BERICHTEN
172
het begin van de 18e eeuw, dat echter op verschillende plaatsen een foute
lezing geeft, zoals bij vergelijking met het Diersfordter afschrift blijkt.
Aan het einde van de regestenlijst is een naamregister toegevoegd, bewerkt
door dr. Guido Rothoff, gevolgd door een register van zaken.
Hoewel ik enkele fouten in de alfabetiserung opmerkte (Altstege staat niet
op zijn plaats, de ck moet alf. op kk staan) lijken mij deze registers zeer nauw
keurig bewerkt. Onbekendheid van de samensteller met de geheimen der
Nederlandse topografie bracht hem soms op een vergeeflijk dwaalspoor;
Voorst, de heerlijkheid van Elisabeth van Pallandt, is niet Voorst in Gelder
land maar Voorst bij Zwolle, de heerlijkheid Berg van de familie Van Bylandt
is Bergen in Limburg. Slepborch moet zijn Sleeborch (onder Overasselt in
Gelderland). Haaften is nooit bezit van de Bylandt's geweest, ik weet niet
hoe de eenmaal (n. 718) voorkomende naam Aefft geïnterpreteerd moet wor
den. Hengelo is niet het Gelderse, maar de Overijsselse heerlijkheid van die
naam. Heusden is Opheusden in Gelderland. De als Chrammair (Thomas)
vermelde landrentmeester van Gelderland heet Gramay.
Achter het register van zaken zijn twee uitvoerige stamtafels opgenomen
van de geslachten Von Wylich en Van Pallandt, die een nuttige toelichting
geven bij het gebruik van de regesten. De enkele feilen die ik mocht aanwijzen
doen niets af aan mijn grote waardering voor deze uitgave.
A. P. VAN SCHILFGAARDE
Wij ontvingen:
De volgende publikaties van het Belgische archiefwezen:
A. Simon, Inventaires d Archives, Evêché de Namur, Chateau de Gaesbeek, Familie
Van Meenen, Cure de Ste-Gudule (Bruxelles), Familie Croij, Eglise Evangélique (Ver-
viers). Bijdr. 5 van het Interuniversitair centrum voor hedendaagse Geschiedenis.
Leuven 1958. 50 blz.
C. Douxchamps-Lefèvre, Inventaire des Archives des Métiers de Namur. Bruxelles
1959. 64 blz. Verspreid geraakte archieven, thans zoveel mogelijk herenigd en
berustend in het Staatsarchief te Namen, lopend over het tijdvak 1303-1795. Het oudste
stuk is de constitutiebrief voor de slagers van 1303.
G. Hansotte, Inventaire des archives du Charbonnage des Six-Bonniers a Serainq.
(1809-1948). Bruxelles 1959. 20 blz.
De volgende inventarissen van Nederlandse archieven zijn
verschenen:
H. Hoekstra, Het archief van de Gereformeerde Kerken in Nederland II. 20 blz.
gestencild.
Dr. W. J. Formsma, Inventaris van de archieven der Staten van Stad en Lande
(1594-1798), 's-Gravenhage 1958.
Mr. W. de Bruine, Inventaris van het archief der gemeente Vlissingen. 1959. 2 dln.
klein offset.
ALGEMEEN
Bureau der Rijkscommissie voor Vad. Geschiedenis. Mej. M. A. Kooien
is m.i.v. 1 januari 1959 bevorderd tot administratief ambtenaar B le klasse.
RIJKSARCHIEVEN
Algemeen Rijksarchief. Mevr. M. A. P. Meilink-Roelofsz is m.i.v. 1 januari
1959 bevorderd tot chartermeester le klasse. De heer L. J. van der Klooster
is m.i.v. 1 januari 1959 bevorderd tot archivist.
173
Rijksarchief in Noord-Brabant. De heer J. A. ten Cate is m.i.v. 1 september
1959 bevorderd tot chartermeester le klasse.
