2 3 Afdeling- van gemeente- en waterschapsarchiefambtenaren N.B. Het jaartal achter de namen geeft het jaar aan, waarin de aftredenden niet herkiesbaar zijn. Drs. H. M. Mensonides, voorzitter (1959). Drs. E. A. L. Struick, secretaris (1961). Dr. mr. A. T. Schuitema Meijer, penningmeester (1960). Plaatsvervangend lid: drs. R. A. D. Renting (1960). Vertegenwoordiger uit het hoofdbestuur: dr. W. J. van Hoboken. Afgevaardigde in de „Centrale": dr. S. Hart. VERSLAG DER ZES EN ZESTIGSTE ALGEMENE VERGADERING De najaarsvergadering, die werd gehouden op 19 september 1958 te 's-Her- togenbosch in hotel „Noord-Brabant", werd blijkens de presentielijst bijge woond door 63 leden. Zij wordt om 2 uur geopend door de voorzitter, dr. G. W. A. Panhuysen, die de aanwezigen verwelkomt. Vervolgens brengt hij verslag uit over het verenigingsjaar 1957.1958 (zie hierna, p. 6). De notulen, als verslag opgenomen in N.A.B. 1957 1958, afl. 4, worden zonder opmerkingen goedgekeurd. Hierna brengt de penningmeester zijn verslag uit. Het batig saldo bedraagt f 877,21. Dit saldo is onwaarschijnlijk hoog, aangezien van het Algemeen Rijks archief voor een extra nummer van het Archievenblad i.v.m. de studiedagen een bijdrage van f 900,,werd ontvangen, terwijl de rekening voor het Archievenblad 1957/1958 nog niet is binnengekomen. De kascommissie stelt bij monde van mej. Korvezee de vergadering voor de penningmeester wegens zijn gevoerde beleid te dechargeren, waartoe wordt besloten. De benoeming van een nieuwe kascommissie wordt door de vergadering aan het bestuur gedelegeerd. De voorzitter stelt vervolgens de verkiezing van een nieuw bestuurslid aan de orde. Hij memoreert, dat op 17 september 1955 mej. Ruys tussentijds ge kozen werd in de vacature-Hommes. Hij dankt haar voor de prettige samen werking in het bestuur der Vereniging. Mej. Ruys vormde, door haar functie van secretaresse van de commissie voor de moderne archieven, een schakel tussen het bestuur en deze commissie. Mej. mr. A. J. Versprille wordt z.h.s. als bestuurslid gekozen. De voorzitter dankt de scheidende redacteur van het Nederlands Archieven blad, dr. W. S. Unger, voor zijn arbeid ten dienste van de Vereniging. Ge durende 13 jaar heeft de heer Unger zijn beste krachten gegeven aan deze moeilijke taak. Geen moeite was hem te veel bij zijn streven het Archieven blad zo interessant mogelijk te maken Alleen reeds het bijhouden van de Kroniek van binnen- en buitenlandse literatuur was een taak op zich zelf. Het bestuur zal de heer Unger ook als adviseur node missen. Spreker zegt verheugd te zijn, dat de heer Unger zich bereid heeft verklaard de nieuwe redacteur in te werken en de Kroniek voorlopig te blijven bijhouden. De heer dr. W. J. Formsma wordt z.h.s. tot redacteur benoemd. Op verzoek van de voorzitter brengt de heer Formsma als docent van de S.O.D. verslag uit (zie hierna, p. 13). Bij afwezigheid van de heer Schaap, lid van de examencommissie der S.O.D., leest de secretaris diens ingekomen verslag voor (zie hierna, p. 15). De heer Mensonides zegt enige malen per jaar cursisten van de S.O.D. in zijn archief te ontvangen. Hij weet echter niet goed wat hij deze mensen moet laten zien. Het lijkt hem daarom aanbevelenswaard, dat de archivarissen, die geregeld de S.O.D.-cursisten rondleiden, de lessen van deze cursus toegezonden krijgen, opdat zij bij de rondleiding hierop kunnen aansluiten. De voorzitter stemt hiermede in en verzoekt de heer Formsma dit ter plaatse te willen kenbaar maken. De heer Hardenberg zegt, dat het hem is opgevallen, dat in de lessen van de S.O.D. wordt geleerd, dat men moet afblijven van de archieven van vóór 1813. maar dat niets wordt gezegd over de archieven van na die tijd. Dit lijkt hem geen standpunt om door ons naar buiten uit te dragen. Verder vertelt men wel het een en ander over het herkomstbeginsel, maar de ordeningssyste men van vóór de invoering van het dossierstelsel komen niet voldoende duide lijk naar voren. De voorzitter zegt, dat het de bedoeling is, dat ook de archieven van na 1813 met rust gelaten worden en dat men deze slechts mag ordenen onder leiding van de provinciale inspecteur. Hij heeft ook de indruk gekregen, dat de lessen van de S.O.D. grondig bekeken moeten worden. Tot nu toe is de samenwerking met de S.O.D. min of meer zwevende gebleven en beperkte zich tot het beschikbaar stellen door ons van enige onzer leden als docent. Dit zal nu veranderen en overleg is hierover gaande. De heer Ribberink zegt, dat vroeger geregeld groepen S.O.D.-cursisten het Algemeen Rijksarchief bezochten. Plotseling zijn deze bezoeken gestaakt. Hij betreurt dit, aangezien vooral diegenen, die in de rijksdienst werkzaam zijn. hier een schat van archiefsystemen kunnen vinden. Dat deze rondleidingen in een behoefte voorzagen bewijst het feit, dat hij meermalen door departe mentsambtenaren wordt benaderd om inlichtingen over de oude departements archieven. Hij geeft de docenten in overweging de excursies naar het Algemeen Rijksarchief opnieuw te houden. De voorzitter beveelt deze suggestie in de aandacht van de docenten aan. De heer Formsma verzoekt de heer Hardenberg als lid van het curatorium van de V.N.G. te willen mededelen, of het juist is dat het vak ..oudere ar chieven" van het examen is afgevoerd. De heer Hardenberg bevestigt dit. In dit vak zal vooraf een tentamen wor den afgenomen. De voorzitter zegt, dat het hem zeer heeft verwonderd, dat dit zonder over leg is gebeurd. Het bestuur werkt met de S.O.D. samen t.a.v. de opleidingen en draagt mede verantwoordelijkheid. Het bestuur heeft dan ook gemeend aan het bestuur van de S.O.D. van zijn verwondering te moeten kennis geven, maar aangezien nog geen antwoord is ontvangen, weet hij niet wat de be doeling van deze verandering is. De heer Hardenberg zegt, dat dit gedaan is om het examen te verlichten, aangezien de andere vakken verzwaard zijn. De voorzitter ziet het nut niet in van een tentamen, dat vlak voor het examen wordt afgenomen. Bovendien vraagt hij zich af wat er gebeurt indien een kandidaat voor dit tentamen zakt. Hij hoopt, dat het bewuste vak niet gebagatelliseerd zal worden. Hij zegt toe nader contact op te nemen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1958 | | pagina 5