18 Hij wijst dan op het geval-Gorcum, waar het gemeentebestuur overigens met de beste bedoelingen een oproep voor een archiefbeheerder uitzond, die daar met de titel van hoofdcommies of hoofdcommies A „ter secretarie in algemene dienst dus onder de gemeentesecretaris zou worden gesteld Terecht wordt geconstateerd, dat „deze figuur zo al niet in strijd met de letter, dan toch stellig in strijd is met de geest van de Archiefwet". De afdeling telt thans 82 leden. Ze won er in het afgelopen jaar drie, maar verloor er evenveel. Betreurd wordt, dat er leden meenden te moeten bedanken op het spitsvondig motief, dat zij als streekarchivaris niet rechtstreeks in dienst van een gemeente staan. Vervolgens komt aan de orde het verslag van de 37ste afdelingsvergadering, op 25 april te Utrecht gehouden. De tekst daarvan werd reeds gepubliceerd in het Archievenblad. Daar niemand voorlezing verlangt, wordt dit verslaq ongewijzigd goedgekeurd. Mededeling volgt van enkele ingekomen stukken. Van het Ministerie van Binnenl. Zaken enz., Afd. Bezoldiging, kwam d.d. 9 juli een antwoord in op onze brief van 24 sept. 1957, waarin onzerzijds de aandacht werd gevestigd op de belangrijkheid en m.n. op de verschillende wetenschappelijke facetten van het werk van de Nederlandse archivarissen en waarbij tevens de door ons vastgelegde salarisnormen ter kennis van de Minister werden gebracht. In dit antwoord wordt o.a. gezegd: „Naar aanleiding van de door U gegeven be schouwingen ten aanzien van de bezoldiging van archivarissen en ander archief- personeel breng ik onder Uw aandacht, dat het onder de huidige omstandig heden niet op mijn weg ligt terzake richtlijnen te verstrekken dan wel in over weging te nemen. In de eerste plaats is het zeer de vraag of construering van zodanige richtlijnen voor deze functies ook na zorgvuldige bestudering van de betreffende vraagstukken mogelijk zou zijn, omdat de zwaarte van de taak, welke het hoofdcriterium dient te zijn voor het bepalen van het salaris niveau, van gemeente tot gemeente sterk uiteenloopt. In de tweede plaats is de vaststelling van algemene richtlijnen ten aanzien van de bezoldiging van gemeentelijke betrekkingen mijnerzijds beperkt tot de bezoldiging van die func ties, welke algemeen voorkomen, zoals burgemeesters, secretarissen, ontvangers, hoofden van gemeentewerken en dergelijke, terwijl overigens een repressief toezicht wordt gehouden. Indien U een verbetering van de bezoldiging van e door U bedoelde functies in bepaalde gemeenten gewenst voorkomt, zoudt li zich tot de betreffende gemeenten kunnen wenden." Van het bestuur van de Centrale van hogere gemeenteambtenaren kwam bericht in, dat ons rapport over de salarisnormen thans een onderwerp van studie uitmaakt in het hoofdbestuur van de Centrale van hogere ambtenaren. Men hoopt t.g.t. een delegatie uit ons bestuur uit te nodigen om de voorstellen nader toe te lichten. „Nu wij aangesloten zijn bij de Centrale van Hogere Ambtenaren aldus dit bericht wordt het wenselijk geacht om zowel met Uw belangen als met die van de groep rijksarchivarissen rekening te houden. Het ligt in het voornemen om deze aangelegenheid op zeer korte termijn af te doen, waarbij wij de hoop uitspreken, dat een voor alle partijen voldoening gevende regeling kan worden gevonden. Zoals LI bekend is, moet deze aan gelegenheid uiteindelijk een punt van bespreking gaan uitmaken in het hoogste overlegorgaan bij het rijk en de gemeenten". Namens de afwezige penningmeester brengt het plvv. bestuurslid, de heer 19 Renting, het financieel verslag over 1957/58. Er blijkt een nadelig saldo te zijn. Door de voorzitter worden de heren Klomp en Pirenne bereid gevonden de bescheiden van de penningmeester te controleren. Nadat het nodige onder zoek is verricht, verklaart de heer Klomp, mede namens zijn collega-controleur, dat de financiële boekhouding in goede orde werd bevonden en stelt voor de penningmeester te dechargeren. Hetgeen vervolgens bij monde van de voor zitter en onder instemming van de vergadering vlot geschiedt, onder dank betuiging aan de penningmeester, de wnd. penningmeester en de heren van de kascommissie. Hierna wordt overgegaan tot de verkiezing van een nieuw bestuurslid, nodig vanwege het aftreden van de secretaris, die reglementair niet herkiesbaar is. De door het bestuur gestelde kandidaat, de heer J. E. A. L. Struick, wordt bij acclamatie gekozen en deze, ter vergadering aanwezig, verklaart desge vraagd de benoeming te aanvaarden. De voorzitter dankt hem daarvoor en spreekt ook welgemeende woorden van dank tot de aftredende secretaris. De rondvraag geeft allereerst aan de heer Brekelmans gelegenheid zijn col lega's te vragen hoe zij denken over het al of niet toestaan van roken in de leeszaal van het archief. Uit de loskomende antwoorden blijkt wel, dat men al was het slechts vanwege het gevaar van het vallen van vonken op de archiefstukken, om van verder brandgevaar niet te spreken een rookverbod nodig acht. Voor vele archieven is dit reeds in een gemeentelijke verordening nadrukkelijk vastgelegd. En indien niet, dan is het zeker gewenst alsnog het roken te doen verbieden, ook in archieven van kleinere plaatsen, waar het wel eens zeer gemoedelijk toegaat. De heer Hart komt met een voorstel om namens de vergadering adhesie te betuigen aan het voorstel tot reglementswijziging, dat hedenmiddag in de al gemene ledenvergadering ter tafel zal worden gebracht. De heer Brekelmans en anderen uiten hiertegen ernstige bezwaren. Zij zien in de voorgestelde reglementswijziging het opleggen van een dwang, die voor velen onaanvaard baar zal blijken. De voorzitter wijst erop, dat dezelfde moeilijke kwestie ook bij de afdeling rijksarchiefambtenaren zich voordoet. In het huishoudelijk re glement van de Vereniging was het lidmaatschap van de afdelingen niet dwin gend voorgeschreven. De omstandigheden noodzaken thans dit wel te doen. omdat het bestaan der afdelingen ermee gemoeid is. Verschillende leden blijven bij hun bezwaren tegen een adhesiebetuiging, vooral omdat deze zeker niet met algemene stemmen aanvaard zal worden. De heer Van Hoboken onderstreept nog eens nadrukkelijk het belang van de aansluiting bij de Centrale, oorzaak van alle moeilijkheden; deze is nu juist bezig onze salarissen hogerop te brengen en deze actie heeft meer kans op succes naarmate onze afdeling sterker is. Nadat nog ettelijke voor- en tegenstanders hun gemoed hebben gelucht, wordt het voorstel tot adhesiebetuiging bij zitten en opstaan in stemming ge bracht. De uitslag is, dat er van de 32 stemgerechtigde leden 18 vóór, 11 tegen blijken te zijn, terwijl er 3 blanco stemmen worden geteld. De heer Brekelmans verzoekt nadrukkelijk om indien deze adhesiebetuiging in de middagvergadering wordt gebracht, van deze stemmenverhouding mede deling te doen, hetgeen de voorzitter toezegt. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter te circa half een de vergadering.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1958 | | pagina 13