Rijksarchief in Utrecht. Dr. F. Ketner is bij K.B. van 5 september 1959
nr. 6 m.i.v. 1 juli 1959 benoemd tot hoofdchartermeester.
GEMEENTE- EN WATER SCH APS ARCHIE VEN
Alkmaar. De beoogde uitbreiding van het personeel met een ambtenaar
in de rang van commies vond blijkens het verslag over 1957 geen doorgang
daar hiervoor geen post op de begroting voor 1958 kon worden gebracht. Ook
overbrenging van de archiefdienst naar een ander gebouw stagneerde, daar
dit eerst moet worden gerestaureerd en de middelen daarvoor ontbreken.
Aangedrongen werd daarom op de bouw van een modern archiefdepot annex
genoemd pand. De klappering der transportregisters werd door tewerk-
gestelden, steeds terugwerkend, voortgezet tot 1665.
Amsterdam. Het verslag over 1957 herinnert er aan dat in 1926 het aantal
ambtenaren 24 bedroeg, dat na 30 jaar eerst nu tot 25 is gestegen, terwijl het
aantal bewaarplaatsen van één tot vijf aangroeide. Uitbreiding van het vaste
personeel op korte termijn zal dan ook onvermijdelijk zijn, mede in verband
met de overneming der archieven van diensten en bedrijven. Het door bemid
deling van Sociale zaken tewerkgestelde aantal hoofdarbeiders werd uitgebreid
van 50 tot 60; 34 studenten waren aan een speciaal object tegen vergoeding
werkzaam. Als volontair voor het diploma 2e klasse werd toegelaten J. Zwaan.
T.a.v. machines voor binderij en fotografisch atelier vond enige vernieuwing
plaats. Inzake de behandeling van de atlas kon de achterstand der laatste
30 jaar langzamerhand worden ingehaald. De adjunct-archivaris mej. dr. I. H.
van Eeghen voltooide de bewerking van het dagboek van broeder Wouter
Jacobs (1572-1579), dat door het H. G. zal worden uitgegeven; de daarvoor
benodigde som (f 40.000!) is geheel door particulieren bijeengebracht. Zij
maakte een aanvang met de bewerking van het uiterst belangrijke koopmans-
en familie-archief Brants. De klappering van diverse archiefbestanddelen werd
voortgezet; evenzo het indiceren der notariële archieven over de periode
1701-1710 door bovengenoemde werkstudenten. Het aantal geschreven fiches
bereikte een totaal van c. 114.000; 427 delen en portefeuilles werden bewerkt.
Ook het indiceren der retroacta werd door bovengenoemde hoofdarbeiders
voortgezet; voor de resultaten raadplege men het verslag, dat terecht opmerkt:
voor de sociograaf en demograaf leveren de gegevens over beroepen en her-
komstplaatsen een prachtig studiemateriaal. - Het maken van een schaduw-
archief van verschillende archiefbestanddelen, dat in Washington D.C. wordt
bewaard, werd voortgezet. Van het begraafregister der Westerkerk 1668-1676,
dat elders berust, werd een film gemaakt. Fotografische copieën werden ge
maakt van archivalia, die door het vele gebruik aan grote slijtage onderhevig
zijn. Door aanschaffing van een Goébel mikrokaartcamera is het mogelijk ge
worden voor dit werk een methode toe te passen, die minder kostbaar en
tijdrovend is dan het maken van fotografische reprodukties. Een leesapparaat
hiervoor wordt ontwikkeld. Ook de bibliotheek vereiste veel werk; de
persdocumentatie kon, door de aanstelling van enkele tijdelijke krachten, op
hoogte worden gebracht. Als belangrijke aanwinst moet worden vermeld
het bedrijfs- en familiearchief Ter Meulen, 1737-1950. waarvan een door
mr. Van den Hoek Ostende vervaardigde inventaris als bijlage is opgenomen.