Berichten
Ik geloof intussen niet ver mis te tasten, als ik veronderstel, dat het bestaande
gebrek aan waardering voor de Orde zo ongeveer teruggebracht kan worden tot
wat H. Desmedt in Winkler Prins' Encyclopaedic VII (1950) i.v. Duitse Huis ver
meldt: 'De leden leggen slechts weinig activiteit meer aan de dag, doch verge
noegen zich eenvoudig tot het innen van de nog zeer belangrijke inkomsten dezer
instelling'. In dezelfde geest, maar naar zijn aard in krasser termen, drukte Jhr.
Victor de Stuers zich reeds vijftig jaar eerder in de Tweede Kamer uit (vergade
ring van 9 dec. 1901, Hand. 424). Wij lezen thans (bl. 63), dat de Orde nog
steeds in de vorm van schenkingen weldadigheid beoefent en dat zij daartoe in
staat wordt gesteld door de geldsommen, welke de leden bij hun inschrijving en
hun toetreding tot de balije storten. Tegenover de nu eenmaal bestaande geruchten
zouden hier wellicht enkele cijfers op hun plaats geweest zijn.
Na een kort hoofdstuk over 'Het kruis van de Orde' en enkele fraaie illustraties
volgen als vierde en omvangrijkste onderdeel de door mr. H. W. B. Wefes Bettink
samengestelde kwartierstaten van de leden van het kapittel van 1871 tot heden,
in totaal 68 stuks. Zij vormen voor de geïnteresseerde een welkome aanvulling op
de staten, opgenomen in het in 1871 verschenen werk van d'Ablaing van Giessen-
burg, 'Wapenboek der Ridders van de Duitsche Orde, Balije van Utrecht, sedert
1581'. Uiteraard bevatten zij niet veel gegevens, die men niet van elders (b.v. met
behulp van Ned. Adelsboek) zou kunnen verzamelen, maar men vindt ze hier dus
reeds ordelijk gerangschikt, met vermelding bovendien van de kinderen der be
trokkenen en van de ouders der grootouders, zodat men met één blik vijf genera
ties kan overzien.
Het boekje vermeldt geen uitgever, maar uit het Voorwoord blijkt, dat het ge
drukt is door de leerlingen van de School voor de Grafische Vakken te Utrecht.
De uitvoering is keurig. W. F. Prins
Alphonse Verkooren, Inventaire der chartes et cartulaires des duchés de Brabant
et de Limbourg et des pays d'Outre-Meuse. Introduction et tables par M. A.
Grunzweig. Illme partie: Chartes originales et cartulaires, tome/(1383-1396).
Ministère de l'instruction publique. Archives générales du Royaume. Bruxelles
1961. XIV et 365 p. Supplément 24 fol.
Toen de bekende Belgische archivist Alphonse Verkooren in 1923 met pensioen
ging, had hij o.m. in het tijdvak 1910-1922 gepubliceerd 8 omvangrijke banden
van het eerste deel van zijn Inventaire des chartes et cartulaires des duchés de
Brabant etc., welke banden bevatten regesten van originele en gevidimeerde oor
konden uit het archief van de hertogen van Brabant van 1154 af tot 8 dec. 1383.
Een tweede deel zou de regesten van slechts in de cartularia afgeschreven do
cumenten bevatten, maar dit is nooit gepubliceerd. De nu verschenen band (III1)
- berustend op fiches van Verkooren heeft gebroken met de bovenvermelde
opzet; hij bevat regesten zowel van de originele als in cartularia overgeleverde
oorkonden van 8 dec. 1383 (niet 1386, zoals het titelblad aangeeft) af tot 7 juni
1396, de datum, waarop Philips het hertogdom Brabant ontving. Naast vervolg-
[154]
delen hierop zullen ook nog verschijnen de regesten van de slechts in afschrift
overgeleverde oorkonden tot 8 Dec. 1383.
De opname in Deel III 1 van de stukken uit de registers heeft een verandering
van de oorspronkelijke nummering noodzakelijk gemaakt. Met het oog hierop is
aan dit deel als supplement een concordans van de oude en nieuwe nummering
van de charters toegevoegd.
Voor de Noordnederlandse historici zijn in het bijzonder van belang de talrijke
vermeldingen van Noordbrabantse en Limburgse plaatsen.
Men zie hiervoor de uitvoerige index.
F. Ketner
Wij ontvingen:
J. Grauwels, Regestenlijst der oorkonden van het Begijnhof te Sint-Truiden,
(1265-1741), Brussel, 1962.
A Igemeen
Bij beschikking van de staatssecretaris van onderwijs, kunsten en wetenschappen,
mr. Y. Scholten, van 14 juni 1.1. is ingesteld een commissie van toezicht en advies
voor de bewerking van een oorkondenboek betreffende de provincie Noordbra
bant. Voorzitter is prof. mr. F. F. X. Cerutti; leden zijn mgr. dr. G. P. J. Ban
nenberg, prof. dr. F. W. N. Hugenholtz, prof. dr. J. F. Niermeyer, dr. L. P. L.
Pirenne, mr. J. P. W. A. Smit; ambtshalve is benoemd tot lid en secretaris mej.
drs. E. H. Korvezee.
Rijksarchieven
Rijksarchief in Zeeland. Met ingang van 1 maart 1961 is benoemd tot charter
meester jhr. mr. G. F. Sandberg.
Gemeente- en waterschapsarchieven1
Het verslag van de inspecteur der gemeente-, waterschaps- en veenderijarchieven
in de provincie Utrecht over 1960 geeft een uitvoerig beeld van het nieuw ge
vormde streekarchivariaat Zuid-West Utrecht (zie NAB 1961 p. 48). Verbou-
1 Op p. 117 r. 12 v. b. hiervóór worde i.p.v. de Lorde gelezen: de Lorme.
[155]