archivaris toevallig bepaalde hobby's of speciale kundigheden daarvoor bezit. Op mijn verzoek om opgave van de meer buitenissige bezigheden door hen op verzoek van gemeentebesturen verricht, hebben de meeste collega's gereageerd en ik mag hen daarvoor vanaf deze plaats wel hartelijk danken. Het resultaat van deze enquete gaf een nogal gevarieerd beeld te zien. Ik kan er wegens tijdsgebrek hier slechts een paar grepen uit doen. Een collega kreeg eens het was een grensgemeente de inspectie van een rijksgrenspaal opgedragen en toen hij vond, dat het ding er nogal verveloos uitzag, werd hem gevraagd te zorgen, dat die paal weer in de juiste kleuren werd op geschilderd. Diezelfde collega moest in 1953 bij de watersnoodramp in opdracht van een be paalde burgemeester met een gehuurde auto plus chauffeur een hele dag 'op repor tage om een vooral groot verslag van de ramp te schrijven voor het plaatselijk blad. De grote baggerlaarzen aan. De krant betaalde de gepeperde rekening van het taxibedrijf. Weer een ander kreeg op een gegeven moment van een burgemeester, die wist dat zijn archivaris iet of wat kunstzinnig was aangelegd, het verzoek zijn gedach ten eens te laten gaan over een gevelversiering voor het nieuw te bouwen ge meentehuis. De streekarchivaris kon dit moeilijk weigeren. Na twee weken hersen- pijniging en een dag achter de tekentafel te hebben gestaan werd een ontwerp gevelversiering op 's burgemeesters tafel gedeponeerd. De streekarchivaris, volko men illusieloos ten opzichte van de uiteindelijke afloop, is stomverbaasd een week later te horen te krijgen, dat zijn ontwerp door B. en W. is goedgekeurd. De teke ning kan later echter geen genade vinden in de ogen van de architect, die de streekarchivaris niet als kunstenaar wenste te erkennen, omdat deze als zodanig in de streek geen bekendheid had. Zelf kreeg ik eens de opdracht om door middel van een gedocumenteerd verhaal aan goegemeente en zusterverenigingen waar te maken, dat een bepaald muziek gezelschap, dat in 1950 zijn 100-jarig bestaan in volle luister had gevierd, in 1957 overigens dank zij archiefvondsten met recht zijn 150-jarig bestaan kon her denken. Het lukte en het werd opnieuw een schoon feest, waar het uiteindelijk om te doen was geweest. En vanwege dit 150-jarig bestaan kreeg die harmonie het predikaat 'koninklijke' toe. In een andere gemeente kreeg ik een paar jaar geleden opdracht om een op schrift of oorkonde te maken voor een nieuwe luidklok, welke gegoten zou worden ter vervanging van een tijdens de oorlog door de Duitsers versmolten klok. Ik stelde eerst maar eens een onderzoek in naar de ouderdom en herkomst van de bewuste klok. Het bleek, dat van de zeven oude klokken, die de gemeente bezat, er zes door de Duitsers waren weggesleept, een ervan was in Duitsland versmolten, maar toch waren er zes teruggekeerd. Toen dat raadsel was opgelost, heb ik voor gesteld met behulp van die zeven klokken een voorslag op het uurwerk te formeren. Dat paste daar echt wel: het was een oud vestingstadje. Dit voorstel werd zo enthousiast ontvangen, dat er uiteindelijk een geheel carillon van 24 nieuwe klok ken is gekomen. De hele voorbereiding daarvan echter, plannen en nog eens [26] plannen maken, mogelijkheden bezien, besprekingen met klokkengieters, met Mo numentenzorg en de Rijkscommissie voor klokken en klokkenspelen, alsmede het maken van opschriften en verzen voor die klokken, kwam op de schouders van de archivaris terecht. Op een andere collega werd een beroep gedaan, om de briefwisseling met enkele buitenlandse experts over een bepaalde technische aangelegenheid in het Duits te vertalen. Van het secretariepersoneel was niemand daartoe in staat, terwijl de burgemeester er toch veel waarde aan hechtte in goed Duits gestelde brieven te laten uitgaan. In de terrasvloer van een zwembad was gobertange-steen verwerkt, afkomstig van een ongeveer tien jaar geleden gesloopte middeleeuwse kerk. De streekarchi varis was daarvan op de hoogte. Monumentenzorg zat dringend verlegen om gober tange-steen, die moeilijk te verkrijgen schijnt, voor de restauratie van een kerk in een buurgemeente. De streekarchivaris wist te bewerken, dat Monumentenzorg de beschikking kreeg over die in het zwembad verwerkte gobertange-steen. Zo zijn er nog talrijke andere gevallen te noemen, waarvoor de streekarchivaris werd ingeschakeld, opdrachten tot aankoop van antiek meubilair, het in bruikleen krijgen van schilderijen van het Rijk voor aankleding van gemeentehuizen of an dere openbare gebouwen, het opnieuw leven inblazen van oude schuttersgilden, welke dreigden uit te sterven, het zich bemoeien met oudheidkamers, de voorbe reiding van herdenkingsfeesten en tentoonstellingen. Ik ga daar verder niet op in. Voor de betrokken streekarchivarissen waren er dikwijls kostelijke belevenissen bij. Ik zou het hierbij willen laten. Ik heb in het begin van mijn voordracht het streekarchivariaat een fenomeen genoemd. Dat is het niet enkel om de nieuwe be heersvorm, die daarmee in de Nederlandse archiefwereld werd geïntroduceerd, maar ook omdat het een resultaat is van een vaak na moeizame besprekingen, met veel takt, lenigheid van geest en overredingskracht verkregen samenwer king. Een gelukkig resultaat ook, dat in het archivistieke vlak zijn bestaansrecht meer dan bewezen heeft. Dat het voorbeeld van Oosterhout eerst in Brabant maar later ook in andere provincies zoveel navolging heeft gevonden kan het belang van dit initiatief slechts onderstrepen. Doch ook in ik mag wel zeggen maatschappelijk opzicht is het streekarchi variaat een aanwinst, niet enkel door een eendrachtige wil van een aantal ge meentebesturen om door samenwerking iets te bereiken, wat voor elk van hen anders niet te realiseren zou zijn geweest, maar ook en het mag toch wel gezegd worden door het optreden van de streekarchivaris. En nu wil ik afzien van diens persoonlijkheid en 's mans toevallige belichaming van andere dan archivistische kundigheden, maar slechts wijzen op het belang dat diens werkzaamheid en publi cistische aktiviteit heeft voor de verruiming van het inzicht in de lokale historie juist van die kleinere plaatsen, iets waaraan tegenwoordig ook de onderwijswereld grote waarde hecht. Een aktiviteit ook die mede richtinggevend kan zijn in de huidige problematiek van de vrije tijdsbesteding. J. H. van Mosselveld [27]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1962 | | pagina 17