202
203
Uw onderwerp in het algemeen. Juist in dit schijnbaar zoo nuchtere en droge
archiefonderzoek, wanneer ge bezeten wordt door den wensch, het uiterlijk
te kennen van een reeds lang verdwenen gebouw of den samenhang van een
zekere verwantschap, pakt U zoo dikwijls dat gevoel van een onmiddellijk
contact met een stuk verleden, dat ik hierboven een hantise noemde, dat haken
naar een gezicht op de dingen van weleer.
Maar al ons respect voor virtuositeit en klankeffect van het concertdeel,
geschreven voor de ene snaar van de viool, waarmede men gevoegelijk een
aantal lokale geschiedbeschrijvingen kan vergelijken, verhindert verder niet
dat ook in historicis de volle omvang van het concerto grosso het uiteindelijk
begerenswaardig doel blijft. Het wil met andere woorden hetzelfde zeggen als
een hoogleraar in zijn inaugurale rede zijn studenten voorhield, nl. „dat louter
gegevens aandragen geen geschiedschrijven is, dat hij, die stenen aansleept,
geen bouwmeester heet Hieraan voegde hij nog toe het woord van een
Amerikaans collega-historicus, die sprak van de gave om twee zaken te zien,
het kleine feit en „the universe behind it".1
Lokale en regionale geschiedenis verdienen dus dan deze naam eerst werke
lijk, wanneer aan de voorwaarde van inpassing in een groter verband is vol
daan. Voor de goede orde en tot recht begrip moet er direct aan worden
toegevoegd, dat dit niet wil zeggen, dat het resultaat van de naspeuringen in
het Procrustesbed van onze gebruikelijke vaderlandse geschiedenisboeken
schemata moet worden gedwongen.
Met de eis van het breder verband staan wij eigenlijk voor de vraag naar
de methode van de beoefening van dit genre in de geschiedschrijving. De
leiding van deze dagen heeft kennelijk een andere bedoeling met het ons
toegedachte thema."Uit drie provinciën verwacht zij een vogelvlucht-opname,
liefst één bovendien, die aan de kleurschakeringen van de rijke en verscheiden
keur aan flora in Clio s tuin recht zal doen wedervaren. Voor een bezoek aan
landbouwproefgronden om het beeld van Clio s tuin nog even vast te
houden zal minder animo bestaan. Bij nader overwegen kwam het mij toch
niet ondienstig voor naar een combinatie van beide te streven. Het gevaar
lijkt anders niet denkbeeldig, dat met verwisseling van namen en titels de voor
Friesland, Gelderland en Limburg te vertonen beelden te veel op elkander zullen
gelijken. Na een overzicht over het areaal en de omvang van de produktie
zou de kwaliteit van het produkt even onze aandacht vragen. Aan de gekozen
beeldspraak kunt U reeds proeven, hoezeer Friesland nog een agrarisch ge
west is. Ik hoop echter, dat nu niet direct het woord „aardappelmoeheid" bij
U opkomt.
II.
Een apologie voor de „regio waarvoor Uw aandacht wordt gevraagd, lijkt
mij overbodig. Wanneer het Huizinga's verdienste heet dat hij ons van de
vaderlandse geschiedenis heeft verlost om ons in die der cultuur in te leiden6),
dan zijn wij als archivarissen de betekenis van Muller niet vergeten, die de
aandacht van de historici op het Sticht vestigend, het blikveld van de nar-
cistisch-Hollandse geschiedbeschouwing heeft verruimd en vicieuze cirkelgan
gen heeft doorbroken. Ieder van ons van zuid tot noord dankt er ten dele
zijn vrijheid aan om ongestoord zijn amtsgebied, hetzij provinciaal, hetzij
gemeentelijk te kunnen verkennen. Dat het nationalisme in Friesland mede
een impuls voor de geschiedbeoefening van de „regio vormt, valt geenszins
te betwijfelen noch behoeft dit, mijns inziens, verontschuldiging: het is een
gegeven uit de geschiedenis zelf, met een voor buitenstaanders misschien ietwat
te lange en te nadrukkelijke nawerking. Maar zouden in het licht van de algemene
geschiedenis de Spanjaarden ditzelfde niet verklaren van ónze vaderlandse ge
schiedenis en met name van de opstand en de nawerking ervan in de vader
landse historische produktie?
Moge Friesland in historiografisch opzicht een begin vormen, het is een
curiosum, waar men niet veel wijzer van wordt. Romein constateert: „Het
begin der Nederlandsche geschiedschrijving ligt voor altijd verborgen achter
de vale nevelen van het wijde Friesche land. Want in Friesland moet het
begonnen zijn '7). Belangrijker is ongetwijfeld het eindpunt, want in de laatste
decenniën valt er extra winst te boeken, vooral wanneer men de Friese ge
schiedschrijving beschouwt onder het aspect van het benutten van de archieven.
Van het begin af van de teboekstelling van de geschiedenis in kronieken en
beschrijvingen hebben oorkonden en documenten een rol gespeeld, maar de
eerste kentering komt ook in Friesland tegen het einde van de 16e eeuw. Met
de toename van het aantal historische schrifturen komt onder invloed van
renaissancistische ideëen en de veranderde staatkundige toestanden een nieuwe
methode naar voren. Wat het verleden in dit opzicht bood: een complex van
meest 15e eeuwse wilde verhalen over Friese vrijheid, moest herzien worden
De opnieuw in de Unie verworven soevereiniteit behoefde legitimatie en
fundering, welke men ging zoeken in het verleden. Zonder worsteling en onder
ling krakeel over de betekenis van dit verleden, maar vooral over de interpre
tatie van de kenbronnen ervan verliep dit niet. Dat Ubbo Emmius op
Suffridus Petrus en Furmerius, beiden officieel s Lands historieschrijvers, de
overwinning mocht behalen, betekent niet alleen het zegevieren in Friesland
van het kritisch besef, het houdt tevens in de erkenning van de waarde van
de archieven voor de lokale en regionale geschiedenis. Emmius immers fundeert
zijn arbeid op archiefonderzoek en maakt een kritisch gebruik van de docu
menten, hetgeen door de bestuurderen, niet helemaal ongevoelig voor een
zekere openbaarheid der archieven, toch niet ten volle als beginsel kon worden
gewaardeerd. Besluit de magistraat van Leeuwarden b.v. op 26 augustus 1612
stukken ten behoeve van Emmius zelfs naar Groningen uit te lenen, eenmaal
door insinuaties tegens diens werkwijze en persoon aangehitst, neemt men dit
besluit weer terug. Luidde het in de eerste decisie: „dat de heeren Pensionarien
sullen opsoeken de antiquiteiten, die in de Stads bewaringe mogen sijn, om se
te senden an Vbbonem Emmium. history scriver tot Groeningen, om deselve
te gebruiken in de descriptie van Frieslant", op 23 oktober klinkt er andere
taal: „dat men Obboni Emmio niet sal laten toekomen de antiquiteiten van
de Stadt, om sonderlinge redenen, ende insonderheit, dat hij de eere van
Frieslandt tegenstaet ende daer tegenst gescreuen heft"8). Het pleit intussen
voor de magistraat van Frieslands hoofdstad, dat hij vier jaar later bij het
verschijnen van Emmius werk over de geschiedenis en dc beschrijving van
Friesland hem ter gelegenheid daarvan zijn tegenstander Furmerius was
intussen ter ziele een groote schoone ende eerlicke silvere schale' ver
eerde. De weg naar de bronnen eenmaal gevonden, wordt bij verschil van
accent en tendentie, de traditie van Emmius door een Winsemius en Schotanus