12
welke op de Studiedagen 1957 gehouden werden, zijn opgenomen. Dit werd
mogelijk door de financiële steun, welke ons hierbij door de Algemene Rijks
archivaris en de Afd. O.K.N. van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen verleend werd: wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Het werd tevens, en zelfs op de éérste plaats, mogelijk door de studiezin
en de arbeid van degenen, die de bijdragen voor het Archievenblad leverden:
ook hén zijn wij zeer erkentelijk: zij bevorderen hierdoor, ik herhaal het, de
voortgang en de ontwikkeling van de archiefwetenschap in ons land, en be
werken zodoende dat het uitgeven van het Nederlands Archievenblad, en
nog wel in groeiende omvang, een culturele prestatie van onze Vereniging is
die blijvende waarde bezit. Ook op deze plaats wil ik de redacteur van het
blad dr. Linger, die in deze vergadering, zoals U op de Agenda gelezen heeft,
deze belangrijke functie gaat neerleggen, wederom hartelijk danken voor de
vele moeiten en zorgen welke hij aan de uitgave besteedde.
De redacteur van het Nederlandse Archievenblad heeft zich, zoals U weet,
ook tot taak gesteld ons allen op de hoogte te houden van de belangrijkste
gebeurtenissen, welke in ons Nederlands Archiefwezen voorvallen en ook dit
doet hij op uitnemende wijze. Ik moge hier nog in het kort aan enige der be-
langrijkste gebeurtenissen herinneren.
Bij beschikking van 5 maart 1958 is de Onderafdeling II van de Afdeling
Oudheidkunde en Natuurbescherming van het Ministerie van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen gereorganiseerd: voortaan zal deze onderafdeling be
staan uit twee bureaux; onder Bureau I ressorteren de Musea, onder Bureau II
de Archieven (d.w.z. de zorg voor het archiefwezen en de beoefening der
geschiedenis en haar hulpwetenschappen, de Rijksarchieven, de Rijkscommissie
voor Vaderlandse Geschiedenis en haar bureau, het Centraal Bureau voor
Genealogie en het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie). Tot hoofd van
de onderafdeling is benoemd mr. dr. F. J. Duparc, tevens belast met de leiding
van bureau I, tot hoofd van Bureau II. de Archieven, de heer F. Hin-
richs. Wij zien deze reorganisatie ten gunste van de archieven als een ver
blijdend symbool en gevolg tegelijkertijd, van de grote actieve belangstelling,
welke de archieven tegenwoordig ten Departemente ondervinden en wensen
de heren Duparc en Hinrichs van harte geluk met hun benoemingen.
Tot voorzitter van de Commissie Post- en Archiefzaken is benoemd
mr. H. Hardenberg, Algemeen Rijksarchivaris. Wij wensen hem van harte
toe, dat deze Commissie onder zijn leid;ng vele gunst'ge resultaten moge bereiken
Het aantal der streekarchivariaten is opnieuw gegroeid, ditmaal door de
oprichting van het streekarchivariaat Peelland, ontstaan uit de samenwerking
tussen de gemeenten Asten, Bakel, Deurne, Mierlo en Someren.
Te Rotterdam heeft de gemeente-archivaris mr. H. C. Hazewinkel met zijn
medewerkers naar aanleiding van het 100-jarig bestaan van de Commissie
voor het archief in oktober 1957 met veel succes een tentoonstelling georgani
seerd onder de titel: .Curiosa uit het gemeentearchief"; bij deze gelegenheid
gaf de heer Hazewinkel tevens een gedenkboek uit onder de titel: ..Honderd
jaar gemeentelijke archiefzorg".
Het Nederlands Historisch Economisch archief organiseerde in december
1957 in het archief-gebouw te s-Gravenhage een tentoonstelling uit het be
langrijkste van zijn bezit, dat uit meer dan 200 archieven van grotere en kleinere
omvang bestaat.
13
Verschillende onder LI zijn in de loop van dit jaar in enigerlei functie bij
het Nederlands Archiefwezen benoemd en lid van onze vereniging geworden.
Ik heet hen van harte welkom in ons midden.
Vrij veel anderen zijn tot hogere functies benoemd: tot hen allen richten
wij onze welgemeende gelukwensen met hun bevordering.
Een onzer, de heer drs. J. Taal, gemeente-archivaris van Gouda, overschreed
de leeftijdsgrens en beëindigde daarmee op 1 september 1.1. een verdienstelijke
loopbaan. Wij verheugen ons zeer over het feit, dat hij nog juist voor zijn
aftreden als blijvend resultaat van zijn arbeid de „Inventaris van de Archieven
van de Goudse Kloosters" heeft mogen zien verschijnen, zodat wij deze af
scheidsgroet vergezeld kunnen laten gaan van een hartelijke gelukwens.
Twee leden zijn ons in de loop van het jaar door de dood ontvallen. Op
79-jarige leeftijd overleed in februari 1.1. dr. L. W. A. M. Lasonder. oud
rijksarchivaris en oud-archivaris van de Nederl. Hervormde Kerk. Tegenover
onze Vereniging heeft hij zich op bijzondere wijze verdienstelijk gemaakt
door zestien jaar lang, n.l. van 1920 tot 1936, als redacteur van het „Neder
lands Archievenblad" te fungeren. Hij was de nestor van onze Vereniging
en heeft zo lang hij kon trouw deelgenomen aan onze vergaderingen. Wij
zullen hem daarom gevoelig missen in ons midden.
In juli j.l. is overleden dr. A. R. M. Mommers, archivaris aan het Alge
meen Rijksarchief, die onze Vereniging lange tijd in de examencommissie van
de Cursus Archiefverzorging der S.O.D vertegenwoordigde.
Dit verslag was reeds opgemaakt toen het bericht binnenkwam dat ons mede
lid, de heer R. W. Blauw te Haarlem is overleden.
In de loop van het verenigingsjaar zijn zeven nieuwe leden tot onze Vereni
ging toegetreden, drie leden hebben ontslag genomen; onze vereniging teld?
op 1 september 1957: 211 leden
Moge het komende jaar door uw aller medewerking en steun tot een bij
zonder vruchtbare periode in het leven van onze Vereniging worden.
VERSLAG OVER DE CURSUSSEN ARCHIEFVERZORGING C.A.
GEORGANISEERD DOOR DE STUDIEKRING VOOR
OVERHEIDSDOCUMENTATIE (S.O.D.)1958
Nu het de eerste keer is, dat in onze vergadering verslag wordt uitgebracht
over deze cursussen, is het misschien goed in het kort iets te zeggen over hun
aard in het algemeen, want niet alle aanwezigen zullen daarvan een duidelijke
voorstelling hebben.
Sedert 1938 verzorgt de Studiekring voor documentatie en administratieve
organisatie der overheid, kortweg S.O.D. genoemd, opleidingen op het gebied
van archiefverzorging, de documentatie en de administratieve organisatie. Aan
vankelijk ingesteld op de behoeften van de gemeenteadministratie zijn de cur
sussen later ook geschikt gemaakt voor personeel van andere overheidsdiensten.
Zo werd in 1948 een A-opleiding ingesteld voor ambtenaren die niet in het
bezit zijn van een akte van bekwaamheid in de gemeenteadministratie of een
soortgelijk diploma. De bestaande cursus voor gemeentelijke archiefverzorgers
bleef gehandhaafd onder de naam archiefverzorging B. De behoefte aan nog