162 De algemene rijksarchivaris is daarvan de beheerder. 2. In de hoofdplaats van elke provincie is gevestigd een rijksarchiefbewaarplaats. Een hoger archiefambtenaar in de zin van artikel 9 is daarvan de beheerder. Hij draagt de titel van rijksarchivaris. 3. Wij behouden Ons de bevoegdheid voor, behalve de in het eerste en tweede lid genoemde, ander rijksarchiefbewaarplaatsen te vestigen. 4. De algemene rijksarchiefbewaarplaats kan door Ons tevens worden aangewezen als rijksarchiefbewaarplaats voor de provincie Zuid-Holland. 5. Wij stellen de verdere inrichting van de rijksarchiefdienst vast. Artikel 13. 1. De algemene rijksarchiefbewaarplaats is bestemd tot bewaring van de archiefbescheiden der overheidsorganen, waarvan de functies zich over het gehele rijk hebben uitgestrekt of uitstrekken. 2. De rijksarchiefbewaarplaats in de hoofdplaats van een provincie is bestemd tot bewaring van de archiefbescheiden der provinciale organen, daaronder begrepen de voor malige provinciale en departementale besturen. Voorts is de rijksarchiefbewaarplaats in de hoofdplaats van een provincie bestemd tot bewaring van de archiefbescheiden van de in die provincie gevestigde rijksorganen en van de in artikel 38, eerste lid, bedoelde organen, waarvan de functies zich niet over het gehele rijk hebben uitgestrekt of uit strekken. 3. Wij behouden Ons voor te bepalen, dat archiefbescheiden van overheidsorganen, waarvan de functies zich over het gehele rijk hebben uitgestrekt of uitstrekken, worden bewaard in de rijksarchiefbewaarplaats in de hoofdplaats van de provincie, waarin deze overheidsorganen gevestigd zijn geweest of zijn. 4. Wij behouden Ons voor te bepalen, dat archiefbescheiden van overheidsorganen, waarvan de functies zich over meer dan een provincie, doch niet over het gehele rijk hebben uitgestrekt of uitstrekken, worden bewaard in de algemene rijksarchiefbewaar plaats. 5. Omtrent de bewaring in rijksarchiefbewaarplaatsen van andere dan de in het eerste en tweede lid bedoelde archiefbescheiden beslist Onze minister. 6. In geval van vestiging van rijksarchiefbewaarplaatsen, als bedoeld in het derde lid van artikel 12, wordt door Ons aangewezen, welke archiefbescheiden daarin bewaard zullen worden. Hierbij kan worden afgeweken van het in het eerste en tweede lid bepaalde. Artikel 14, 1. Aan het treffen van regelingen als bedoeld in de Wet gemeenschap pelijke regelingen en als bedoeld in artikel 32 van deze wet betreffende bewaring en beheer van archiefbescheiden in een gemeenschappelijke archiefbewaarplaats kan door het rijk worden deelgenomen. 2. De deelneming van het rijk aan regelingen als bedoeld in het eerste lid geschiedt krachtens een door Ons te nemen besluit. Wij bepalen alsdan, welke archiefbescheiden van rijksorganen in de in het vorige lid bedoelde archiefbewaarplaats zullen worden be waard. Hierbij kan worden afgeweken van het in het eerste en tweede lid van artikel 13 bepaalde. 3. Een regeling, waaraan het rijk deelneemt, behoeft geen goedkeuring. Artikel 15. Ten aanzien van de registers van de burgerlijke stand, die overgebracht zijn naar een rijksarchiefbewaarplaats, is de beheerder van die bewaarplaats de bewaar der in de zin van de derde titel van het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek en is, ten aanzien van die registers, deze beheerder belast met het doen van de door de wet voorgeschreven kantmeldingen. Artikel 16. De Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de andere Hoge- Colleges van Staat en de directeur van Ons Kabinet dragen zorg voor hun archiefbeschei den, voor zover deze niet zijn overgebracht naar een rijksarchiefbewaarplaats. Artikel 17. Onze ministers, hoofden van departementen van algemeen bestuur, dragen zorg voor de archiefbescheiden van hun ministeries en van de onder hen ressorterende rijksorganen, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een rijks archiefbewaarplaats. Artikel 18, Een algemene maatregel van bestuur regelt de wijze, waarop de in de artikelen 16 en 17 bedoelde zorg zal worden uitgeoefend. 