ARCHIEVENBLAD
1958-19591 NEDERLANDS Nr'4
140
ORGAAN VAN DE VERENIGING VAN
ARCHIVARISSEN IN NEDERLAND
BEGINSELEN EN METHODEN
breken vertoont1). Voortgewerkt werd aan de onderhanden zijnde klappers-
nieuw werk op dit terrein werd opgezet. Een generale index op de indices der in
druk verschenen inventarissen werd voltooid. Aangevangen werd met het
maken van indices op het Straten- en grachtenboek van twee Leidse land
meters (1583-1604), waarbij tegelijkertijd werd verwezen naar de plaatsen
betr. de daar vermelde percelen in de bonboeken. Een nog eens te realiseren
wens is deze bonboeken eveneens in een klapper te verwerken. In speciale
opdracht - nl. aan een oud-ambtenaar der U.B. - werd een begin gemaakt
met een nieuwe bewerking van de bibliotheek. Ook t.a.v. de prentverzameling
bestaan grote plannen. Een belangrijke aanwinst is de aankoop van een
verzameling originele stukken, betrekking hebbend op het beleg van Leiden.
De collectie-De la Court onderging een aanmerkelijke uitbreiding door een
schenking van de laatste telg uit dit geslacht.
Tilburg. Aan de nieuwe inventarisatie van het 19e-eeuwse archief kon
blijkens het verslag over 1957 regelmatig worden gewerkt. De mikrofilmstroken
met betrekking tot elders bewaarde retroacta B.S. werden van opschriften
voorzien en chronologisch geordend. De enorme verzameling krantenknipsels
is nu nagenoeg geheel gesorteerd, Een kaart werd geconstrueerd van Tilburgs
centrum c. 1700, waarop nauwkeurig de toenmalige ligging der huizen waar
onder talrijke herbergen is aangegeven. Meer en meer pleegt het archief
te worden geraadpleegd wanneer schoolleerlingen een zgn. werkstuk moeten
maken met betrekking tot de geschiedenis van Tilburg.
Vlaardingen. Het jaarverslag over 1957 vermeldt de vervaardiging van
enige kleine inventarissen en van regesten der minuten van transporten- en
hypotheekakten 1569-1658, 1725-1769, 1805-1808. - Verworven werden o.a.
ms. alfabetische indices op de notariële archieven 1619-1810. Als bij
lagen verschenen: de inventaris van het archief van Zouteveen, 1710-1855,
bewerkt door mej. J. P. Kamermans, en Inventaris archiefbewaarplaats der
gemeente Vlaardingen, biedende een overzicht van het gemeentearchief met
stand der inventarisatie2).
PERSONALIA
De heer H. Brouwer, hoofdarchivist A aan het Alg. Rijksarchief, is benoemd
tot ridder in de orde van Oranje-Nassau.
Ons medelid de heer C. Th. Kokke, hoofd van de afd. Documentatie van
het Openluchtmuseum te Arnhem, is bevorderd tot wetensch. ambtenaar
le klasse.
Afgesloten 20 juni 1959.
Het 1S Prettl9 te kunnen mededelen, dat in de eerste helft van 1958 een qrondiae
braTtUnm9 I Pl3atS 9£rnden' Yaarbij °"a- de leeszaal naar de parterre Isge-
bracht. De ontworpen uitbreiding van het gebouw moge volgen als de tijd daar is (rel).
en dergelijk werk zij ook aan de beheerders van andere gemeentearchieven
dringend aanbevolen. Opgemerkt worde evenwel dat hfdst. XVI (archieven van ver-
daarv^^b^TT^d T d£ <fjuiste PIaats in de inventaris van een deel
daarvan (bv. de raadscommissies) als om de vermenging van publieke en private instel
lingen daarbij zeker met als voorbeeld kan worden aanbevolen (ref., U,).
De abonnementsprijs van
het Nederlands Archieven
blad bedraagt voor deze
jaargang f 13.voor het
buitenland f 15.—
Deze jaargang loopt
van september 1958 tot
december 1959
Bijdragen voor dit Tijd
schrift te zenden aan
Dr. W. J. FORMSMA
Rijksarchief in Groningen
St. Jansstraat 2
De archivistische beschouwingen van de heren Hardenberg en Formsma
in de laatst verschenen afleveringen van het Archievenblad hebben interessante
vraagstukken aangeroerd. Er zou veel meer over te schrijven zijn, dan ik in
het volgende doe, waarbij ik mij wil beperken tot een aspect, dat m.i. nog
niet voldoende duidelijk belicht is, n.l. de verhouding tussen beginselen en
methoden van archiefordening.
Gelijk bekend laat de archivaris zich leiden door het herkomstbeginsel,
inhoudende dat ieder stuk behoort te worden teruggebracht op de plaats, die
het vanouds innam. Dit doende restaureert hij de oude orde van het archief.
Is de oude orde aan wijziging onderhevig geweest en restaureert hij haar,
zoals zij in het laatste stadium was, dan kan men met de heer Hardenberg
spreken van conserveren. Nu zal het in de meeste gevallen, naar de praktijk
leert, onmogelijk zijn de oorspronkelijke orde te reconstrueren, maar vaak
zullen ook de laatst aangebrachte wijzigingen de bouw van het archief niet in
die mate beïnvloed hebben, dat het er wezenlijk door van karakter veranderd is.
De Nederlandse archivistiek laat haar beoefenaars een grote vrijheid van
handelen ten aanzien van de oude orde, die zij wensen te herstellen. Zij
mogen hierin naar bevind van zaken handelen.
Nog groter vrijheid genieten zij, wanneer en voor zover bij hun inventarisatie-
werk van een oude orde niets te bespeuren valt. Deze vrijheid is echter niet
onbeperkt. Met name mag zij niet zonder meer leiden tot de gedachte, dat
men in dat geval het herkomstbeginsel rustig over boord kan zetten. Men
moet onderscheid maken tussen het herkomst beginsel en de restauratiemei/iode.
Het beginsel blijft onverzwakt gelden, al is in een bepaald geval niet dadelijk
te zien, hoe het in de praktijk gebracht kan worden. De toegepaste methoden
kunnen naargelang van de omstandigheden verschillen.
De archivaris zal beginnen empirisch te werk te gaan. Gesteund door zijn