter verkrijging van de bij artikel 4 van het Koninklijk Besluit van 7 oktober 1919 (St. 596) vereiste machti ging van de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen tot vernietiging van op eerstbedoelde lijst vermelde stukken, wel ke niet zijn vermeld op de sub (1) genoemde 'Lijst houdende opgaaf van voor ver nietiging in aanmerking komende stukken in de gemeente-archieven dagtekenende van na 1850'. (4) Nadat eerstbedoelde lijst is goedgekeurd en, voor zoveel noodzakelijk, de sub (3) genoemde machtiging tot vernietiging van de daarop vermelde stukken is ver kregen, draagt het hoofd van de beheerseenheid zorg, dat uit de door hem beheer de archieven geregeld de op deze lijst voorkomende stukken worden uitgeschoten. (5) Deze stukken mogen niet worden vernietigd dan na verkregen machtiging van de Gemeente-archivaris. (6) Van iedere vernietiging wordt door het hoofd van de beheerseenheid een proces-verbaal in duplo opgemaakt, waarvan één exemplaar bij het archief der beheerseenheid wordt bewaard en het andere aan de Gemeente-archivaris wordt toegezonden. Uit dit proces-verbaal moet blijken op welke wijze de vernietiging is geschied. [57]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1963 | | pagina 7