het Koninklijk Huisarchief werd door H. M. de Koningin kortgeleden benoemd tot eredame in de huisorde van Oranje. Mevrouw M. A. P. Meilink-Roelofsz promoveerde 3 juli met lof aan de Ge meentelijke Universiteit te Amsterdam tot doctor in de Letteren en Wijsbegeerte op een proefschrift 'Asian trade and European influence in the Indonesian Archi pelago between 1500 and 1630'. De heer Steur kreeg van de Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis een opdracht in de reeks van R.G.P. maximaal drie delen der grote serie te bewerken 'Documenten betreffende de regering van Koning Willem I, 18131840'. Mejuffrouw M. W. Jurriaanse werd benoemd tot administrateur-titulair bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, belast met het onderzoek naar de geschiedenis van het departement vóór 1940. Tot archivaris bij dit Ministerie werd benoemd mejuffrouw L. J. Ruys. Drs. L. E. M. A. van Hommerich, archivaris van Heerlen, en dr. S. Hart, ad junct-archivaris van Amsterdam, vierden in de loop van het jaar hun zilveren ambtsjubileum en werden bij die gelegenheid op passende wijze gehuldigd. Aan allen mijn hartelijke gelukwensen, evenals aan diegenen van onze leden die in 1962 een aanstelling bij het archiefwezen ontvingen of in rang werden bevor derd. Het archievenblad heeft daarvan reeds naar beste vermogen mededeling gedaan, zodat ik niet alle namen zal noemen. Hun educatieve taak vervulden enige gemeentearchivarissen door het arrangeren van tentoonstellingen. Die van Rotterdam over 'Hoe tekenaars en fotografen onze stad zagen en zien' en later in het jaar over 'De tijd van Gijsbert Karei van Hogendorp'. Den Haag herdacht van 1023 december het leven van Koningin Wilhelmina met een tentoonstelling. In Roermond organiseerde de gemeentearchi- ris een tentoonstelling 'Roermond tot 1864'. Het gemeentearchief van Leiden leverde uit zijn prentverzameling het leeuwedeel van een tentoonstelling in de Lakenhal 'Leiden in prent en tekening'. De genoemde archivarissen deden daarbij meer een beroep op hun topografische atlassen dan op hun eigenlijk archief. Voor 'De Fagel-tentoonstelling', eerst in de Gevangenpoort te 's-Gravenhage, later in het Rijksmuseum te Amsterdam leverden archivalia van staat en familie wel be langrijke bijdragen. Het gemeentearchief van Breda herdacht op luisterrijke wijze het heugelijke feit, dat het honderd jaar geleden als zelfstandige archiefdienst was ingesteld. Internationaal contact in groepsverband onderhielden de leden uit Brabant en Limburg. Op 3 april vierde te Weert de Kring van Gemeente- en Streekarchiva rissen in Noord-Brabant en het Benelimconvent van archivarissen voor de vijfde maal het patronaatsfeest van de archivarissen, de Statio ad Sanctum Laurentium in Damaso. De Brabantse Archivarissendag werd dit jaar te 's-Hertogenbosch gehouden, 21 en 22 september. Er waren 15 Belgische en 35 Nederlandse deel nemers. Als sprekers traden op: drs. J. Verbeenen, archivaris-paleograaf bij het Algemeen Rijksarchief te Brussel, over 'Immigratie te Antwerpen 15331585' en C. J. F. Slootmans, gemeentearchivaris van Bergen op Zoom, over 'Bossche be zoekers aan de jaarmarkten te Bergen op Zoom'. Tijdens een excursie naar Woud- richem en Loevestein hield mr. H. J. Bernsen, inspecteur der gemeente- en water- [8] schapsarchieven in Noord-Brabant, een inleiding over de geschiedenis van Woud- richem. In de loop van het jaar zijn vier leden gestorven, zes leden hebben bedankt, ter wijl acht nieuwe leden zijn toegetreden. Op 31 december telde de vereniging 217 leden, dus twee minder dan een jaar tevoren. Moge 1963 weer een vooruitgang geven en ook verder een voorspoedig jaar zijn. De archiefwet 1962 Met het in werking treden van de Archiefwet 1962 wellicht in de loop van dit jaar vervalt de Archiefwet 1918. Bij het beoordelen van de nieuwe wet valt het op, dat deze sterk traditioneel is bepaald. Immers de hoofdlijnen van de wet van 1918 zijn hierin duidelijk terug te vinden, terwijl een vrij groot aantal artikelen van de oude wet nagenoeg onge wijzigd in de Archiefwet 1962 is opgenomen. Vraagt men zich af in hoeverre het element van de traditie zijn complement vindt in dat van de vernieuwing, dan kan worden gesteld, dat er ook in archivistische zin (voornamelijk de artikelen 1, 3 en 4) een vernieuwing heeft plaats gevonden. Voorts is de Archiefwet 1962 aangepast aan de veranderde staatsrechtelijke omstandigheden, mede in die zin, dat alle publiekrechtelijke lichamen ook de nog nieuw in te stellen onder haar werkingssfeer komen te vallen. Als de voornaamste overige punten van ver nieuwing kunnen worden genoemd: de aan alle overheidsorganen opgelegde verplichting de onder hen berustende archiefbescheiden in goede en geordende staat te bewaren; de verplichte overbrenging van de archiefbescheiden naar de archiefbewaarplaat sen; de wettelijke basis, welke aan de opleiding is gegeven; de instelling van een Archiefraad; de aanvullende voorschriften ten aanzien van de zorg voor de archiefbescheiden en het toezicht daarop, alsmede het toezicht van de gemeentearchivaris op het beheer van de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen; en tenslotte de verplichte benoeming van een provinciale inspecteur. Op enkele van de hierboven genoemde punten van vernieuwing kom ik nader terug. Na m.i. de voornaamste verschilpunten tussen de oude en de nieuwe wet te heb ben aangeduid, zou ik Uw aandacht willen vragen voor de verhouding van de nieuwe wet tot andere wetten, in het bijzonder met het oog op: 1 conflictsituaties; 2 de (vermeende) overbodigheid van een wettelijk voorschrift; 3 het rekening houden met andere wettelijke voorschriften en 4 de derogatie. Dat conflictsituaties zich kunnen voordoen ik grijp nu even terug op het [9]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1963 | | pagina 8