Mededelingen van het bestuur
dam een tentoonstelling gehouden, gewijd aan het Nederlandse regentengeslacht
Fagel, dat tussen 1670 en 1795 niet minder dan vijf zes zo men de jonge
Frangois zou willen meetellen, die enkele jaren voor zijn vroegtijdige dood 'mede
griffier' van zijn vader Flendrik de jonge en dus designatus is geweest zijner
leden in successie met het 'gewigtig ampt' van griffier der Sta ten-Generaal bekleed
heeft gezien: Gaspar (1610-1672), Henrick, later de oudste genoemd (1672-1690),
Franpois, de oude (1690-1744), Hendrik, de oude (1744-1790), Hendrik, de jonge
(1790-1795)1. Deze successie was als vanzelf; nergens is van erfelijkheid sprake,
nergens ook van contracten van correspondentie, zoals onze collega drs. H. M.
Japikse, die in het tot stand komen van deze tentoonstelling een belangrijk aandeel
heeft gehad, in de inleiding tot de catalogus zegt. Doch niet alleen van deze
voortreffelijke dienaren van den Staat, maar ook betreffende gans hun familie, die
met Frangois (de oudste), in 1585 van Antwerpen naar Amsterdam gekomen,
haar intree in de Noordelijke Nederlanden maakte en in 1928 met het overlijden
van de ongehuwd gebleven laatste nazaat, Jacob John baron Fagel de verhef
fing in de adelstand was in 1815 geschied uitstierf in de mannelijke lijn, brengt
deze kleine maar rijke tentoonstelling aantrekkelijk illustratiemateriaal: familie
portretten, archivalia van staat en familie, en andere herinneringen.
Rotterdam. Te Rotterdam is in het gemeentearchief een expositie geopend: 'Hoe
tekenaars en fotografen onze stad zagen en zien', een overzicht van de aanwinsten
van de prentenverzameling tijdens de eerste helft van het lopende jaar. Naast een
aantal aangekochte achttiende-eeuwse tekeningen, o.m. van P. C. la Fargue, is hier
een aantal hedendaagse tekeningen en foto's tentoongesteld.
Correctie. Op blz. 61 van deze jaargang werd medegedeeld dat de Limburgse
en Brabantse archivarissen op 3 april in Weert het eerste lustrum van het Benelim-
convent herdacht hebben. Dit is niet juist. De Kring van Gemeente- en Streek
archivarissen in Noord-Brabant en het Benelimconvent van archivarissen vierden
voor de vijfde maal het patroonsfeest van de archivarissen, de Statio ad Sanctum
Laurentium in Damaso.
Afgesloten op 1 augustus 1962.
1 Zie Ned. Archievenblad 1961, p. 114 vlg.
[122]
Verslag der vier en tachtigste algemene vergadering, gehouden in het
stadhuis te Delft op 20 juni 1962
De voorzitter opent om precies 11.15 uur de vergadering.
Zijn welkomstwoord richt hij in het bijzonder tot de heer F. Hinrichs, hoofd van
de Onderafdeling archiefwezen en geschiedenis van het departement van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, en mr. H. Hardenberg, algemeen rijksarchi
varis.
In zijn toespraak memoreert spr. de verdiensten van oud-voorzitter en erelid
van de vereniging dr. W. Moll, die op 7 april van dit jaar is overleden en
bij wiens begrafenis te Eerbeek de vereniging vertegenwoordigd werd door de
voorzitter en de secretaris. Spr. herdenkt tevens dr. H. P. Coster, eveneens oud
voorzitter van onze vereniging, en jhr. dr. B. M. de Jonge van Ellemeët, beiden
in de afgelopen maanden overleden. Op verzoek van de voorzitter neemt de ver
gadering, staande, gedurende enige ogenblikken stilte in acht.
Een woord van gelukwens gaat uit naar dr. M. P. van Buijtenen, de nieuwe
vice-voorzitter, wiens a.s. benoeming tot rijksarchivaris in Utrecht thans bekend
geworden is; bovendien naar mejuffrouw dr. A. J. Maris, die onderscheiden is
met het officierskruis der Orde van Oranje-Nassau. Waar de vergadering, in ver
band met de ontvangst door het gemeentebestuur, om kwart voor twaalf moet
zijn afgelopen, stelt de voorzitter de vergadering voor het voorlezen der notulen
het nr. van het Archievenblad waarin deze zijn afgedrukt is n.l. nog niet versche
nen1 -uit te stellen tot het einde. Aldus wordt besloten. Aan de orde is dan het
bedanken van drs. A. van der Poest Clement als penningmeester wegens voort
durende ziekte. De voorzitter geeft te kennen dat het bestuur aan een tijdelijke
voorziening de voorkeur geeft. Waar de heer Van der Poest Clement reglemen
tair toch in januari 1963 moet aftreden, heeft het geen zin een plaatsvervanger
voor zo korte tijd te kiezen. Het bestuur heeft de secretaris verzocht de werk
zaamheden van de penningmeester tot zolang waar te nemen. De secretaris heeft
zich aan dit verzoek niet willen onttrekken. Het verslag van de kascommissie,
bestaande uit de heren Boon en Graafhuis, wordt voorgelezen, waarna aan de
penningmeester decharge wordt verleend. Wat de vacature in de commissie voor
de familiearchieven betreft, zal de voorzitter contact opnemen met mr. Van Schilf-
gaarde.
1 Zie thans hiervóór p. 3.
[123]