Berichten over de plannen voor de bouw van het nieuwe gedeelte onder leiding van ir. J. J. M. Vegter te Leeuwarden, op het terrein van de in 1945 verwoeste panden tussen stadhuis en Guldenstraat besluit dr. Schuitema Meijer zijn schets van de lotgevallen van de Groninger raadhuizen. Levendig omschreven en uitstekend geïllustreerd, is het zonder in een gewilde popularisering te vervallen een werk dat stellig in de eerste plaats de Groninger maar stellig niet hem alleen, een plezierig overzicht verschaft van de vaak onver moede wederwaardigheden van de raadhuizen zijner stad. H. H. Mensonides De Raadhuizen van de stad Groningen. Dr. A. T. Schuitema Meijer. J. B. Wolters, Gro ningen, 1962. Wij ontvingen: P. Polman O.F.M., De vindplaatsen van de 'Romeinse Bronnen', (d.i. Romeinse bronnen voor de kerkelijke toestanden der Nederlanden onder de apostolische vicarissen, 1592-1727, R.G.P., grote serie, nrs. 77, 84, 94 en 97, uitg. d. dr. J. Cor- nelissen, dr. R. R. Post en dr. P. Polman, 1932-1955), Mededelingen van de Kon. Ned. Academie van Wetenschappen, afd. Letterkunde, N.R., dl. 25, nr. 15. A. Wyffels, Inventaris van het archief van de heerlijkheid van Hamme en Sint- Anna, Brussel, 1963. G. Hansotte e.a., Archives communales: nl. Asquillies, Gilly, Herchies, Jemappes, Pecq en Sirault, Brussel, 1962. K. W. Munden, en H. P. Beers, Guide to federal archives relating to the Civil War, Washington, 1962. A Igemeen Uit de rijksbegroting 1963 voor het departement van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen bevat de afdeling archiefwezen en geschiedenis de volgende posten: kosten archiefschool en examens 8.500, personeelsuitgaven rijksarchieven 1.388.000, materiële uitgaven rijksarchieven 282.000, personeelsuitgaven rijkscom missie voor vaderlandse geschiedenis 126.500, materiële uitgaven idem 54.000 en tenslotte: subsidies op het gebied van archiefwezen en geschiedenis 210.900. Nederlandse archivalia te Neuwied Onder de titel 'Archief van Koning Willem I te Neuwied' deed onze collega J. Steur in de Bijdrage voor de Geschiedenis der Nederlanden XVII, 1963, p. 221-222 een korte mededeling over de ontdekking van Nederlandse archivalia in het paleis van de vorst van Wied. Daar deze ook voor onze vakgenoten van belang is moge een kort verslag daarvan hier volgen. Prins Frederik der Nederlanden, jongere zoon van koning Willem I, trof na het overlijden van zijn vader in 1843 een aantal papieren aan, die noch in het Koninklijk [42] Huisarchief, noch bij het Kabinet des Konings werden geplaatst, die de Prins levenslang onder zich hield en die na zijn dood naar het residentieslot van de Vorst van Wied, te Neuwied, die met 's prinsen dochter was gehuwd, zijn over gebracht. Bij een door kwaadwilligen veroorzaakte brand gingen zij in 1944 bijna verloren, doch werden jaren later door de Wiedse archivaris J. Herre van defini tieve ondergang gered, die zijn vondst aan de Nederlandse ambassade te Bonn meldde, welke het bericht doorgaf aan het Ministerie van Buitenlandse zaken; de archiefdienst daarvan verwittigde zowel het Kon. Huisarchief als het Algemeen Rijksarchief. Beide instellingen deden in 1961 in het Fürstlich Wiedisches Archiv een onderzoek instellen, waarbij bleek, dat de verzameling bevatte: briefwisseling van prins Willem George Frederik, jongere zoon van Prins Willem V (1774-1799), idem de latere Koning Willem I en diverse dossiers betreffende diens particuliere aangelegenheden, archivalia van Prins Frederik; verder briefwisseling uit het Ka binet des Konings met Nederlandse staatslieden en uit de Algemeene Secretarie van Staat talrijke dossiers over staataangelegenheden. w.o. eigenhandige memoires van de Koning. Het zal een ieder onzer duidelijk zijn, dat eerstgenoemde stukken naar archivis- tieke vorm thuis horen in het Huisarchief, laatstgenoemde in het Algemeen Rijks archief. Het stemt tot voldoening te vernemen, dat onderhandelingen over terug keer dezer archivalia naar Nederland worden gevoerd. U. Rijksarchief in Friesland. Mr. A. van der Minne, chartermeester Ie kl., is met in gang van 1 januari 1962 in vaste dienst aangesteld. Examens Op 13 maart 1963 zijn voor het examen van archiefambtenaar tweede klasse ge slaagd J. Meinema, Groningen, V. L. Vree, Helmond en A. W. Baanstra, Haarlem. Personalia Op 23 maart 1.1. is te Rijswijk plotseling overleden ons medelid dr. W. S. U n g e r in de leeftijd van 74 jaar. Dr. Unger heeft in het archiefwezen een belangrijke plaats ingenomen o.m. als gemeentearchivaris van Middelburg, als rijksarchivaris en inspecteur van de gemeente- en waterschapsarchieven in Zeeland en als redac teur van dit tijdschrift. Een 'In memoriam' zal nog in dit blad verschijnen. Met ingang van 1 april 1963 is ons medelid de heer J. G. L i n s s e n benoemd tot Hoofd van het Centraal Archief bij Willem Smit en Co's Transformatoren- fabriek N.V. te Nijmegen. Op 31 maart 1962 heeft de heer J. H. de Win, ambtenaar bij de dienst Inspectie van gemeente- en waterschapsarchieven in de provincie Limburg, onder veel belangstelling zijn 25-jarig ambtsjubileum herdacht. Op 16 april 1963 is te Alkmaar een feestelijke receptie gehouden ter ere van de heer Th. P. H. Wortel bij gelegenheid van zijn zilveren jubileum als gemeen tearchivaris en directeur van het stedelijk museum. Afgesloten 1 mei 1963 [43]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1963 | | pagina 25