163 Artikel 19. Onder de bevelen van Onze minister oefent de algemeene rijksarchivaris, overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur te stellen regelen, toezicht uit op de zorg voor de archiefbescheiden van de rijksorganen. HOOFDSTUK III Archiefbescheiden van provinciën Artikel 20. Onze commissarissen in de provinciën dragen zorg voor hun archiefbe scheiden, voor zover deze niet zijn overgebracht naar een rijksarchiefbewaarplaats. Artikel 21. Overeenkomstig een door de provinciale staten vast te stellen regeling dragen gedeputeerde staten, behoudens het bepaalde in artikel 20, zorg voor de archief bescheiden van de provinciale organen, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een rijksarchiefbewaarplaats. Artikel 22. 1. Onder de bevelen van gedeputeerde staten oefent een provinciaal inspecteur, overeenkomstig een door de provinciale staten vast te stellen regeling, toezicht uit op de 'zorg voor de archiefbescheiden van de provinciale organen, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een rijksarchiefbewaarplaats. 2. De provinciale inspecteur, die de hoedanigheid van hoger archiefambtenaar in de zin'van artikel 9 dient te hebben, wordt door de provinciale staten benoemd, geschorst en ontslagen. 3. In bijzondere gevallen kan Onze minister onder door hem te stellen voorwaarden ontheffing verlenen van de verplichting tot benoeming van een provinciale inspecteur als in het eerste lid bedoeld. HOOFDSTUK IV Archiefbescheiden van gemeenten Artikel 23, Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen, overeenkomstig een door de gemeenteraad vast te stellen regeling, welke aan gedeputeerde staten moet worden medegedeeld. Artikel 24. Voor de bewaring van de op grond van artikel '5, eerste lid, over te brengen archiefbescheiden van gemeentelijke organen wijst de gemeenteraad een ge meentelijke archiefbewaarplaats aan. Artikel 25, 1. De gemeentelijke archiefbewaarplaats wordt beheerd door een hoger of middelbaar archief ambtenaar in de zin van artikel 9, die de titel draagt van gemeente archivaris, of, zo geen zodanige archivaris mocht zijn benoemd, door de secretaris. 2. Onder de bevelen van burgemeester en wethouders oefent de gemeentearchivaris, overeenkomstig een door de gemeenteraad vast te stellen en aan gedeputeerde staten mede te delen regeling, toezicht uit op het beheer van de archiefbescheiden van de ge meentelijke organen, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats. 3. De gemeentearchivaris wordt door de gemeenteraad benoemd, geschorst en ont slagen. 4. Wij bepalen bij algemene maatregel van bestuur, in welke gemeenten, zo de ge meenteraad besluit tot het benoemen van een gemeentearchivaris, als zodanig een hoger archiefambtenaar in de zin van artikel 9 benoemd dient te worden. 5. Onze minister is bevoegd in bijzondere gevallen machtiging te verlenen tot het benoemen van een gemeentearchivaris, die niet de in de leden 1 en 4 van dit artikel genoemde hoedanigheid van hoger of middelbaar archiefambtenaar bezit. Artikel 26. Gedeputeerde staten oefenen toezicht uit op de aan burgemeester en wet houders in artikel 23 opgedragen zorg voor de archiefbescheiden, overeenkomstig bij algemeene maatregel van bestuur te stellen regelen. Artikel 27. 1. De kosten, aan de uitoefening van de in artikel 23 bedoelde zorg verbonden, komen ten laste van de gemeente.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1962 | | pagina 16