222
223
van de Chambre Mi-Partie, die de deling van de Landen van Overmaas in
1661 voorbereidde, de stukken over het verdrag van Fontainebleau in 1785,
een documentatie over de rechten van het Oostenrijks bestuur in het Over-
kwartier, doch ook dossiers over de pretenties van de miniatuurstaatjes Thorn,
Elsloo, Geleen en Wittem, over roverbenden, eilandjes in de Maas en de vast
stelling der grenzen van een groot aantal Limburgse dorpen.
Wat tenslotte wij bepalen ons tot enkele voorbeelden de rechtspraak
betreft, processen gevoerd voor het Hof te Roermond konden ondanks alles
in bepaalde gevallen tot de Grote Raad van Mechelen doordringen; voor de
Landen van Overmaas, na 1661 nog alleen voor het Spaans-Oostenrijkse ge
deelte, zijn wij aangewezen op de procesdossiers van de Souvereine Raad van
Brabant te Brussel, waar reformatie kon worden aangevraagd van de vonnissen
door de Hoven van Justitie van Valkenburg. Dalhem en Hertogenrade gewezen.
Komen voor de geschiedenis tot 1795 van de Limburgse landen welke be
hoorden tot de Bourgondische Kreits, tot de zeventien Nederlandse gewesten
derhalve, voornamelijk Rijssel, Arnhem, s-Gravenhage, 's-Hertogenbosch en
Brussel in aanmerking, voor de gebiedsdelen van de Westfaalse Kreits, de
Rijkslanden, is het Staatsarchief te Düsseldorf van bijzonder belang. Hier be
vinden zich immers de archieven van de hertogdommen Gulik en Kleef en
die van het Departement van de Roer, waarbij, zoals wij weten, een aanzienlijk
gedeelte van Limburg is ingelijfd geweest. Terwijl de registers van de schepen
en laatbanken in het Guliks gedeelte van Limburg, de streek nl. rondom Sittard,
de dorpen Melik-Herkenbosch en Tegelen, en van het Kleefse Gennep ten
slotte op de plaats waar zij thuis behoren, de Rijksbewaarplaats te Maas
tricht, zijn beland, blijven de archieven te Düsseldorf van de landelijke bestuurs
lichamen zoals de Staten, de Geheime Raad, de Rekenkamer en de Hoven
van Justitie in Gulik en Kleef een onontbeerlijk complement zowel voor de ge
westelijke geschiedenis als voor de lokale historie van de bovengenoemde
plaatsen. Ook hier kunnen wij slechts enkele punten aanstippen. Het archief
van de Geheime Raad van Gulik belicht op belangrijke punten de Gelderse
Successieoorlog van 1543, de krijgsbedrijven tussen Maas en Rijn in de tachtig
en dertigjarige oorlogen, de erfstrijd tussen Brandenburg en de Paltsgraaf over
de landen Kleef, Gulik, Berg, Mark en Ravensberg na de dood van de zwak
zinnige hertog Johan Willem in 1609. De tollijsten van Urmond, als bijlage
bij de domeinrekeningen gevoegd, lichten ons in over de handel op de Maas
tussen 1650 en 1750, de correspondentieliassen over de opkomst van de Her
vorming in het hertogdom. De rekeningen van de Kleefse domeinen geven tal
van bijzonderheden over het stadje Gennep o.a. over de bouw van het stadhuis.
De archieven van het Pruisisch Óverkwartier, die eveneens te Düsseldorf wor
den bewaard, bevatten, juist omdat zij de neerslag vormen van de Pruisische
organisatiewoede in de 18e eeuw, een schat van gegevens over de Peel en
incidentele kwesties zoals de veerdienst over de Maas bij Venlo.
De vrede van Fexhe in 1316 gesloten tussen bisschop Adolf van der Mark
en de Luikse stedenbond neemt in de geschiedenis van het prinsbisdom even
eens een Rijksland en niet behorend tot de Nederlandse gewesten dezelfde
plaats in als de Blijde Inkomst in Brabant. Het feit, dat het enig overgebleven
exemplaar van dit belangrijk charter in het Stadsarchief van Maastricht wordt
bewaard") is een illustratie van de nauwe historische en archivistische betrek
kingen met Luik. In deze laatstgenoemde stad berusten in het depot van het
bisdom de archieven van het diocees en van zijn onderdelen, de aartsdiakonaten
Hespengouw en Kempenland, die tot 1559 nagenoeg geheel Limburg, na dat
jaar nog een groot gedeelte ervan omvatten; het Rijksarchief te Luik bewaart
de archieven van de centrale bestuurscolleges van het vorstendom Luik, het
voormalig hertogdom Limburg en het Land van Dalhem.
