of 'économistes' bedoeld zal hiermee zijn bedrijfsleiders die een archivis- tische opleiding hebben genoten. Voor- en nadelen van beide mogelijkheden zijn evident. Een praktische over weging echter: de hogere bezoldigingsbasis dezer 'ingénieurs et économistes' maakt het, behoudens hoge uitzonderingen, weinig waarschijnlijk dat het beheer dezer archieven aan anderen dan de archivarissen van professie zal worden op gedragen. Maar daar aan deze meer en meer de zorg voor moderne archieven, en daaronder de economische en sociale, wordt opgedragen, is het wenselijk dat bij hun opleiding een dagelijks groter wordende plaats aan economische kwesties worde geschonken. Daaraan ontbreekt nog veel: een recente beslissing staat toe dat aan de Ecole des chartes om de drie jaar een cursus wordt gegeven over de bronnen van de economische geschiedenis der Middeleeuwen!! Echter krijgen de stagiaires der Archives nationales causerieën te horen over vaak zeer moderne economische onderwerpen, en tal van bezoeken aan banken en genationaliseerde ondernemingen werden georganiseerd. De archiefschool te Marburg heeft hier voor geen speciale opleiding ingesteld, en in de Ver. Staten is geen gevolg gege ven aan de wens dat de staatsarchivarissen zich zouden kunnen specialiseren in de bedrijfsarchieven en dat men van hen naast het archivistieke een diploma in de economie zou eisen. In de communistische landen daarentegen zijn naast de archivistieke complementaire cursussen in economie ingesteld (opleiding aan Fachschule te Potsdam). Volgen gegevens over de eigen archivarissen der bedrij ven in Nederland [Vereniging van bedrijfsarchivarissen (de bewering: 'n'a pas de relations avec 'l'Association des Archivistes néerlandais' moge niet ver van de waarheid zijn, maar geheel juist is zij toch niet: er is toch persoonlijk lidmaatschap, en op nader overleg bestaat gegronde hoop)], Zweden (waar de samenwerking inniger is), West-Duitsland (waar in 1957 de Vereinigung deutscher Werks-archi- vare is ontstaan, opgericht door het Comité voor de bewaring van bedrijfsarchie ven, die zich voorstelt opleidingscursussen te geven. De presidente, dr. H. Behrens, geeft overigens te kennen dat daarbij het accent moet worden gelegd op de ge schiedenis van de techniek en van de bedrijven meer dan op de problemen der archieven. In de Ver. Staten zijn de contacten tussen beide categorieën van archi- visten het meest talrijk en het meest vruchtbaar. Bij de behandeling van het hfdst.: Les archives économiques et sociales trof ons de opmerking dat men over de syndicale archieven, hetzij van werknemers of werkgevers, het minst van al over gegevens beschikt; zij zijn het minst toeganke lijk en zij worden het minst van al in openbare depots ondergebracht. Er zijn echter gunstige uitzonderingen: in het Instituut voor sociale geschiedenis te Amsterdam b.v. zijn de stukken toegankelijk voor het publiek. In de communistische landen zijn deze archieven op de gewone voet in de openbare depots opgenomen. Vrijwel ontoegankelijk zijn ook de bedrijfsarchieven, die van personen of families nog meer dan die van een N.V., maar evolutie naar een gunstiger toestand is onmis kenbaar. In Amerika steunt de Business History Foundation de bedrijven bij de beschrijving hunner geschiedenis. Het wordt mode in sommige landen zijn be- drijfsarchivaris te hebben en men stelt de meest markante gegevens gaarne ten [226] toon aan de in aantal toenemende bezoekers. In Frankrijk is men tot de conclusie gekomen dat de helft dezer archivalia direct kan worden vernietigd, en uiteinde lijk slechts een tiende verdient bewaard te blijven voor de historici van de toekomst. De archivistieke resultaten, zegt M. in hfdst. IV, zijn nog niet overweldigend. In 1957 verscheen een Etat sommaire des archives d'entreprises conservées aux Archives Nationales, met de behandeling van 64 'fonds'; een ander deel, met een 40-tal 'fonds', staat te verschijnen. In de Ver. Staten publiceren de National Ar chives gidsen, waarvan verscheidene sociale en economische gegevens bevatten; in 1951 verscheen een List of Business Manuscripts in Baker Library, het hoofd der Amerikaanse bibliotheken om zijn collectie van economische archieven. De Banco di Napoli is bezig een inventaris te laten maken van zijn archieven. In Polen is een serie inventarissen van bedrijfsarchieven in bewerking4, Denemarken (sinds 1949), Duitsland (1956), Engeland (1956), Frankrijk (1958) en de Ver. Staten hebben speciale tijdschriften voor de geschiedenis der bedrijven en hun geschiedenis. Publikaties hierover heeft Duitsland opgeleverd ten getale van meer dan 5000, de Ver. Staten meer dan 1000, Engeland 350, Frankrijk een honderdtal, maar hun onderlinge waarde loopt zeer uiteen. Aan de hierop volgende discussie namen verschillende deelnemers deel om de verhoudingen in hun ressort (Hongarije, Israel, de U.R.S.S., de Deutsche Demo- kratische Republik, Tsjecho-Slowakije, Napels) nader te adstrueren. Over het daarbij gerezen 'conflict' tussen Oost en West heeft collega Van Hoboken ons destijds reeds ingelicht5. Verslagen van het Comité voor archivistieke terminologie (voorzitter mr. H. Hardenberg) over 1960, van de centrale commissie voor de Guide des sources de l'histoire d'Amérique latine (voorzitter dr. E. Sabbe) alsv., van de reünie der commissie over Archivum met de correspondenten en 'responsables' van archief tijdschriften (momenteel 24, één in wording), met welke bijeenkomst in 1960 een begin is gemaakt, en van de vergadering van het Comité international de sigillo- graphie besluiten de aflevering. U. 4 In dit verband moge worden verwezen naar hetgeen hiervóór p. 50 en p. 54 i.f. over inventarisatie van Belgische bedrijfsarchieven is vermeld. 5 Zie Ned. Archievenblad 1960 p. 125. Niet van humor ontbloot was de opmerking van de algemeen rijksarchivaris van Polen, dr. H. Altman, die viel over het begrip 'IJzeren gordijn' en de vraag stelde, welke archieven nu eigenlijk achter die scheids muur waren: zij die, als de archieven van Polen, aan eigenlandse en buitenlandse onder zoekers de raadpleging der stukken tot 1944 toestaan, of liever de archieven van het merendeel der westelijke landen, waar, in het algemeen, deze tot archiefstukken van meer dan 50 jaar is beperkt. [227

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1963 | | pagina 31