Kroniek Buitenlandse archivistische literatuur 1 Band 58 (1962) van de Archivalische Zeitschrift opent met een artikel van Alban Dold, Wessobrunner Kalendarblatter irischen Ursprungs. Daarna volgt een bij drage van Paulus Weissenberger, Die Siegel der Benediktinerabtei Mönchsdeg- gingen im Ries. Belangstellenden worden naar deze detailstudies, welke zich moeilijk voor een samenvatting lenen, verwezen. -Interessant voor de archivistiek en de geschiedenis der archiefvorming is het artikel van Fritz Zimmermann, Die strukturellen Grundlagen der bayerischen Zentralarchive bis zum Ausgang des 18. Jahrhunderts. De schrijver maakt een scherp onderscheid tussen registratuur en archief: 'Bücher, ursprünglich wohl für den laufenden Dienst in Kanzlei-oder Rentstube bestimmt, werden erst dann nach unserer Auffassung Archivalien und Teile von Archivbestanden, wenn sie nicht mehr als taglich benötigte Nachschla- gebiicher gebraucht, sondern nur als Unterlagen zum dauerden Gedachtnis und als Beweissicherungsmittel für die Zukunft getrennt von dem iibrigen Schriftgut der Kanzlei, als in einem 'Archiv' verwahrt werden. Dieser 'Qualitatswandel' eines Dokuments war und ist zu allen Zeiten die Geburtsstunde des Archivales und, in organisatorischen Folge, der Zeitpunkt der Trennung des Archivs von der Registratur gewesen'. Drie perioden zijn bij de archiefvorming te onderschei den: tot c. 1500 worden eigenlijk alleen de originelen van de 'Empfangerregistra- tur archiviert'; van het vroege 'Aktenschriftgut' wordt slechts een klein deel, in de vorm van 'Amtsbücher' bewaard. Sinds de 16e eeuw komen de archieven uit de registratuur voort, op grond van een 'Auslese' naar Archivwert'. Deze waarde wordt bepaald naar een juridische 'Qualitatsmassstab' Het derde type ontstaat in de 18e eeuw in de vorm van 'politischen Archive'. Dan vindt geen 'Auslese' meer plaats, maar een overgang van registratuur naar archief. De indeling vond plaats naar rubrieken volgens 'Betreffsgrundsatz' in de geest van een 'juristische Be- griffsbestimmung'. Heribert Sturm, Archive in Regensburg, vertelt hoe de overgang van de oude rijksstad naar het koninkrijk Beieren in de Napoleontische tijd meebracht, dat organisch gegroeide samenhang van archieven verbroken werd. Zo werd b.v. een scheiding gemaakt tussen de stedelijke administratieve bescheiden als behorende tot het stadsarchief en de 'reichsstadtischen Hoheits- archivalien' als behorende tot de staat. De laatstgenoemde groep ging naar Mün chen, waar nu nog het staatsarchief alleen al 17.000 oorkonden uit Regensburg bevat. Ook werd er in de 19e eeuw veel opgeruimd en verkocht, waardoor op den duur de Historische Verein een grote verzameling heeft verkregen. Toch zijn in het archief belangrijke archivalia bewaard gebleven. Die van het Kollegiatstift zur alten Kapelle, dat op de hofkapel der Agilolfingische hertogen van Beieren teruggaat, behoren tot de oudste van Duitsland. Edgar Krausen schrijft in twee bladzijden over Spielkartenbogen als Einbandmakulatur bei Archivalien, met afbeeldingen van c. 1585 en c. 1686. Gregor Richter, Der Nachlass der Grossherzogin Maria Pawlowna im Thuringischen Landeshauptarchiv Weimar. Maria Pawlowna, 17861859, heeft door haar verwantschap met vorstelijke ho ven en haar contact met kunstenaren (Liszt) een belangrijk persoonlijk archief nagelaten. Gelukkig zijn de bepalingen in haar testament over vernietiging en publikatie maar ten dele uitgevoerd. Wolfgang Müller, Georg Winter und das Bundesarchiv. Schr. geeft een kort, maar duidelijk overzicht van het pioniers werk dat Winter, t 4 juni 1961, heeft verricht bij de organisatie, schepping zou men bijna zeggen, van het bondsarchief. Th. R. Schellenberg, Inter-American Archival Seminar, geeft in het Engels, een overzicht van de werkzaamheden van dit 'Seminar' Lezers die plannen hebben voor de bouw van een archiefbewaar plaats kunnen voordeel doen met de artikelen van Wilhelm G. Neukam, Der Erweiterungsbau des Staatsarchive Bamberg, en Max Kratochwill, Das Zentralde- pot des Archivs der Stadt Wien. De Nachrufe betreffen Karl Otto Müller, Direktor des Hauptstaatsarchiv Württemberg, Prof. dr. Hanz Nabholz, Leiter des Staatsarchiv Ziirich, en dr. Paul Roth, Staatsarchivar des Kantons Basel-Stadt. Ten slotte blz. 173304 boekbesprekingen, inhouds overzichten van tijd schriften en boekaankondigingen. Dl.XXXVI (1962) van het Poolse Archeion bevat blijkens de 'issue' de volgende bijdragen: H. Altman, The archives in the international life. De daarin gestelde problemen, the international cooperation of archives, the archives within the international law, the archives of international institutions, zijn behandeld op de Table ronde des archives te Warszawa in 1961. K. Konarski, The archival index-a test of the method. Schr. behandelt de moeilijkheden bij het maken van indices en geeft zijn visie daarop. W. Budka, Remarks concerning the arran gement of the extracts of the town of Cracov (16e-18e eeuw). E. Laucewiczi- us, The papermill at Supral; een molen opgericht in het begin van de 18e eeuw en behorende aan een klooster. T. Mencel, Maciej Dziedzicki and his work under the title 'Some remarks concerning the arrangement of the national archi ves' edited in 1817. H. Kisielówna, Acts ot the administration ot the public estate in Radom (1885-1918). A. Kunisz, Ten years of work and experience of the district archives of the Cracov provincie. Deze archieven zijn opgericht in 1950 en 'bedienen' elk twee of meer districten. Ir. Radtke, H. Rappaport, Br. Turón, The results of an archival enquire. Deze enquete onder de archivisten betrof: opleiding, opmerkingen over het archiefwezen, belangstelling in archief problemen en geschiedenis. M. Friedberg, The Chancery of the town of Ka- zimierz near Cracov (sinds 1335). St. Nawrocki, The problems of the public archives of Danmark. Ten slotte kroniek, boekbesprekingen enz. Dl.XXXVII (1962). De eerste helft van deze aflevering is ingenomen door een [32] [33]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1963 | | pagina 20