brieven, portretten, afbeeldingen, spotprenten, pamfletten over Gijsbert Kareis1
jonge jaren en over Rotterdam in de Patriottentijd. Al dit materiaal, uitnemend
toegelicht, was uitgestald in twee zalen; de ene was volledig gewijd aan het leven
van Van Hogendorp, de andere aan de politieke woelingen zijner dagen.
Ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan der Vereniging 'Oud-Leiden' is van 9
nov. tot 10 dec. 1962 in het museum De Lakenhal een tentoonstelling gehouden
over Leiden in prenten tekening. De opzet daarvan was niet alleen een
indruk te geven hoe het stadsbeeld zich heeft ontwikkeld maar ook te laten zien
welke kunstenaars dit beeld in prent of tekening vastlegden. Het leeuwendeel werd
geleverd door de stedelijke prentverzameling ten gemeentearchieve. De catalogus
telde 146 nummers. Bijzonder belangrijk waren de oudste kaarten: die van Jo
hannes Liefrink van 1573-1575, bestemd voor Guiciardini's Discrittione, die van
het beleg, door een onbekende, doch gemaakt en voleind ten huize van de voor
noemde a° 1574 novembris 17, de kaarten van Bast (1600) en van Blaeu (1649),
en de monumentale kaart van Christian (van) Hagen van 1670, toen de groei der
stad voorlopig was voltooid. Belangrijk ook een afbeelding van het stadhuis uit
1614 tijdens de vervanging van de oude Gotische gevel door een 'moderne'. Van
de talloze stadsgezichten noemen wij de afbeeldingen der Leidse hofjes en in het
bijzonder de acht aquarellen van de stadspoorten door P. C. La Fargue uit 1771.
Het gemeentearchief van 's-Gravenhage herdacht van 10-23 december 1962 het
leven van Prinses Wilhelm ina met een tentoonstelling van procla
maties, prenten, fotografieën e.d., die begint met de komst in Den Haag van ko
ningin Emma en eindigt met berichten en foto's over het overlijden en de uitvaart
van de Prinses.
Afgesloten 31 december 1962
1 Het was merkwaardig te zien, dat in Hogendorps doopakte en in alle stukken (ook
door hem zelf geschrevene) met één uitzondering uit 1784 een stuk uit zijn militaire
jaren in Duitsland - zijn tweede naam met een C werd gespeld. Eerst in 1787 vermeldt
de titel van een brochure van zijn hand de nadien gebruikelijke K., maar de resolutiën
der vroedschap van 31 dec. 1787 nog de C.
242