oud zegel, in 1959 gevonden in de kapel van St-Peter ad vincula aldaar, door een deskundige van de Archives Nationales te Parijs geïdentificeerd als zegel van Isa bella, vrouw van Jan zonder Land, die in 1245 is gestorven. In de serie: Local archives of Great Britain behandelt Levi Fox 'Shakespeare's birthplace Library Stratford-upon-Avon', gesticht in 1847. De archivaris van Plymouth C. E. Welch geeft de geschiedenis van zijn bedrijf, dat in Wereldoorlog II zeer heeft geleden. In 1952 vond scheiding plaats van Library en The archives department. Het oudst bewaarde deel wordt gevormd door de rekeningen van de ontvanger sinds 1491; de charters beginnen eerst met 1554, de minuten van de raad met 1561. Na 1835 is er zeer veel verloren gegaan. Bouw van een afzonderlijk archiefdepot wordt overwogen. Ook hier is men dus t.a.v. de scheiding van bibliotheek en archief op de goede weg. U. Archivmitteilungen XI, 1961, (D.D.R.) begint met een artikel van Botho Brach- mann: Die Verbesserung der Verwaltungsorganisation und der modernen Biiro- arbeit im Siebenjahrplan der DDR. Schr. wijst op de achiefproblemen die ontstaan bij een voortschrijdende mechanisatie en automatisatie van de administratie (reken machines, hollerith, films, geluidsbanden enz.). Verder wordt gewezen op de moei lijkheden die ontstaan doordat 'Aktenplane' bij structuurveranderingen zo'n kort leven hebben. Hij pleit voor een werkgroep waarbij ook de staatsarchiefdienst be trokken moet zijn. Hermannfried Bley, Die Ordnung des Bestandes 'Ministeri- um der Finanzen', Schwerin, im Mecklenburgischen Landeshauptarchiv. Dit fonds beslaat het tijdvak 1849-1952. Veranderingen van structuur en van 'Aktenplane' hadden het archief moeilijk toegankelijk gemaakt. Er werd een elastische methode van ordening toegepast in die zin, dat voor ieder 'Teilbestand' de meest waarde volle elementen van de 'vorarchivische' orde werden gebruikt. Voorbeelden lich ten een en ander toe. Fritz Wiegand, Bearbeitung von Bestandsübersichten der Stadtarchive im Bezirk Erfurt. Naar het voorbeeld van de stad Erfurt zijn richt lijnen vastgesteld voor de opstelling van overzichten van de archieven der kleine steden. Schr. gaat het resultaat daarvan na. Wij treffen hier nog indelingen aan naar Urkunden, Akten en Ambtsbücher en andere bestanddelen. De historische inleidingen zijn uitvoeriger dan bij ons. Das Frankfurter Stadtbuch von 1584 und seine Restaurierung. Van het archief van Frankfort (Oder) is in de oorlog 70 verloren gegaan. Van de drie auteurs van het artikel beschrijft Rolf Ibscher de restauratie van het boek, dat na de oorlog als een door water aaneengekit, be schimmeld blok werd aangetroffen. Afl. 2. Karl-Heinz Hahn, Briefe an Goethe, behandelt de vraag hoe regesten van dergelijke brieven (20.000) gemaakt kunnen worden. Franz Wallitschke, Me thodische Ueberlegungen für die Arbeit im Verwaltungsarchiv. Nu men in ons land overweegt voor de rijksarchieven zg. limboarchieven op te richten, is dit ar tikel van bijzondere betekenis. Immers de 'Verwaltungsarchive' vormen eveneens een tussenstadium tussen lopende registratuur en oud-archiefdienst. Schr. vertelt van zijn ervaringen in de praktijk: over de taak van de 'Verwaltungsarchivar' en zijn contact met de lopende registratuur, de betekenis van 'Aktenplane' (het struc- [140] tuurprincipe is onpraktisch gebleken vergeleken met de