30
IN MEMORIAM MEJUFFROUW F. A. LE POOLE
IN MEMORIAM A. P. L. M. JANS
Te Leiden is in haar woning aan de Van Slingelandtlaan plotseling op
78-jarige leeftijd overleden mejuffrouw F. A. Le Poole, een zeer bekende
figuur, zo zeer aan Leiden en zijn historie verknocht, dat men, menselijkerwijs,
zou willen spreken van een onlosmakelijke band.
Reeds vanaf 1908, daarin haar vader opvolgend, verzorgde de overledene
de archieven van de Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis aan de
Hogelandse Kerkgracht. Nadat het archief van de Nederlands Hervormde
Kerk alhier op technisch juiste wijze was ondergebracht werd mejuffrouw
Le Poole benoemd als archivaris van deze gemeente.
Van vele verenigingen voornamelijk op historisch gebied was mejuffrouw
Le Poole lid of bestuurslid. Eén vereniging noem ik speciaal: Oud-Leiden.
Vanaf 1937 was zij penningmeesteresse van het bestuur en vele jaren lid van
de redactiecommissie van het Leidse Jaarboekje. Voor deze vereniging was
mejuffrouw Le Poole van grote waarde gezien haar omvangrijke kennis van
Leiden en zijn inwoners. Vele artikelen van haar hand werden in het orgaan
der vereniging gepubliceerd.
Het bovenstaande belicht slechts zeer summier enkele facetten uit het werk
zame leven van iemand, die waardevolle tradities bewaarde en hooghield.
A. J. VERSPRILLE
31
1899—1960
Aloysius Petrus Leonardus Maria Jans werd op 2 mei 1899 geboren te
Roosendaal, waar zijn vader hoofdcommies der invoerrechten en accijnzen
was. Hij was een autodidact, die via de administratie tot het archivariaat is
gekomen. Van 1917-1934 vervulde hij de functie van ambtenaar ter secretarie
te Roosendaal. Sedert 1931 was hij echter reeeds voor enkele dagen per week
gedetacheerd bij het gemeente-archief. In 1936 ging hij volledig naar het
archief over.
Na de oorlog is hij zich gaan voorbereiden op het examen wetenschappelijk
archiefambtenaar der tweede klasse, waartoe hij een stage onder leiding van
de provinciale inspecteur mr. J. P. W. A. Smit doormaakte. Hij behaalde het
diploma op 11 juni 1951, waarna zijn benoeming tot gemeente-archivaris volgde
met ingang van 1 april 1952.
Jans heeft het oud-archief van Roosendaal en Nispen geheel en het nieuw-
archief grotendeels op fiches beschreven. Verschillende nevenfuncties, vooral
die van administrateur der vrijwillige brandweer, hebben de algehele voltooiing
der inventarisatie bemoelijkt. Vele verdiensten had hij voor het Roosendaalse
museum, welke conservator hij vanaf 1936 voortdurend behulpzaam was. Sedert
1958 was hij penningmeester van de Oudheidkundige Kring, terwijl hij in het
Jaarboek van „De Ghulden Roos" een negental artikelen publiceerde. Drie
daarvan handelen over de gilden en één over de Markt.
Grote verdiensten heeft Jans gehad tijdens de tweede wereldoorlog. Zijn
moed en zelfverloochening brachten hem tot grote daden. Zo verschafte hij
bonkaarten, levensmiddelen en kleren aan onderduikers.
Na 1945 maakte hij deel uit van de G.W.O.I.N., het Oorlogsgravencomité
en de Stichting 1940-1945. Van de afdeling Roosendaal dezer Stichting was
hij sedert 1956 voorzitter. Zijn bescheidenheid weerhield hem van het aan
nemen van onderscheidingen wegens zijn bijdrage aan het Verzet. Slechts één
decoratie heeft hij niet geweigerd: de eremedaille in goud, verbonden aan de
Orde van Oranje-Nassau, die hem werd toegekend in 1957 bij zijn 40-jarig
jubileum als gemeente-ambtenaar.
Een hartverlamming heeft op 9 augustus 1960 een einde aan Jans' leven
gemaakt. De Brabantse collegae hebben hem ter laatste rustplaats geleid. Hun
grote opkomst heeft bewezen dat Jans hen sympathiek was.
Drs. F. A. BREKELMANS