88
„nieuw-archief" (1816-1922) is rekening gehouden met het inventaris-schema
behorende bij de richtlijnen voor de verzorging van de gemeentearchieven
daterende van na 1813, uitgegeven door de Ministers van Binnenlandse Zaken
en van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen op 28 december 1949. De
voornaamste afwijkingen welke de bewerker zich veroorloofd heeft betreffen
de stukken en seriën van bijzondere aard. Het schema, dat immers voornamelijk
bestemd is voor secretarieambtenaren die met inventarisatiewerkzaamheden
worden belast, gaat daarbij uit van het stelsel van de Vereniging van Neder
landse Gemeenten. De bewerker daarentegen heeft blijkbaar aansluiting ge
zocht bij de in de negentiende eeuw meer gebruikelijke rangschikking zoals
deze in de gemeenteverslagen en, bij grote gemeenten, in de organisatie van
de secretarie tot uitdrukking komt.
Ongetwijfeld terwille van de overzichtelijkheid is dit ordeningsschema pas
send gemaakt voor het „oud-archief" (1580-1815). Daardoor geeft de inven
taris geen duidelijk beeld van de organisatie van het oude stadsbestuur. Ge
geven de geringe differentiatie in de oude orde is het de vraag of dit anders
had gekund zonder in talrijke verwijzingen te vervallen.
Het gemeentebestuur van Dokkum verdient lof voor het financieren van
deze uitgave, welke, keurig gedrukt en van een aantrekkelijk omslag voorzien,
de belangstelling voor Dokkums bewogen geschiedenis zeker zal aanwakkeren.
J. GESELSCHAP
Aufbau und Entwicklung des Archivwesens der Deutschen Demokratischen
Republik. Berlin-Wilhelmsruh 1959.
Deze brochure van 80 bladzijden is uitgegeven ter gelegenheid van het 10-jarig
bestaan der D.D.R.
In hoofdstuk I wordt een overzicht gegeven van de verliezen welke de
archivalia op het gebied der D.D.R. tijdens de tweede wereldoorlog hebben
geleden. Verloren gingen de bescheiden in de „Zweigstelle Suiza des Staats-
archivs Potsdam", het „Heeresarchiv" in Potsdam en Schleiz, het „Reichs-
archiv" voor ruim 50 en een groot deel van het „Brandenburgische Pro-
vinzialarchiv". In de „Auslagerungstellen", waar dus de belangrijkste archieven
geborgen waren, ging 7 verloren van het „Hauptstaatsarchiv" in Dresden
en kleinere percentages van het „Staatsarchiv" in Magdeburg, het „Geheime
und Hauptarchiv" in Schwerin, het „Reichsarchiv", het „Geheime Staatsarchiv"
en het „Brandenburg-Preussische" Hausarchiv".
Aanzienlijker nog waren de verliezen in de stadsarchieven. Ook het „Univer-
sitatsarchiv" Leipzig is zwaar beschadigd.
In hoofdstuk III wordt de ontwikkeling van het archiefwezen sinds de
stichting van de D.D.R. in 1949 beschreven. Dit archiefwezen is een „organi
sche Einrichtung des Arbeiter-und-Bauern-Staates, der zur Sicherung der Ar-
chivalien und zu ihrer allseitigen Erschliessung die zentrale Archivorganisation
geschaffen hat" (blz. 38). Bij het „Ministerium des Innern" is een hoofdafdeling
„Archivwesen", onderverdeeld in afdelingen voor het „Staatliche Archivwesen",
het „Archivwesen der Wirtschaft" en een „Hauptreferat Ausbildung". De
„Verordnungen und Anordnungen über das Archivwesen" zijn in een aan
hangsel opgenomen. In een verordening van 13 juli 1950 wordt als „Archivgut
opgegeven: „Urkunden, Akten, Briefe, Handschriften, handschriftliche Samm-
lungen, Tagebücher, Rechnungen, Statistiken, Karteien, Risse, Karten, Plane,
89
Zeichnungen, Bilder, Siegel, Postwertzeichen, Münzen, Zeitungen, Plakate,
Aufrufe, Proklamationen, Fotokopien, Negative und Positive von Lichtbild-
aufnahmen und Filmen, Tonschreibmaterial, Verzeichnisse solchen Archivguts
und andere archivalische Hilfsmittel sowie sonstige Schriftstücke aller Art, die
über die Gegenwart hinaus dokumentarischen und historischen Wert besitzen
oder sonst öffentliches Interesse haben".
