48 Curacao enz. In de daarvoor ingestelde commisie heeft o.a. zitting mr. H. Har- denberg, Algemeen Rijksarchivaris. RIJKSARCHIEVEN Rijksarchief in Gelderland. Aan de heer J. Willemsen is met ingang van 15 februari 1960 op zijn verzoek eervol ontslag verleend als binder A. Rijksarchief in Overijsel. De heer F. M. Hendriks is, te rekenen van 1 januari 1959 af, bevorderd tot hoofdarchivist. GEMEENTE- EN WATERSCHAPSARCHIEVEN Amersfoort. In zijn tweede verslag (1958) zet de archivaris zijn principiële plannen voort. Hij wijst i.v.m. de plannen voor de bouw van een nieuw raadhuis er op dat voor de toekomst de behoefte aan bergruimte van het oud-archief niet onderschat mag worden. Archieven van de 19e en 20e eeuw zullen dan kunnen worden overgenomen; diverse rijksarchieven zullen dan in bewaring worden gegeven. -De materiële verbetering der archieven zal eerst in haar volle omvang aan de orde komen als de inventarisering is afgesloten. Talrijke banden, door vorige archivarissen tezamengebracht en collectief be schreven, zullen uit elkaar moeten worden gehaald en genoemde stukken in omslag opnieuw geborgen. Hoever echter deze ingreep zal moeten gaan kan eerst worden beslist wanneer het gehele oud-arohief zal zijn beschreven. Bij de voortzetting daarvan kwamen vele stukken aan het licht, die in de bestaande inventaris niet worden vermeld of die in de collectieve nummers voornoemd niet voldoende tot hun recht komen. De legesverordening werd herzien en aangepast aan de aard van een oud-archief; zij zal aldus worden toegepast dat voor nasporingen, afschriften enz. t.b.v. „zuiver wetenschappelijk" onder zoek geen leges worden geheven. Daaronder kunnen worden begrepen alle navorsingen behalve genealogische, die uitsluitend t.b.v. een bepaalde persoon of familie worden verricht. Arnhem. Het verslag over 1958 vermeldt dat nog steeds van enkele ge meentelijke diensten en bedrijven de archiefbescheiden van vóór 1925 niet zijn overgenomen; ruimtegebrek is daarvan één der oorzaken. Op een verzoek van B. en W. aan de hoofden der openbare onderwijsinstellingen kwamen nagenoeg geen reacties. Aan het Instituut voor middeleeuwse geschiedenis van de Rijksuniversiteit te Utrecht werd door de gemeente een subsidie ver leend voor de uitgave der middeleeuwse stadsrekeningen de oudste dateert van 1353 onder leiding van dr. W. J. Alberts. De klappering der trouw- en begraafboeken werd voortgezet, die op registers van volkstelling 1800 en 1813 voltooid. Tienjarige klappers op de jaarklappers der gedrukte raadsverslagen werden opgezet. Enige kleine archieven werden gedeponeerd. 's-Gravenhage. Tegelijkertijd verschenen de jaarverslagen over 1957 en 1958, thans gecyclostileerd. Over eerstgenoemd jaar wordt vermeld dat toen tijdens een hevig onweer de bliksem in de windwijzer op de topgevel van het gebouw sloeg dit elke beveiliging tegen blikseminslag bleek te missen; met voortvarendheid werd daarop een voorziening getroffen. In 1958 werd door het aanbrengen van buislampen de verlichting verbeterd; ook de brandblus- apparaten werden vernieuwd. Na de verschijning van de inventaris 1813-1815 werd een begin gemaakt met de bewerking der periode 1816-1851. De inventarisatie van het archief der v.m. gemeente Loosduinen 1811-1923 49 werd voltooid. Geinventariseerd werd mede het familiearchief Bosboom, 1779-1941, dat ten geschenke was ontvangen; evenzo dat van het schilder kunstig genootschap Pulchri Studio en de daarbij behorende collectie-Har- denberg. Een beredeneerd overzicht van de inhoud van het archiefdepot is in vergevorderde staat van voorbereiding. De indicering en beschrijving der Haagse zetels werd voortgezet, evenals het onderzoek naar het costumiere recht van Den Haag. De indicering der notariële protocollen werd vervolgd; de alfabetisering van de trouwklapper werd bewerkt voor de letters I-Q. Van het Algemeen Rijksarchief werd in bewaring ontvangen het archief van het Haagse kantongerecht 1838-1936. Belangrijke aanwinsten werden verkregen voor de historisch-topografische prentverzameling. Rotterdam. Op maandag 25 januari 1960 herdacht mr. H. C. Hazewinkel het feit dat hij 25 jaar geleden werd benoemd tot archivaris der gemeente Rotterdam. De archivaris, die in een te ver gaande bescheidenheid de wens te kennen had gegeven dat aan dit ambtsjubileum zo weinig mogelijk aandacht zou worden gewijd, ontkwam toch niet aan een huldiging door het personeel. In de feestelijk versierde expositiezaal van het archief werden de heer en mevrouw Hazewinkel met hun gezin bij monde van de conservator, de heer R. A. D. Renting, door het personeel geluk gewenst, waarbij een geschenk werd aangeboden. Naderhand had in dezelfde zaal een receptie plaats van een aantal genodigden, onder wie behalve wethouder Schilthuis zich vele vooraanstaande Rotterdammers bevonden. De gehele ontvangst had een zeer geanimeerd verloop. Op 31 december 1959 nam de heer H. Hoekstra, benoemd tot archivaris van de Gereformeerde Kerken in Nederland, afscheid van het gemeente archief, alwaar hij jaren lang in het bijzonder de administratie heeft behartigd. De archivaris, mr. H. C. Hazewinkel, sprak de scheidende ambtenaar toe en prees diens verdiensten, hem daarbij namens het personeel een geschenk over handigend. Aangezien het archief van de Synode van de Geref. Kerken voor lopige huisvesting is verleend in het Rotterdamse archiefdepöt, blijft ook de heer Hoekstra aldaar zijn nieuwe functie vervullen. In zijn plaats is aangesteld in de rang van klerk de heer B. Elenbaas met ingang van 1 februari 1960. Op 10 februari 1960 werd door wethouder J. U. Schilthuis de gemoderni seerde en thans zeer doelmatige studiezaal voor het publiek geopend verklaard. Langs de wanden zijn honderden deeltjes met fiches geplaatst, waarop de gegevens uit de retroacta van de Burgerlijke Stand in alfabetische volgorde staan vermeld. Voor de genealogen is op deze wijze de studiezaal tot een zelfbedieningszaak geworden, terwijl mede daardoor aan de dienstdoende amb tenaren veel tijdrovend werk, bestaande in het halen van de gevraagde fiches uit het depót, wordt bespaard. Schiedam. Nu in de loop van 1958 de plannen van de bouw van een nieuw stadhuis vaster vorm beginnen aan te nemen kreeg de archivaris blijkens zijn verslag weer hoop dat ook voor het archief betere dagen zouden aanbreken. De indicering van de notariële protocollen na 1650, van de oude transport- registers en van de serie dagbladen werd voortgezet; door de afd. Documentatie werden ook dit jaar uit de plaatselijke pers ten dienste der secretarie die artikelen en berichten verzameld, die daarvoor in aanmerking kwamen. Tilburg. In het kader van de nieuwe inventarisatie van het 19e eeuwse archief werd in 1958 een groot aantal archiefstukken betreffende het arm wezen geordend en beschreven die destijds waren achtergebleven in het oude

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1960 | | pagina 28