78
's-Hertogenbosch is nog niet geheel compleet. In Friesland wordt een (nieuwe)
inventarisatie voorbereid. De fichering dezer archivalia werd in Utrecht met
kracht voortgezet (zie p. 80). In Noord-Holland werd het kopiëren van
elders berustende „kerkregisters" voortgezet. Vermeldenswaard zijn verder
opmerkingen over de onderzoekingen van dr. G. Piccard te Stuttgart over
watermerken tot het midden der 16e eeuw (pp. 11 en 57), de mededeling dat
de inventarissen van grote fondsen bij het drukken voorrang hebben op de
kleine, de personeelsformatie en de waarde van de kijk der psychologische
adviesbureaux op de vereisten voor een archief loopbaan. Daarvoor moge naar
de Verslagen zelf worden verwezen.
De archiefgebouwen zijn een voorwerp van aanhoudende zorg voor de helft
der rijksarchivarissen geweest. De hulpbewaarplaats van het A.R.A. te Schaars-
bergen kwam ter beschikking en plannen voor verdere inrichting waren in voor
bereiding; het laat zich evenwel aanzien dat zij voor een noodoplossing, wat
de bunker nu eenmaal in feite is, te kostbaar zullen zijn. Bovendien wordt de
bouw van een nieuwe algemene archiefbewaarplaats te 's-Gravenhage steeds
urgenter. In Noord-Brabant zijn de plannen voor een nieuw gebouw geen
stap verder gekomen, terwijl het toch zeer wenselijk geweest ware dat althans
een terrein hiervoor gereserveerd was, daar de gemeente 's-Hertogenbosch
druk bezig is met uitbreidings- en saneringsplannen. In Middelburg schenen de
vooruitzichten op nieuwbouw gunstiger, maar opnieuw werd uitstel aange
kondigd. De rijksarchivaris in Drente klaagt dat in de plannen voor de bouw
van een nieuw provinciehuis, waarvan de verwezenlijking tot ontruiming van
het thans voor museumdoeleinden verhuurde benedengedeelte van het gebouw
zou leiden, weinig voortgang kwam. De rijksarchivaris in Gelderland echter
kon een optimistisch geluid laten horen: er is reden aan te nemen dat in 1959
met de 'bouw van een nieuw archief gebouw zal worden begonnen1). Gecom
pliceerd is de situatie in Friesland. Aan de mogelijkheid dat het kanselarij
gebouw thans ten dele bij het rijksarchief in Friesland, ten anderen dele
bij de Prov. Bibliotheek van Friesland in gebruik uitsluitend voor deze
laatste instelling beschikbaar zou komen en een nieuw rijksarchiefgebouw,
eventueel ook dienend voor het archief der gemeente Leeuwarden, zou worden
gesticht, is alle grond ontvallen nu het provinciaal bestuur tot nieuwbouw ten
behoeve der bibliotheek besloot. Over 4 of 5 jaar komt dus de bovenverdieping
van de kanselarij vrij. „Voor wie er van uitgaatzegt de rijksarchivaris, „dat
de kanselarij geschikt is om ook in de toekomst als archiefbewaarplaats te
blijven dienen, is het ruimteprobleem dan een stap nader tot zijn oplossing
gekomen. Dit is echter niet het standpunt van de beheerders van het gebouw
gedurende de laatste 25 jaar En verder: „Het 16e-eeuws gebouw, waaraan
geen ingrijpende veranderingen mogen worden aangebracht, valt niet geschikt
te maken als archiefbewaarplaats. Een principiële beslissing over de uiteinde
lijke bestemming van de kanselarij is dringend gewenst
De inventarisatiearbeid werd met kracht voortgezet. De definitieve tekst
van de inventaris van de archieven der Staten-Generaal kwam door een
samenloop van omstandgheden nog niet gereed; de rijksarchivaris hoopt deze
c. 20000 nrs tellende inventaris in 1959 te voltooien. T.a.v. het zgn. koloniaal-
x) Wij herinneren er aan dat de rijksarchiefgebouwen in Gelderland en Zeeland
oorlogsslachtoffers zijn.
