60 Oceaan, getekend en gekleurd op perkament in 1533 door Jacobus Russus uit Messina. De vorm van de dierenhuid is duidelijk; de kaart kon in een schip worden opgehangen, zoals uit een gaatje aan de bovenkant blijkt. De portulanen werden sinds c. 1300 vooral in Mallorca, in Catalonië en in Italië gemaakt ten behoeve van de zeevaarders42). Dit blijkt uit de kompasrozen met koerslijnen. De kusten van de zeeën zijn merkwaardig juist getekend, in tegenstelling met de andere middeleeuwse kaarten. De plaatsen langs de kusten zijn getekend. De binnenlanden van Europa en Afrika zijn opgevuld met portretten van vorsten, wapens, afbeeldingen van steden, olifanten en kamelen in Afrika enz. De Rode Zee is rood gekleurd. Dan komen uit de kaartenverzameling van het Ministerie van Oorlog zeld zame en fraaie stukken aan de dag. Ik noem hier slechts de prachtige vogel vlucht-afbeelding van Wenen, een kopergravure op 6 bladen van de Ant werpenaar Jacob Hoefnagel uit het jaar 1609. Van deze eerste uitgave is, be halve het exemplaar van het Rijksarchief, slechts één exemplaar bekend, n.l. dat in de collectie De la Gardie in de Koninklijke Bibliotheek in Stockholm. Een latere uitgave met het adres van Claes Jansz. Visscher komt meer voor43). Tenslotte illustreert de verzameling van het Rijksarchief enige hoofdpunten van de kartografie van het gewest Holland. Wij noemen de reproductie op ware grootte van het origineel van de kaart van Jacob van Deventer44). Het origineel van deze kaart ging in 1945 teniet. De opname is door Van Deventer in de jaren na 1536 geschied. Van de eerste uitgave, die in 1542 in Mechelen verscheen, is geen exemplaar bekend. Maar het hier gereproduceerde exemplaar (vgl. afb. 13), dat van 9 houtblokken is gedrukt en enige latere jaartallen heeft, n.l. in 1556 en 1558, is óf een latere afdruk van de oorspronkelijke houtblokken, óf een zeer getrouwe copie. Dat blijkt o.a. hieruit, dat het wapen van René van Chalons, stadhouder van Holland, die in 1544 sneuvelde, op deze kaart voorkomt. Deze kaart is vooral daarom van belang, omdat dit kaartbeeld de basis voor latere kaarten van Holland is gebleven, tot de moderne stafkaart van Krayen- hoff van omstreeks 180045). De navolgingen op kleiner formaat in atlassen of afzonderlijk uitgegeven geven hetzelfde kaartbeeld. Alleen de versieringen, en 42Zie over de portulanen L. Bagrow. Die Geschichte der Kartographie (Berlin 1951), S. 47-53 en op S. 379 opgave van litteratuur. 43Magnus Gabriël de la Gardie's samling af aldre stadsvyer och historiska planscher i Kungl. Biblioteket. Förtreckning uppratted och försedd med inledning af Isak Collyn. Afzonderlijk gedrukt en gedrukt als bijlage achter Kungl. Bibliotekets Handlinqar, deel 35 (Stockholm 1915). 44) De kaarten van de Nederlandsche provinciën in de zestiende eeuw door Jacob van Deventer. Afgebeeld op ware grootte met een inleiding van B. van 't Hoff. 's-Gra- venhage 1941, folio. Zie verder over de provinciekaarten en de stadsplattegronden van Jacob van Deventer mijn: Jacob van Deventer, keizerlijk-koninklijk geograaf. 's-Graven- hage 1953, met uitvoerige opgave van litteratuur. 45) F. C. Wieder in T.A.G. 35 (1918), blz. 481-484. 