2 de archieven van het tegenwoordig Diocesane Bestuur, voor zover zij niet onder dat
Bestuur berusten;
3 de archieven van de colleges of personen, wier werkkring zich over Ons Bisdom of
over gedeelten hiervan heeft uitgestrekt of uitstrekt, voor zover zij niet onder die col
leges of personen berusten;
4 de dekenale en parochiële archieven, voor zover zij niet meer bestemd zijn om onder
de Deken, de Pastoor (of Rector) te berusten;
5 de archieven van voormalige Kapittel- en Abdij-kerken, wier zetel binnen Ons Diocees
gevestigd was;
6 de archieven van in het algemeen alle onder de Bisschoppelijke rechtsmacht gefunctio
neerd hebbende of nog functionerende organen en personen, gevestigd of woonachtig
geweest of thans nog gevestigd of woonachtig binnen het diocees Roermond;
7 de archieven, die door het Rijk, de gemeenten of particulieren in eigendom of in be
waring worden gegeven, voor zover deze betrekking hebben op de archieven, die door
het Rijk, de gemeenten of particulieren in eigendom of in bewaring worden gegeven,
voor zover deze betrekking hebben op de geschiedenis van het bisdom Roermond, op
de locale geschiedenis van parochiën, binnen Ons Bisdom gelegen of in het algemeen
verband houden met het kerkelijk en godsdienstig leven van Ons Bisdom in het ver
leden.
Titel in
Van de dekenale en parochiële archieven
Art. 7. De Pastoor(-Deken) en het Kerkbestuur zijn verplicht zorg te dragen voor de
parochie-archieven.
Indien niet een Deken of Pastoor mocht zijn aangesteld of deze functie vaceert, is de
Rector of degene, die belast is met de leiding der zielzorg in die parochie of dat recto
raat verplicht zorg te dragen voor de onder hem berustende kerkelijke bescheiden en
correspondentie.
Art. 8. Het gedeelte der dekenale, parochiële, rectorale en alle andere archiefbeschei
den, het plaatselijk kerkelijk leven rakende, hetwelk dagtekent van vóór het jaar 1854,
wordt naar de Centrale Bisschoppelijke Archiefbewaarplaats overgebracht.
In overleg met de in art. 7 genoemde verantwoordelijke instantiën, de archivaris ge
hoord, bepalen Wij, welk ander gedeelte van de in art. 7 en art. 8 bedoelde bescheiden
naar de Centrale Bisschoppelijke Archiefbewaarplaats zal worden overgebracht.
Titel IV
Van de archieven van instellingen en organen die tot Onze rechtsmacht behoren
Art. 9. De besturen van instellingen en organen, die werkzaam zijn op sociaal-gods
dienstig en charitatief terrein, zijn verplicht zorg te dragen voor hun archieven.
In overleg met hen bepalen Wij, de archivaris van het Bisdom gehoord, welk gedeelte
der in de eerste alinea van dit artikel bedoelde bescheiden naar de Centrale Bisschoppe
lijke Archiefbewaarplaats zal worden overgebracht.
Titel V
Van het toezicht op de naleving dezer 'Maatregelen'
Art. 10. Het toezicht op de behoorlijke uitoefening der onder de Titels III en IV aan
de daarin genoemde Instantiën opgedragen zorg wordt door het Kathedrale Kapittel
uitgeoefend overeenkomstig bij 'Instructie' te stellen regelen.
Titel VI
Van de ruimtenbestemd tot het opnemen van archieven
Art. 11. De ruimten, bestemd tot het opnemen van archieven, behoren bescherming te
[192]
bieden tegen brand- en muizengevaar, terwijl zij zodanig dienen te worden ingericht, dat
de vocht er niet in kan doordringen.
Zij behoren van een constructie te zijn, die de ordelijke opberging der stukken en cor
respondentie waarborgt.
Titel VII
Van de overgangsperiode
Art. 12. Gedurende de periode van organisatie van het archiefwezen van het Bisdom
Roermond belasten Wij een te benoemen functionaris, met de titel van 'Bisschoppelijk
Inspecteur voor de kerkelijke archieven', met de voorlopige technische en vakkundige
werkzaamheden.
Bedoelde functionaris is onmiddellijk ondergeschikt aan Ons en aan het Kathedrale Ka
pittel en dient Ons en het Kathedrale Kapittel van advies in alle aangelegenheden, het
archiefwezen van ons Bisdom rakende.
Bij geschilpunten kunnen de betreffende Instantiën beroep instellen bij Ons en het Ka
thedrale Kapittel, die, vorenbedoelde Inspecteur gehoord, beslissen.
Art. 13. Deze 'Maatregelen' kunnen worden aangehaald als 'Archiefmaatregelen voor
het Bisdom Roermond 194...'.
Zij treden in werking op.... De Bisschop van Roermond,
Toelichting op de 'Archiefmaatregelen voor het Bisdom Roermond'
Ad art. 2. Ter nadere oriëntering moge bijgaande, door de Regering vastgestelde,
'Instructie voor den Gemeente archivaris' gevoegd worden*, die, behoudens enige
wijzigingen in de onderdelen en naar de terminologie, als model kan dienen bij de
redactie van de 'Instructie' zoals in dit artikel bedoeld.
Ad art. 10. Het in dit artikel bedoeld toezicht wordt uitgeoefend door de te
benoemen archivaris van het Bisdom, die tevens de functie van Bisschopp. in
specteur in zich zou kunnen verenigen. Bij 'Instructie' ware zulk een functionaris
op te dragen binnen een tijdvak van b.v. vijf of tien jaren alle kerkelijke organen
en lichamen te bezoeken, welke archieven hebben aangelegd. Van zijn bevindin
gen rapporteert hij de Bisschop en het Kathedrale Kapittel en doet de nodige
voorstellen.
Ingeval niet voldaan wordt aan de verplichtingen, gesteld onder Titel III en
Titel IV, stellen Bisschop en Kathedrale Kapittel aan de betrokken Instantie(n)
een termijn, binnen welke aan hun bezwaren moet worden tegemoet gekomen.
Na afloop van die termijn gelasten Bisschop en Kathedrale Kapittel bedoelde in
specteur de kwestieuze archieven opnieuw te bezoeken en daarvan verslag te doen.
Blijkt dan, dat nog niet is voldaan aan de verplichting om zorg te dragen voor de
archieven, dan zullen Bisschop en Kathedraal Kapittel overgaan tot maatregelen.
Op kosten der in gebreke gebleven instantiën zullen de betreffende archieven
naar de Centrale Bisschoppelijke Archiefbewaarplaats worden overgebracht ten
einde aldaar vakkundig te worden bewerkt.
Ad art. 12. De uitvoering van de in dit artikel getroffen maatregelen ware zó
op te vatten, dat de met deze werkzaamheden belaste functionaris elke parochie
en elke in de 'Archiefmaatregelen' bedoelde Instantie ter plaatse bezoekt en no-
Hier weglaten; zie Fruin, De archiefwet 1918 tweede stuk p. 101 (N.v.d.R.).
[193]