woordde de spreker, dat er aan de protestantse archieven nog weinig aandacht
is besteed. Deze archieven kunnen echter niet op grote ouderdom en belangrijkheid
bogen. Aan dr. W. J. Formsma antwoordde prof. Sabbe, dat deponeringen op de
gemeentearchieven nog niet zijn voorgekomen.
Des middags sprak prof. dr. J. N Bakhuizen van den Brink te Leiden over de
archieven van de Nederlandse Hervormde Kerk (zie hierna blz. 169,) waarna een
discussie volgde.
Naar aanleiding van een vraag van de heer C. D. Goudappel zei spreker, dat hij
in principe graag de archieven der kerk openbaar zag. Dat deze vaak in de praktijk
niet toegankelijk blijken te zijn, betekent een schaduwzijde van de decentralisatie.
Jhr. mr. G. F. Sandberg bepleitte de overbrenging van de niet ingeleverde retroacta
van de Burgerlijke Stand. De inleider meende, dat het hiervoor nu te laat is.
Dr. W. J. van Hoboken vestigde de aandacht op de mogelijkheid van microfilmen.
Dr. S. Hart wilde toch graag deponering dezer archieven op de gemeentearchieven,
zoals gebeurd was met de archieven der Lutherse kerk, mede doordat er gevaar
bestaat archivalia buiten spel te zetten, ook voor sociaal-economische onderzoe
kingen. Spreker wees op de moeilijkheid hiervan in verband met de kwantiteit. Dit
zal bij de Lutherse kerk niet zo'n probleem zijn geweest. Op de vraag van dr. Hart
over de technische eisen voor de bewaring zei spreker, dat bij verwaarlozing der
archieven overbrenging naar elders wordt aanbevolen.
Mr. H. Aa informeerde, of de Afscheiding en de Doleantie in de vorige eeuw
hebben geleid tot archiefverlies. Spreker zei, dat dit slechts in enkele gevallen is
voorgekomen.
Tot slot wees mr. J. H. de Vey Mestdagh op het belang van het door de Commissie
voor de archieven van de Nederlandse Hervormde kerk samengestelde overzicht.
Als sluitstuk van de eerste dag werd 's avonds een gemeenschappelijke maaltijd
gehouden.
Drs. L. E. M. A van Hommerich sprak op de morgenzitting van de tweede dag
over het beheer van de diocesane archieven der Rooms-Katholieke kerk (zie hierna
blz. 183).
Op een vraag van mr. H. Aa antwoordde de spreker, dat de door hem ontworpen
code bij de administratie van het bisdom goed functioneert. Dr. W. J. van Hoboken
moest hij antwoorden, dat helaas geen agenda's of indicateurs in gebruik zijn. Dr.
M. P. van Buijtenen betuigde zijn spijt, dat er voor de Rooms-Katholieke kerk niet
zoals bij de Nederlandse Hervormde kerk een overzicht bestaat. Hij zou ook graag
inspecteurs wensen zoals in België. Drs. F. A. Brekelmans, mr H. Hardenberg en
dr. C. van de Haar schetsten de situaties in de bisdommen Breda en Haarlem.
Drs. J. Fox informeerde naar de openbaarheid van de archieven van andere bis
dommen dan Roermond. Dr. D. P. Oosterbaan wees in dit verband op de ver
klaring van de archivaris van het bisdom Haarlem, dat de archieven van dit bis
dom niet openbaar zijn. Tenslotte antwoordde drs. van Hommerich op een vraag
van de heer H. R. van Ommeren, dat bij het code-systeem zo nodig van verwijs-
briefjes gebruik wordt gemaakt.
De laatste spreker van deze studiedagen dr. A. J. van de Ven, rijksarchivaris in
[168]
Utrecht, gaf een boeiend relaas over de geschiedenis der Oud-Katholieke kerk en
haar archieven (zie hierna blz. 198).
Dr. D. P. Oosterbaan vroeg naar de mogelijkheid om het z.g. Diarium van Brugge-
man uit te geven. Spreker antwoordde dat zulks, hoewel gewenst, in verband met
de hoge kosten niet uitvoerbaar is. Microfilmen zou een mogelijkheid zijn.
Op de vraag van dr. M. P. van Buijtenen, of men dacht in de parochiale archieven
stukken aan te treffen van vóór het ontstaan der Oud-Katholieke kerk, gaf spreker
te kennen dat hij de mogelijkheid daarvan niet wilde uitsluiten.
Drs. G. J. W. de Jongh vroeg naar de houding der Oud-Katholieken in de Patriot
tentijd. Dr. van de Ven veronderstelde, dat het merendeel aan de kant van de Pa
triotten zal hebben gestaan.
Mej. mr. E. C. M Prins vroeg naar de gevoelswaarde van het woord Jansenist
en mej. M. W. Jurriaanse naar de verhouding tussen de Oud-Katholieke kerk en
de Anglicaanse kerk. Op een vraag van dr. Formsma antwoordde spreker, dat er
25 parochies in Nederland zijn, waarvan de inhoud der archieven nog niet be
kend is.
Met woorden van welgemeende dank sloot de voorzitter van de Vereniging van
Archivarissen, dr. Formsma, de studiedagen 1962.
L. J. van der Klooster
A. J. H. Rozemond
De Archieven van de Nederlandse Hervormde Kerk
I. Het Reglement op de kerkelijke archieven, in werking getreden in de Hervormde
Kerk op 15 januari 1919, had voortreffelijke eigenschappen. In de eerste plaats
somt het op welke de kerkelijke archieven zijn, n.l.: a. het archief der Synode;
b. de archieven der Provinciale Kerkbesturen; c. de archieven der Classicale Be
sturen; d. de archieven der kerkeraden; e. de archieven der kerkvoogdijen, wan
neer het beheer van de kerkelijke goederen en fondsen geheel of ten dele bij de
kerkeraad berust; f. de archieven der diaconieën en der kerkelijke stichtingen on
der bestuur of toezicht van de kerkeraad; g. de archieven van de kerkelijke hoog
leraren. Hieraan wordt toegevoegd, dat de bedoelde besturen of personen verant
woordelijk zijn voor de bewaring, instandhouding en het gebruik der onder hun
beheer staande archiefstukken, al zal in de regel de dagelijkse zorg aan de secretaris
of scriba worden gedelegeerd. Onverminderd deze verantwoordelijkheden wordt
een algemeen toezicht op de kerkelijke archieven, hun bewaring, instandhouding
en gebruik in opdracht van de Synode uitgeoefend door de Algemene Synodale
Commissie. Deze kan zich in haar taak doen bijstaan door een kerkelijke archi
varis, die aangesteld wordt, en wiens instructie vastgesteld wordt door de Synode.
Het Reglement bevatte verder bepalingen over de goede bewaring en het beheer
van de archieven en schreef voor, dat de bestuurders van hun archieven inventa-
[169]