Boekbespreking de la Marne, behandelt 'Catalogues et inventaires, leur utilisation dans les archives départementales de France'. Het uitvoerig artikel van Staatsarchivdirektor dr. J. Papritz: Titelaufnahme bei Sachakten. Ein Normvorschlag, is ook voor ons van belang. Dr. Gregor Richter geeft beschouwingen 'Zur archivarischen Erschliessung von Briefnachlassen in Hausarchivbestanden'. De overige artikelen zijn vrnl. van Duits belang: Dr. W. Grube, Staat und Wirtschaft im Königreich Württemberg. Die Akteniiberlieferung der Zentralstelle für Gewerbe und Handel in Stuttgart; dr. E. Stemmler, Das Staatsarchiv Sigmaringen seit 1945. Neue Probleme eines alten Archivs; dr. R. Uhland, Das Haalarchiv in Schwabisch Hall (betreft een 'genossenschaftliches Archiv, das in seiner Art einmalig sein diirfte'. Het bevat archivalia van de v.m. 'Salzsiederschaft' te Hall, tot de huidige dag in handen van de nakomelingen der zieders gebleven). Verder: dr. E. Gönner, Die kom- munale Heraldik in Württemberg seit 1806; dr. H. G. Zier, over hetzelfde in Baden; dr. F. Herberhold, Westfalische Adelsarchive. Ihre Bedeutung für die Geschichtsforschung und Wege zu ihrer Erschliessung. Ten slotte een korte bij drage van dr. B. Ottnad over bestrijding van houtwurm in het staatsarchief Lud- wigsburg (met afb.). Buiten de Festgabe vallen: Staatsarchivdirektor dr. E. Kittel (Detmold): Archiv- inspektoren und Diplomarchivare; Redaktionsarchivar dr. J. Krausse, Das Re- daktionsarchiv (zoals schr. zegt: geen archief in de eigenlijke zin, doch verzame ling knipsels e.d.); dr. R. Seeberg-Elverfeldt, Das Danische Pressearchiv und Pressemuseum in Aarhus. Aan de berichten ontlenen wij de mededeling dat tot eerste voorzitter van onze Duitse zustervereniging i.p.v. de afgetreden prof. dr. G. W. Santé is opgetreden dr. K. G. Bruchmann, de Direktor van het Bondsarchief te Koblenz. Ook het opmerkelijke bericht dat het archief voornoemd in het bezit is gekomen van c. 500 gramofoonplaten met redevoeringen, in de jaren 1937-1944 gehouden door de 'führende Manner des Dritten Reichs'. Dr. W. Rohr geeft aan de hand van The American Archivist 1958-1960 een uitvoerig overzicht van het Amerikaanse archiefwezen. Een 'Bibliographie zum Archivwesen für die Jahre 1959 und 1960', bewerkt door H. Boberach, besluit afl. en jaargang. U. Van het Suid Afrikaans Argiefblad verscheen in 1960 afl. 2. Hoewel wij deze (nog) niet hebben ontvangen willen wij niet nalaten aan de hand van The American Archivist 1962 p. 263/4 de voornaamste inhoud mede te delen. In het voorwoord van de hoofdarchivaris der Unie van Suid Afrika, A. Kieser, blijkt dat 17 juni 1960 de Suid-Afrikaanse Vereniging van Argivarisse is opgericht. J. H. Davies behandelt de organisatie van de archieven der Unie. De eerste archiefwet is van 1922; zij kende vier centrale archieven: Kaap, Vrijstaat, Natal, Transvaal. In de wet van 1953 kwamen er twee bij: Zuid-West Afrika en het Centrale Archief in Pretoria. Sinds 1951 hebben nasporingen in Europa en Noord-Amerika honderden films naar Pretoria gebracht. A. J. Böseken geeft een overzicht over 'Kaapse bronnepublikasies, 'n Terugblik oor vyftig jaar': de Cape Archives Committee, gesticht in 1909, heeft niet veel bereikt; de Van Riebeeck Society, werkend naar [108] het voorbeeld der Hakluyt Society en onze Linschoten Vereniging, had meer suc ces. De uitgave der Cape Archives, beginnend met 1778, werd in 1931 door de crisis stop gezet. In de jaren 1944-1950 werd de publikatie Die Kaapse Plakkaat- boek voltooid. Daarna volgde Die Resoluties van die Politieke Raad, waarvan vier delen zijn verschenen. De oud-archivaris P. J. Venter bepleit in een ver handeling over 'Private possessors of documents': private documents should be placed in public archives to supplement official papers. J. H. Esterhuyse be schrijft de Elliot-verzameling van historische negatieven, meer dan 1000 glasnega tieven van Kaaps-Nederlandse architektuur. W. G. J. Beavon, The problem set by magistrates' courts records, deelt mede dat aan afgetreden magistraten door het de partement van justitie is opgedragen de bepalingen der archiefwet inzake vernietiging van 'ephemeral records' uit te voeren. B. A. Ie Cordeur, Business records, bepleit systematische bewaring van bedrijfsarchieven, bij voorkeur in speciale bewaarplaatsen. Ten besluite A. M. Davey, Inventory of the Lanyon collection, de papieren van een Brits koloniaal officier uit de tweede helft der 19e eeuw. W. Ph. Coolhaas, A critical survey of studies on Dutch colonial history, Biblio graphical Series 4, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, 's-Gra- venhage, Martinus Nijhoff, 1960. (154 blz.). Met het samenstellen van deze selecte bibliografie van de Nederlandse koloniale geschiedenis heeft ons medelid prof. Coolhaas een bijzonder verdienstelijk werk verricht, niet alleen ten behoeve van de buitenlanders, voor wie het in de eerste plaats bestemd is, maar evenzeer in het belang van de geïnteresseerden binnen onze grenzen. Een dergelijke gids in de doolhof van onze uitgebreide koloniaal- historische literatuur, die zich chronologisch over meer dan drie eeuwen en geo grafisch over alle werelddelen uitstrekt, zal dan ook een uitstekend hulpmiddel zijn voor de bibliotheken van die archiefbewaarplaatsen, waarvan de inhoud mede voor de koloniale geschiedenis van belang is en waar men zich dus ook in de literatuur op dit gebied moet kunnen oriënteren. De overzichtelijke indeling van het boek maakt deze oriëntering zeer gemakke lijk. Afzonderlijke hoofdstukken zijn gewijd aan de archieven, de tijdschriften, in stituten en leerstoelen, de reisbeschrijvingen, het gebied van de V.O.C. tot 1795, Nederlands Oost-Indië na 1795 en het gebied van de W.I.C.. De hoofdstukken over de verschillende gebieden zijn weer onderverdeeld volgens thematische en geografische criteria. Verklarende en kritische opmerkingen stellen de gebruiker in staat zich over de waarde van de besproken werken een oordeel te vormen. De onmisbare index van persoonsnamen omvat zowel de auteurs als de personen, over wie iets is geschreven. Bij de beoordeling van dit boek moet men in het oog houden, dat prof. Coolhaas een kritische selectie heeft willen geven, wat uiteraard iets anders is dan een vol- [109]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1962 | | pagina 24