98
waren overgebracht, werd aangevat. Voortgezet werd het onderzoek betref
fende de huisvesting van het gemeentebestuur en de -administratie in vroeger
tijd. Tengevolge van een onderzoek naar de geschiedenis van het protestantse
kerkgebouw kwam de archivaris het archief van de Hervormde gemeente op
het spoor, dat aktenboeken bevat van 1649 af; zij bleken als bron voor de
plaatselijke geschiedenis van belang, omdat de resolutieboeken van de magistraat
over grote perioden ontbreken.
In alle betrokken gemeenten werd de hand gehouden aan bijwerking van
de verzameling prentkaarten en foto's. In vervaardiging van de laatste had
de streekarchivaris een actief aandeel.
De Noordelijke Kempen (Streekavchivariaat)Tot archivaris van dit streek-
archivariaat, omvattende de gemeenten Oirschot, Best en Veldhoven, is m.i.v.
1 nov. 1961 benoemd de heer P. Rogier.
BUITENLANDSE ARCHIEVEN
Engeland. De „Keeper of the records" van het Public Record Office onze
algemeen rijksarchivaris), sir David L. Evans is 16 okt. 1960 afgetreden. In
zijn plaats is benoemd S. S. Wilson, onderstaatssecretaris, die in zijn jeugd
korte tijd aan het archief heeft gewerkt. (Der Archivar maart 1961).
De grootmeester van het Engelse archiefwezen, Sir Hilary Jenkinson, is
5 maart 1.1. op 77-jarige leeftijd overleden.
Israël. In nov. 1960 begon aan de Hebreeuwse Universiteit in Jerusalem de
eerste tweejarige cursus voor de vorming van archivarissen onder leiding van
dr. Bein en dr. Albers.
PERSONALIA
Mejuffrouw dr. A. J. Maris, chartermeester I aan het Rijksarchief in
Gelderland, is bij K.B. van 14 januari 1961 bevorderd tot hoofdchartermeester
gerekend van 1 januari 1959.
Mejuffrouw dra. E. H. K o r v e z e e, rijksarchivaris in Noord-Brabant, en
dr. F. Ketner, hoofdchartermeseter aan het Rijksarchief in Utrecht, zijn
benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
De heer F. Hinrichs, hoofd van het bureau Archiefwezen en Ge
schiedenis van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, is met
ingang van 1 januari 1960 bevorderd tot referendaris.
Op donderdag 27 en vrijdag 28 april heeft mr. H. C. Haze winkel
na een ambtsperiode van meer dan 26 jaar afscheid genomen als archivaris
der gemeente Rotterdam.
Het afscheid op 27 april in een der expositiezalen van het archief, door de
Plantsoenendienst met bloemen en planten versierd, had een intiem karakter
en een sfeer van grote hartelijkheid. Namens het personeel van het archief
werd het woord tot de heer en mevrouw Hazewinkel en de aanwezige gezins
leden gericht door de heer Renting, die daarbij wees op de persoonlijke band,
die gegroeid is tussen de scheidende archivaris en het gehele personeel, een
band, die elk op zijn tijd en op zijn wijze heeft ervaren. Door het personeel
99
wordt dit afscheid dan ook niet beschouwd als een heengaan, wel als een
moment, waarop persoonlijke waardering en erkentelijkheid tot uiting kan
worden gebracht. Als blijk hiervan overhandigde de heer Renting enige ge
schenken.
De heer Van der Gaag sprak als oudste ambtenaar enige welgemeende
woorden, gevolgd door de heer Pfeiffer namens de Werkverschaffing voor
Hoofdarbeiders, en de heer Spetter namens enige aanwezige beeldende kunste
naars, die reeds jaren voor het gemeentearchief hebben gewerkt.
In een geestige toespraak bedankte de heer Hazewinkel alle aanwezigen voor
de goede woorden, de aangeboden gschenken en de prettige wijze van samen
werking, waarna een gezellig samenzijn deze gedenkwaardige middag besloot.
In de avond bood het gemeentebestuur aan de heer en mevrouw Hazewinkel
een diner aan, waaraan aangezeten werd door de wethouder voor het Archief,
de heer J. U. Schilthuis, en diens echtgenote, de leden van de archief commissie
en de heer Renting.
Op 28 april in de morgen werd de heer Hazewinkel ontvangen door het
college van burgemeester en wethouders. In de middag had in de zeer bezette
en met bloemen getooide aula van het Museum Boymans-Van Beuningen een
grootse huldiging plaats. Het komt zelden voor dat een scheidend hoofd van
dienst der gemeente Rotterdam op een dergelijke wijze wordt gefêteerd. Als
eerste spreker memoreerde de burgemeester, mr. G. E. van Walsum, de ver
diensten van de aftredende functionaris, die het archief tot een levend orgaan
in de stedelijke gemeenschap had gemaakt, die ook door zijn belangrijke publi
cistische arbeid vele bladzijden der stedelijke historie had opengeslagen.
Mr. Van Walsum deed mededeling van de eervolle benoeming van de heer
Hazewinkel tot officier in de orde van Oranje-Nassau; daarbij werden hem de
bijbehorende versierselen op de borst gespeld.
De gemeentesecretaris, mr. J. C. Knap, sprekend namens de Vergadering
van Hoofden van Dienst, bracht in het bijzonder de uitstekende kwaliteiten
van de heer Hazewinkel naar voren als voorzitter van de Straatnamencommissie,
in welke functie hij blijk had gegeven van veel originaliteit.
Mr. W. F. Lichtenauer bracht in sprankelende bewoordingen de dank over
van de beide Historische Genootschappen en bood uit naam van vele vrienden
en relaties in en buiten Rotterdam een cheque aan, te bestemmen naar eigen
goedvinden, en daarbij een ten gemeentearchieven vervaardigd gedenkalbum
met de handtekeningen dergenen, die spontaan aan deze huldiging hebben
medegewerkt.
De Algemene Rijksarchivaris, mr. H. Hardenberg, richtte zich als woord
voerder van het Nederlands archiefwezen tot de heer Hazewinkel om hem te
eren wegens zijn werkzaamheden op archivistisch gebied, ook in het bestuur
van de Vereniging van archivarissen en als redacteur van het Archievenblad.
De heer Hazewinkel vertolkte zijn gevoelens van dankbaarheid jegens de
gemeente Rotterdam, welke het hem mogelijk gemaakt had vele van zijn
idealen in vervulling te doen gaan, jegens de sprekers voor hun vriendelijke
woorden en jegens de velen, die door hun geschenken en hun aanwezigheid
deze dag voor hem tot een onvergetelijke hadden gemaakt.
In een buitengewoon geanimeerde receptie namen zij, die deze bijeenkomst
hadden bijgewoond, onder wie vele collega's, persoonlijk afscheid van de heer
en mevrouw Hazewinkel.