132 133 Afl. 2 brengt (p. 127-197) een supplement op de Bibliographie générale de la sigillographie van de hand van mevr. M. Tourneur-Nicodème op een publikatie van Henri Stein van 1932. Zijdelings belang voor ons heeft het artikel van Lambert, La bibliothèque royale de 1559 et son conservateur Viglius van Aytta, over wien ook een bijdrage van R. Desmed: Une version inédite de la biographie latine de Viglius d'Aytta. HET ARCHIEFWEZEN IN FINLAND Gaat het anderen als ons, dan moeten wij constateren dat het archiefwezen in Finland een gesloten boek is. Dank zij een artikel van miss Ida Darlington: „In the rock". A brief account of the National Archives of Finland, verschenen in het Journal of the Society of archivists II afl. 1 p. 34-36, zijn wij in staat hierover het belangrijkste mede te delen. Sinds de 13e eeuw tot 1809, toen het een groothertogdom onder de tsaar van Rusland werd, stond Finland onder Zweeds bestuur. Hoewel het verdrag van dat jaar bepaalde dat alle documenten betreffende het bestuur tot dien zouden worden overgegeven hetgeen de kern uitmaakt van het Finse staats archief hebben de Zweden veel achtergehouden; in de laatste jaren is veel hiervan gemikrofilmd. De stukken uit deze periode zijn gesteld in het Latijn of Zweeds. Bewaard zijn ook fiscale stukken sinds 1583, van groot belang zowel voor lokale geschiedvorsing als voor genealogen. Onder het Russische bewind genoot Finland aanvankelijk zekere autonomie; het land werd namens de tsaar bestuurd door gouverneurs. Uit die periode zijn in het staatsarchief de archivalia dezer ambtenaren en een lange serie correspondentie en petities, gesteld in het Russisch; daarnaast de archieven van de Finse senaat en de departementen sinds 1809, gesteld in het Fins. Bewaard zijn ook de parochieregisters der Lutherse kerk, die 94 der bevolking omvat. Het staatsarchief werd een zelfstandige dienst in 1869, doch kreeg eerst in 1890 een eigen gebouw. Na de verkrijging der onafhankelijkheid i.v.m. Wereldoorlog I werden provinciale archieven gevestigd; een archiefwet kwam in 1939 tot stand, die ook kerkelijke archieven als openbare archieven beschouwt. Het leidend personeel der staats archieven heeft het recht de archieven van alle publiekrechtelijke autoriteiten te inspecteren en aanwijzingen te geven omtrent beheer en over vernietiging van overbodige stukken. Zij kunnen ook overbrenging van stukken, ouder dan 10 jaar, naar staats- of provinciale archieven gelasten. Particuliere en bedrijfsarchieven en die der Lutherse kerk staan niet onder toezicht der staatsarchivarissen doch kunnen in de staatsarchieven worden gedeponeerd. Inzake de ordening vernemen wij het volgende: documents are arranged strictly according to provenance, though the new types of records produced by modern techniques are already causing difficulties. No attempt is made to apply the Dewey or other classification system to archives as hasbeen done elsewhere, e.g. in Holland. De Finse archivarissen worden geacht een m.a. degree te hebben, met Finse en Skandinavische geschiedenis als hoofdonderwerp; zij moeten een speciaal archiefexamen afleggen na twee jaar praktisch archiefwerk, waarvan één op een staatsarchief. Voor de hogere posten is de graad van dr. philosophy of staatswetenschappen vereist. Bewaarplaatsen zijn, als in Stockholm, onder bracht op 10 of 12 m diepte in rotsen, bereikbaar met een lift en trappen, en airconditioned. Eén dezer ondergrondse vertrekken is bestemd voor de berging van mikrofilms. Ook hier hebben de Mormonen ijverig gemikrofilmd. Schr. eindigt haar artikel met de woorden: The underground strongrooms have been criticised in certain quarters as being extravagantly planned. For my part, remembering the financial struggles of the Finns and the difficulties and dangers which beset them, I have only admiration for the way in which they are prepared to spend so much care and effort and money on the preservation of their archives which they regard as an immensely important part of their cultural heritage. Wij kunnen onze archieven een dergelijke veiligheid niet bieden. Maar ook op ander gebied kunnen wij, zoals uit het bovenstaande blijkt, op het Finse archiefwezen niet anders dan jaloers zijn. Archivmitteilungen IX (1959), het tijdschrift van de „staatliche Archiv- verwaltung der Deutschen Demokratischen Republik", bevat in afl. 21) een overzicht van Helmut Lötzke over het Poolse archiefwezen. Uiteraard zijn hierin ook bijzonderheden vermeld over steden als Danzig, die met ons land in nauw contact hebben gestaan. In Polen bestaat nog geen speciale opleiding voor archivarissen. De archivarissen besteden grote aandacht aan het „Schrift gut in den Registraturen", ongeveer 15 a 20 van hun werkzaamheden. De archieven staan voor het onderzoek open tot 1918, zeer vaak zelfs tot 1944 Willi Boelcke, Presseabteilungen und Pressearchive des Auswartigen Amts 1871-1945, behandelt zeer omvangrijke en belangwekkende archieven, vooral in de tijd van het Hitlerregime met zijn propaganda in binnen- en buiten land. Enigszins hierbij aansluitend is het artikel van Hans Dreher, Das Pressearchiv des Berliner Verlags. Het gaat echter hier niet om archieven, maar om verzamelingen van „Presseerzeugnissen Welk een geweldig bedrijf dit in de D.D.R. geworden is, leert ons deze bijdrage. - Interessant is ook Das Deutsche Papiermuseum in Greiz, door Wisso Weiss. Eveneens Anfange ardhivarischer Berufsausbildung in Deutschland. Die „Archivschule in Marburg 1894, door Wolfgang Blöss. In afl. 3 geeft Rudolf Diezei zijn Erfahrungen bei Ordnungs und Verzeich- nungsarbeiten an neuesten Schriftgutbestanden. Als maatstaf moet gelden: voor de fondsvorming het „Provenienzprinzip", voor de structuur der fondsen het meer of minder strenge „Registraturprinzip" voor zover bruikbare registra tuurplannen bestaan; zo niet dan moet de organisatie van het bestuur in aan merking worden genomen en wel de laatste. Fritz Wachter en Karlheinz Blaschke behandelen het probleem van de ordening van kaarten in archieven. Moet hierbij het herkomstbeginsel worden toegepast of mag men andere methoden, b.v. geografische, volgen? Wat de berging betreft geven zij aan hangkasten de voorkeur. -Geschichte und Aufbau des Landeshauptarchivs Sachsen-Anhalt in Magdeburg door Hans Gringmuth-Dallmer is een voorbeeld van de geschiedenis en de methodiek van de opbouw van een archiefdepot in zijn verscheidenheid en eigen aard. Het herkomstbeginsel moet richtsnoer blijven en „Pertinenz" uitzondering. Afl. 4 bevat een hoofdartikel Für eine sozialistische Archivarbeit, waarin x) Afl. 1 is niet ontvangen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1960 | | pagina 19