Interessant voor ons zijn de „Verwaltungsarchiven". Alle „Verwaltungen"
moeten nl. „zur Sammlung, Sicherung und Nutzbarmaohung des im laufenden
Geschaftsgang einer staatlichen Verwaltungsstelle nicht mehr benötigten Schrift-
gutes ein Verwaltungsarchiv (zentrale Altregistratur)inrichten. „Ausserdem
nimmt das Verwaltungsarchiv alles auf das Aufgabengebiet und den Geschafts-
bereich dieser Verwaltung sich beziehende sonstige Schriftgut auf, soweit
es aufbewahrenswert ist".
In deze „Verwaltungsarchiven wordt het „Schriftgut geordnet, gesichert
und nutzbar gemacht (Anlage)". „Das Schriftgut verbleibt in den Verwaltung-
archiven bis zum Ablauf der festgesetzten Aufbewahrungsfristen bzw. bis zur
Abgabe an das Deutsche Zentralarchiv oder an die zustandigen Landes-
archive „Verantwortlich für die ordnungsgemasse Leitung des Verwaltungs-
archivs ist der Verwaltungsarchivar; dieser ist je nach der Grosse des Archivs
haupt- oder nebenamtlich tatig und understeht als solcher der Verwaltungs-
leitung unmittelbar".
Naast de wetenschappelijke archivarissen kent men in de D.D.R. „Diplom-
arohivare te vergelijken met onze tweedeklassers.
De staats- en landsarchieven zijn openbaar; speciale machtiging is nodig
voor de inzage van de centrale rijks- en Pruisische archieven na 1867 en
voor archivalia na 9 november 1918 ontstaan.
In het middelpunt der onderzoekingen staan de geschiedenis der Duitse ar
beidersbeweging, de uitwerking der Russische revoluties van 1905-1907 en 1917
op Duitsland, de techniek en landbouw en de „demokratische Bodenreform"
na 1945.
Aan het slot van het 'boekje is een adressenlijst opgenomen van de centrale
en landsarchieven. w. J. FORMSMA
Georges Despy, Inventaire des archives de l'abbaye de Villers. Tome I,
Ire Série. Abbayes et chapitres, Inventaire Analytique des Archives Ecclésias-
tigues du Brabant. Archives Générales du Royaume. Blz. XV 390. 1959.
Het Belgische Rijksarchief zal een nieuwe serie inventarissen uitgeven. Het
uitgangspunt is daarbij, dat de geschiedschrijving op het ogenblik vraagt om
„repertoires d archives en profondeur Ongetwijfeld op grond hiervan bestaat
het grootste gedeelte van de inhoud van deze inventaris uit vrij uitvoerige
regesten en zeer gedetailleerde indices. Ook de 17de en 18de eeuwse actes zijn
in regestvorm opgenomen.
Voor ons land van speciaal belang zijn enkele gegevens uit de 13de eeuw
over de familie van Breda en in het bijzonder drie originele zegels van dit
geslacht van 1227, 1228 en 1277. Het aan de abdij Villers toebehorende bezit
Schooten lag vlak aan de Nederlandse grens. Overigens was er geen contact
met Holland en Utrecht. De abdij bezat een tiendrecht in Rodegooy, dat in
Holland moet hebben gelegen, maar dat ik evenmin als de bewerker kon
thuisbrengen.