Vereniging van Wetenschappelijke Archiefambtenaren
in overheidsdienst
Verslag van de algemene ledenvergaderinggehouden te Utrecht
op 8 mei 1962
Te 11.30 uur opent de vice-voorzitter, de heer J. Don, de vergadering. Helaas kan
de voorzitter, de heer drs. A. van der Poest Clement, de vergadering wegens ziekte
niet bijwonen. Bovendien hebben bericht van verhindering gezonden mej. mr. A. J.
Versprille en de heer F. Hinrichs (O.K. en W.). De vice-voorzitter wijdt enige
sympathieke worden aan het zilveren huwelijksjubileum van het koninklijk paar.
Hij deelt mede dat bij Koninklijk Besluit van 27 april 1962, no. 147, onze ver
eniging is erkend door goedkeuring van haar statuten.
Tot leedwezen van het bestuur heeft de heer A. van der Poest Clement zich door
langdurige ziekte genoodzaakt gezien af te treden. Het bestuur stelt de vergadering
voor de heer J. Don tot voorzitter te benoemen (andere kandidaten zijn niet voor
gedragen). Bij acclamatie besluit de vergadering hiertoe. Eveneens bij acclamatie
wordt de heer W. Zondervan tot bestuurslid gekozen.
Een kascommissie, bestaande uit de heren Mensonides en Klomp, heeft de
verenigingskas over het le halfjaar van 1961 gecontroleerd, een tweede commissie,
bestaande uit de heren van Hoboken en Wuisman deed dit over het 2e halfjaar.
Na voorlezing van de desbetreffende waarderende verslagen wordt de penning
meester met applaus decharge verleend. Tot leden van de kascommissie voor het
jaar 1962 worden benoemd de heren van Hoboken en van den Hoek Ostende.
Tot vertegenwoordigers bij de Centrale van Hogere Ambtenaren worden gekozen
de heren de Vey Mestdagh en Schaap, met als plaatsvervangers de heren Weytens
en Hart.
Het bestuursvoorstel om de jaarcontributie vast te stellen op 14,wordt door
de heer Hart toegelicht op een wijze die de vergadering zodanig bevredigt dat door
enige leden het voorstel wordt gedaan een bedrag van 15,vast te stellen c.q.
een bedrag van 14,als minimum te bepalen. De voorzitter stelt dat het bestuur
meent dat 14,voldoende is. De uitkomsten over 1962 zullen bepalend zijn
voor het al of niet handhaven van dit bedrag voor 1963. Contributieheffing ge
baseerd op genoten salaris acht het bestuur niet reëel uitvoerbaar. Het bestuurs
voorstel wordt vervolgens met algemene stemmen aangenomen.
Vervolgens geeft de voorzitter een overzicht van de salarisactie. Hij doet dit
o.m. door voorlezing van een brief die het bestuur zond aan de Centrale van
Hogere Ambtenaren. Na een inleidend contact op het Ministerie van O. K. en W.
[63]