Een categorie waarvan een gedeelte zich op vaak nog onbekende plaatsen
in het buitenland bevindt, vormen de archieven van de hoge heerlijkheden,
waaronder die van de vrije Rijksheerlijkheden een bijzondere plaats innemen.
De registers en bescheiden van de gemeentelijke instellingen de schepen
banken en burgemeesters berusten thans grotendeels in Maastricht, doch
vele heerlijkheidsarchieven in eigenlijke zin moeten wij, in de huisarchieven van
de laatste eigenaars, over de grenzen zoeken. Deze archieven, die gegevens
over de overgang van Limburgse kastelen en dorpen van het ene geslacht op
het ander en tal van genealogische bijzonderheden bevatten, zijn intussen van
grote betekenis en geven soms aanleiding tot de meest onverwachte vondsten.
Een geschiedenis van Hoensbroek b.v. is niet te schrijven zonder het huis
archief op kasteel Haag bij Geldern te raadplegen.15) Het archief van de graven
van Schaesberg is op slot Tannheim in Würtemberg,10) dat van het geslacht
Van den Berg-Trips, dat door zijn bezittingen en ambten in Zuid-Limburg een
grote rol heeft gespeeld, is in huis Hemmersbach bij Keulen1') verzeild ge
raakt, terwijl in het bekende kasteel Beloeil in Henegouwen het familiearchief
van de prinselijke De Ligne's, in de 18e ee uw graven van Geleen en Amsten-
rade, wordt bewaard.18) In ons land memoreren wij als een enkel voorbeeld
het door mr. Van Schilfgaarde geïnventariseerde archief van het Huis Bergh te
's-Herenberg,in) dat in Limburg de heerlijkheden Stevensweert, Buggenum en
Well in bezit heeft gehad en o.a. door zijn dubieuze vertegenwoordigers graaf
Willem en graaf Hendrik van den Bergh zowel in de vaderlandse als in de
Maaslandse geschiedenis een belangrijke rol heeft gespeeld.
Tot Uw verdriet wellicht zult U bemerkt hebben, dat bij alle beperking een
overzicht van de meer belangrijke buitengewestelijke vindplaatsen voor de Lim
burgse geschiedenis bedenkelijke proporties dreigt aan te nemen. Toch zijn wij
niet bij het eindpunt gekomen, de overige controleposten zullen wij echter slechts
in het voorbijgaan aandoen. Het Haus-, Hof- und Staatsarchiv te Wenen, dat
prof. Ruwet onlangs op voor België belangrijke bestanddelen heeft onder
zocht,20) mag b.v. voor de abdij Thorn niet overgeslagen worden, evenmin
voor Maastricht de afdeling Secretaria del Estado te Simancas.21) In Parijs
berusten bronnen voor de bezettingsperioden van 1673 tot 1678, 1748 tot 1749,
1794 tot 1814, en restanten van de archievenroof van na 1794 in het Chateau
de Vincennes, de Bibliothèque Nationale en de Archives Nationales de France.
Het Stadsarchief van Keulen is belangrijk voor de Limburgse handelsgeschie
denis en de genealogie van Limburgse geslachten die er het buitenpoorterschap
bezaten. Dat Aken en Hasselt een voorname plaats in de rij innemen zal geen
nadere verklaring behoeven; merken wij slechts op, dat vanaf 1830 tot 1839
geheel Limburg buiten Maastricht vanuit deze laatste stad en Brussel werd
bestuurd. Als voorbeeld van een vindplaats in een meer toevallig verband
noemen wij slechts de Universiteitsbibliotheek van Göttingen, waar prof. Feen-
stra vijf jaar geleden het 16e eeuwse afschrift van een volkomen onbekend
stadsrecht van Maastricht uit 1220 terugvond.—
Spraken wij tot dusverre over de documenten die veelal organisch in be-