61 kleine wijzigingen, zoals de ingepolderde Zijpe, zijn veranderd. Dit kan men zien op de kaarten van P. Kaerius van 159 648) en van Blaeu van 160847). Een betere kartering van onderdelen, n.l. van de Hoogheemraadschappen Delfland, Rijnland en Schieland, geven de kaarten van Floris Balthasars en zijn zoon Balthasar Florisz. van Berckenrode (1610-1615). Van de kaart van Delfland bezit het Rijksarchief een exemplaar als wandkaart; en bovendien de drie kaarten in de vorm van een kaartboek, een van de kostbaarste stukken van de kaartenverzameling van het Rijksarchief48). Grote wandkaarten van Holland, die men soms ziet afgebeeld op schilderijen van Pieter de Hooch en anderen, zijn nu zeldzaam. Het Algemeen Rijksarchief bezit een exemplaar van de grote kaart van Jacob Colom, n.l. een latere afdruk van c. 1720 van Covens en Mortier. Van de eerste uitgave van 1647 zijn slechts enkele exemplaren bekend43). Deze kaart, als wandkaart een monumen taal stuk, metende niet minder dan 160 x 290 cm, gegraveerd op 40 koperplaten, laat duidelijk zien, dat de kwaliteit van de weergave van verschillende ge bieden van Holland zeer ongelijk is. Zijn de grote hoogheemraadschappen, waarvoor men op de kaarten van Balthasar Florisz. van Berckenrode kon teruggaan, wel nauwkeurig, andere delen van de provincie, zoals de Zuid- Hollandse eilanden, waarvoor geen goede voorbeelden ter beschikking stonden, zijn vrij gebrekkig afgebeeld, op de eerste uitgave, en eveneens nog op de herdruk van c. 172 050). Verder zijn er van enige hoofdfiguren uit de geschiedenis van de kartografie van Nederland kaarten aanwezig. Van Cruquius31), die ons ook de fraaie nieuwe kaart van Delfland schonk, een kaart met dieptelijnen van de Merwede beneden Gorkum52). En uit de latere 18de eeuw de reeds genoemde kaarten van de Hattinga's. De oudere en nieuwere stafkaarten van Nederland, van Krayenhoff en lateren, zijn ook elders te raadplegen. Hiermede ben ik dan aan het einde van mijn overzicht gekomen. Ik wijs er nog eens op, dat ik mij vrijwel bepaald heb tot kaarten van Nederland en onderdelen, en dat de even belangrijke zeekaarten en kaarten van buiten Europa bijna niet aan bod zijn gekomen. En dan is de keuze van de Neder landse kaarten niet meer dan een vrij willekeurige, losse greep. Men zou uit de kaartencollectie van het Rijksarchief een tentoonstelling kunnen houden van kaarten van elk onderdeel van Holland, zoals enige jaren geleden een 40Hingman, no. 4144. 47Reproductie op ware grootte van het origineel, in 1950 uitgegeven door de Histo rische Vereniging voor Zuid-Holland onder de zinspreuk „Vigilate Deo Confidents" met een inleiding van mijn hand. 48Zie noot 15. 49) O.a. in Gemeentearchief van Rotterdam als wandkaart en in de Universiteits- Bibliotheek te Amsterdam in atlasvorm. 50) Zie over deze grote wandkaarten van Holland Fockema Andreae's in noot 1 ge noemd boek, blz. 41-42, en F. C. Wieder in T.A.G. 35 (1918), blz. 508, 511 en 705-706. 51) Zie over Cruquius Z. W. Sneller. De landmeter N. S. Cruquius en zijn plan tot doorgraving van den Hoek van Holland anno 1731. Bijdragen Vaderlandsche Geschie denis en Oudheidkunde, 8ste reeks, deel 1 (1939), blz. 256-284, herdrukt in Z. W. Sneller, Rotterdams bedrijfsleven in het verleden. Amsterdam 1940, blz. 185-215. Verder Ramaer in Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VI (1924), kolom 364-366. 52) Hingman, no. 844.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1961 | | pagina 7