KRONIEK
258
Hudson-herdenking, een publicatie van de hand van dr. Hart verschijnen over
de voorgeschiedenis van de Compagnie van Nieuw-Nederland, welke eveneens
uitsluitend op tot nu toe onbekende notariële akten berust.
Maar alles bij elkaar genomen zijn er tot nu toe toch niet veel meer dan
enkele duizenden akten gepubliceerd. De hoeveelheid onbekende historische
gegevens, welke nog in de resterende miljoenen akten verborgen moeten zijn,
onttrekt zich eenvoudig aan ons voorstellingsvermogen.
Zo zouden bijvoorbeeld ook de gegevens uit het zwaar geschonden oude
rechterlijke archief van de stad, waarvan namelijk alle losse stukken zijn
verdwenen, voor een aanzienlijk deel uit deze notariële akten kunnen worden
aangevuld, omdat verschillende notarissen ten behoeve van de Hoofdofficier
van de verklaringen van partijen, zowel in civiele als criminele zaken, officiële
akten opmaakten de dusgenaamde attestaties.
Het bijzonder grote bezwaar voor al dergelijke onderzoekingen echter is de
moeilijke toegankelijkheid dezer protocollen doordat elke notaris de akten,
welke hij dagelijks passeerde, natuurlijk chronologisch achter elkaar inschreef
met het gevolg dat thans in één zo n deel alle mogelijk denkbare onderwerpen
elkaar in de meest bonte verscheidenheid afwisselen.
Sedert enige jaren wordt met behulp van een aantal werkstudenten getracht
aan dit euvel enigszins tegemoet te komen door het vervaardigen van een
kaartsysteem op de in de notariële akten behandelde onderwerpen. Dat dit
echter een werk van zeer, zeer lange adem is hoeft geen betoog.
Om als hulpmiddelen bij het archiefonderzoek te dienen beschikt de Archief
dienst tevens over de meest volledige Historische bibliotheek betreffende de
hoofdstad en over het Topografisch Prentenkabinet, dat de uitgebreidste ver
zameling van Amsterdam in beeld bevat.
Ik hoop dat ik er in dit korte tijdsbestek in geslaagd mag zijn om Uwe
Majesteit en Uwe Koninklijke Hoogheid ervan te overtuigen dat het archief
der hoofdstad niet slechts de hoeksteen der gemeente-administratie is en als
zodanig van groot practisch nut, doch ook een zeer aanzienlijk wetenschappelijk
belang vertegenwoordigt, zodat het als het historisch laboratorium van onze
Universiteit kan gelden en tenslotte dat Amsterdam in zijn 17e en 18e eeuwse
notariële protokollen een uniek cultuurmonument van de eerste rang bezit,
waarop het bijzonder trots kan zijn, omdat het zijn weerga in de gehele
Westelijke wereld niet vindt.
Ik dank Uwe Majesteit en Uwe Koninklijke Hoogheid zeer voor Uw ge
waardeerde aandacht.
W. F. H. OLDEWELT
259
BUITENLANDSE ARCHIVISTISCHE LITERATUUR
III
Der Archivar. 1958 afl. 1 brengt een uitvoerig artikel: Betriebsarchive-Be-
triebsarchivalien-Betriebsarchivare, van dr. E. Neusz, een voordracht, gehouden
op het tweede Seminar für Werkarchivare in nov. 1956. Zoals men weet is
deze tak van het archiefwezen in de D.D.R. tengevolge van de daar vigerende
politieke denkbeelden reeds stevig op poten gezet, en voor ons, die onder een
gans ander bestel leven, slechts van zijdelings belang. Wij kunnen hen, die
hierin belang stellen, dan ook naar de afl. verwijzen. Hieraan sluit een voor
dracht van Werkarchivar dr. J. Studtmann aan: Die Werkarchive im Rahmen
des deutschen Archivwesens. Dr. H. Kownatzki, stadsarchivaris van Keulen,
geeft beschouwingen over „Misstande der stadtischen Archivverwaltung" ten
beste. Hoewel ook voor ons niet zonder nut, de Duitse verhoudingen liggen
toch zo geheel anders dan de onze dat wij ons onthouden van een referaat.
Kirchenrat dr. R. Jauernig draagt ..Gedanken zum kirlichen Siegelwesen
bij. In het kader van de behandeling der „Archivverordnungen und -richt-
linien im Gebiet der deutschen Bundesrepubliek" geeft Gisela Simon een over
zicht van verordeningen en richtlijnen der Evangelische Kerk. M. Ernst
brengt, onder de titel: Die Strafor-Sneed-Bausysteme, ,,neuzeitliche Erfahrun-
gen in Bau und Einrichting von Bibliotheken und Archiven", toegelicht door een
aantal afbeeldingen; horribel1), maar uiterst zakelijk. Naar het schijnt overigens
meer bruikbaar voor bibliotheken dan voor archieven.
In afl. 2 worden twee overleden collegae herdacht: Hermann Entholt (f sept.
1957), oud-Staatsarchivdirektor te Bremen, en Bernhard Vollmer (f maart
1958), id. te Düsseldorf en stichter van de Verein Deutsche Archivare en
van het tijdschrift. Opgenomen is, in vertaling, de toespraak die paus
Pius XII in nov. '57 heeft gehouden tot de eerste bijeenkomst der Assoziazione
Arohivistica Ecclesiastica, waarin belangrijke momenten in de ontwikkeling
van het Vaticaanse archiefwezen werden behandeld: m.n. het werk der pausen
Pius V en Sixtus V in de 16e eeuw, Clemens VIII, die de vorming van een
pauselijk geheim-archief heeft voorgenomen, Paulus V, die het heeft verwezen
lijkt; in 1881 werd dit door Leo XIII voor de wetenschappelijke vorsers open
gesteld. Uitvoerig wordt stil gestaan bij de gestie van Benedictus XIII, wiens
bul: Maxima Vigilantia (14 juni 1727) bescherming der archieven vacante sede
beoogde. Tenslotte wees Z.H. op de samenvoeging der pauselijke archief
bestanddelen in een centraal archief. Van dr. Lisa Kaiser, Archivratin bij
het Statistisches Bundesambt, een artikel: Vom Nutzen und Nachteil statis-
tischen Materials, mit den Augen anderer Lander gesehen; behandeld wordt
de verhouding archiefdienst bureau voor de statistiek, met de opmerkelijke
ondervinding dat naarmate laatstgenoemde meer gecentraliseerd is, te minder
aan eerstgenoemde is en wordt overgedragen. In Nederland is in 1950 een
Men ziet bv. een kapel laten wij hopen dat het pseudoromaans is met
betonvloeren-door-de-pilaren-heen geadapteerd voor het produceren van een maximum
aan ruimte. W ij zijn nog niet dieper gevallen dan verlaging van een zaalhoogte met
20 cm (v.m. kapittelzaal Abdij Middelburg maar daaraan viel dan ook een uniek
éénpijlergewelf ten offer!