zaaksgewijze ordening), de overneming en huisvesting van archieven, de vernietiging enz. Hildegard Borbein, Akten zur Geschichte des Buchhandels im Stadtarchiv Leipzig. In Saksen heeft 1569-1836 een 'Bücherkommission' bestaan die zich met censuur, privileges voor het drukken enz. bezig hield. Uiteraard zijn de archieven van deze commissie zeer belangrijk. Michael Alexiev, Ueber das Archivwesen der Volksrepublik Bulgarien. Pas in 1951 is in dit land een staatsarchiefdienst ingesteld. Grund- satze für die bauliche und technische Einrichtung von Kreisarchiven sowie von kleineren und mittleren Stadtarchiven. Vergeleken met onze 'Aanwijzingen' zijn deze 'Grundsatze' nog al mager. Afl. 3. Archivarbeit und Siebenjahrplan. Eine Auswertung der Jahresberichte der Staatsarchive für 1960. De meeste aandacht trekt in dit overzicht het overnemen en toegankelijk maken van archieven. Overgenomen werden in 1960 in totaal 3500 strekkende meter aan stukken en ongeveer 300 oorkonden, toegankelijk ge maakt 10.750 str.m. en vernietigd 1.250 str.m,. Merkwaardig is ook, dat het on derzoek zich voornamelijk wendde tot de nieuwste archieven. Botho Brach- mann, Aktenbetreffe des Geheimen Staatspolizeiamts zur Widerstandsbewegung der deutschen Arbeitersklasse 1933-1939. In dit artikel wordt de geschiedenis van de Gestapo en de organisatie van zijn archief behandeld. Er is veel vernietigd en veel verstrooid geraakt, maar het is toch niet zo, dat al het materiaal op bevel van de Führer vernietigd is. -Annelore Franke, Quellennachweise zur Geschichte der Lohnarbeiter in Leipzig im 15. bis 17. Jahrhundert. Een historisch artikel, gebaseerd op archiefonderzoek. Fritz Höher, Rationelle Ablage von Zeichnun- gen im Archiv. Schr. behandelt zowel de signatuur van technische tekeningen tij dens de registratuurperiode als de berging. De rentabiliteit van de liggende en staande bewaring worden daarbij vergeleken. Wolfgang Blöss, Wappenverlei- hung für Stadte und Landgemeinden in neueren Zeit. Geeft in hoofdzaak een overzicht van de toestand vóór de regeling van 1935. L. Burckhardt, Zur Ver besserung der Schriftgutverwaltung in den volkseigenen Betrieben, geeft aanbe veling voor een 'Rahmenaktenplan'. Afl. 4 opent met een overzicht van de redacteur Schetelich: Ueber die Arbeit in den Stadtarchiven und Kreisarchiven im Jahre 1960. Het sluit aan bij het over zicht over de staatsarchieven in afl. 3. Wolfgang Merker, Archivalische Quel- len zur Entwicklung der volkseigenen Industrie in der Deutschen Demokratischen Republik. Het gaat in dit artikel over zeer recente, overgenomen archieven. Meta Kohnke, Die Ordnung der Bestande im Geheimen Staatsarchiv zu Berlin vor und nach der Einführung des Provenienzprinzips. Schr. vertelt hoe in dit ar chief de stukken in de aanvang der 19e eeuw overeenkomstig het Pertinenzprinzip over 'Reposituren' werden verdeeld. In de 70er jaren kwam het denkbeeld op de oorspronkelijke orde te bewaren. De ijverigste voorstander van dit Provenienz- prinzip was Max Lehmann. In 1881 werd dit dwingend voorgeschreven. Men ging het niet alleen voor het vervolg toepassen, maar ook in de oude 'Reposituren' de Provenienz herstellen. Dat dit niet zo eenvoudig ging, laat zich denken. Hell- mut Koch, Klebstoffe und deren Verwendung im Archiv. Schr. gaat de samen- [141]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1962 | | pagina 10