79
archief werd het grootste deel van de tijd opgeëist voor de vele, soms zeer
uitvoerige, inlichtingen, waarvan enige tot langdurige, maar belangrijke onder
zoekingen aanleiding gaven; in de overblijvende tijd is de beschrijving voortgezet
van losse stukken van de Kamer Amsterdam der V.O.C. Een begin werd ge
maakt met het controleren van de vroeger gemaakte beschrijving der series
gebonden delen. De in 1953 afgebroken ordening en beschrijving van het
familiearchief Fagel werd hervat; zeven onderdelen kwamen gereed. T.a.v. de
archieven van Francois Fagel de oude, griffier der Staten-Generaal, en van
diens opvolger Hendrik Fagel de oude bleek vermenging over en weer; de
oorspronkelijke organisatie van diens archief kon grotendeels worden hersteld.
Met de herordening van het familiearchief Thorbecke werd goede voortgang
gemaakt. Bij de nieuwe beschrijving van de losse aanwinsten der 2e afd.
kwam het archief der familie Cremers te voorschijn; de belangrijkste stukken
zijn die van mr. E. J. J. B. Cremers, in de jaren 1864-1866 minister van Buiten!.
Zaken. In verband met de bij het Bureau der Rijkscommissie voor Vad.
Geschiedenis aangetroffen bescheiden betreffende Groen van Prinsterer, die
daar via prof. Gerretson terecht waren gekomen, werd hiervan een beschrijving
gemaakt, benevens van een verzameling-Groen, die nog onbeschreven bij de
rest was aangetroffen. Een aanvang werd gemaakt met de beschrijving van
het familiearchief Pauw van Wieldrecht. Begonnen werd met de inventarisatie
van het 1000 strekkende m. omvattend archief der Algemene Rekenkamer. Met
de ordening en beschrijving van de stamboeken van Marine van vóór en na
1813 werd een aanvang gemaakt. Bij de derde afd. werd de beschrijving
van het archief van de raadpensionaris Gaspar Fagel voortgezet en in aan
sluiting hiervan een aantal series van het archief der Staten van Holland. Met
de ordening en beschrijving van het archief der grafelijkheidsrekenkamer konden
sleéhts geringe vorderingen worden gemaakt, daar de bewerker door andere
werkzaamheden te zeer in beslag werd genomen. De inventaris van het archief
der heerlijkheden St-Adolfsland, anders genaamd Ooltgensplaat en Den Bom
mel, werd voltooid. Een begin werd gemaakt met de ordening van het huis
archief Offem. Ontdekt werd dat de charters Van Adrichem-Van Assendelft,
in 1862 door het A.R.A. verworven, afkomstig zijn uit het sterk verspreide
familiearchief Van Mat'henesse. Bij de Hoge Raad van Adel, waar het leeuwen
deel berust, neemt men terecht het standpunt in dat de ideële eenheid van dit
archief gehandhaafd dient te worden door de verspreide bestanddelen in één
inventaris te beschrijven. De ordening van de registers B.S. 1843-1882
kwam gereed; een aanvang werd gemaakt met het kopiëren van ontbrekende
tienjarige tafels. Het indiceren van doopboeken van het Zuidhollandse platte
land 1695-1795 maakte goede vorderingen.
In de provincies werd de bewerking der bestuursarchieven voortgezet. In
Gelderland vorderden de werkzaamheden aan het 'hertogelijk achief. Met de
gemeentearchivaris van Nijmegen werd een ruil van archiefstukken voorbereid;
lukt deze dan zal het mogelijk zijn het archief der Staten van het Nijmeegse
kwartier en hun gedeputeerden op bevredigende wijze te reconstrueren. In
aansluiting hierop zal dan de beschrijving van de archieven van het Zutfense
en het Arnhemse kwartier kunnen volgen. De rijksarchivaris in Zeeland
voltooide de voorlopige beschrijving der stukken betreffende de militaire
aangelegenheden van het prefectuurarchief; hij deelt belangwekkende bijzon
derheden mede over de drie divisies, maar voegt er aan toe dat het niet