HANDLEIDING EN REGISTRATUUR 178 a la compilation d'un guide général permettant aux géographes de s'orienter dans la masse des archives, susceptibles de servir a leurs travaux. 2°. Elle recommande en outre l'impression des catalogues de cartes et plans conservés dans les dépots d'archives et souhaite particulièrement chaque fois, que cela sera possible, l'établissement de catalogues collectifs des cartes et plans anciens, conservés dans les divers dépots d'archives et dans les bibliothèq'ues, musées, et autres institutions. 3°. Après divers échanges de vues sur le sort des papiers des missi ons scientifiques et d'exploration, elle recommande aux Directions d'Archives d'Etat de s'attacher tout particulièrement a obtenir le versement de tels papiers dans les archives, s'il s'agit de missions organisées sous le controle des autorités publiques ou avec leur concours financier; d'en négocier le dépöt ou, au moins, de réunir des informations a leur sujet, s'il s'agit d'initiatives privées. 4°. Elle considère comme indispensable l'application stricte du respect des fonds au classement des cartes et plans. 5°. Après avoir pris connaissance des inconvénients graves des anciens systè- mes de conservation de cartes par enroulement ou par pliage, recommande trés vivement l'adoption des nouveaux systèmes de conservation a plat en tiroirs, ou, éventuellement, par suspension dans des meubles spéciaux. C. Les services rendus par les Archives a l'Economie nationale. 1°. Après avoir etendu avec le plus grand intérêt des exemples pertinents de services rendus par les Archives a l'Economie nationale des divers pays, la Conférence tient a souligner l'intention des autorités politiques, administratives et économiques, l'importance de l'aide que les Archives peuvent en bi,en des cas leur fournir grace aux papiers dont elles ont la garde. 2°. Elle attire l'attention des archivistes de tous les pays sur les problèmes fondamentaux que posent la conservation, le triage et l'exploitation du matériel statistique élaboré par les Etats modernes; elle demande que la solution a certains de ces problèmes soit recherchée sur le plan international par la coopération du Conseil international des Archives, de l'Institut international de la Stattigtiq'Ue et de l'I.S.O., et sur le plan national par la collaboration indispensable entre les archivistes et les spécialistes des services de statistique, spécialement en matière de démographie. 3°. Elle attache un intérêt spécial aux efforts réalisés en certains pays pour résoudre les problèmes posés par la conservation des archives techniques des bureaux d'études, dont l'importance est considérable pour l'histoire des sciences et des techniques. De organisatie van deze Quatrième Table Ronde was perfect. De ont vangsten namens de besturen van de steden Wiesbaden en Frankfurt (waar op de laatste dag in het stadhuis vergaderd werd), namens de regering van het Land Hessen, het ministerie van Binnenlandse Zaken van de West-Duitse Bondsrepubliek, en namens de vereniging van Duitse Archivarissen waren buitengewoon hartelijk en gul. Na dei sluiting van de conferentie hadden wij nog de gelegenheid met enkele andere deelnemers onder leiding van dr. Papritz het Staatsarchiv in Marburg met de daarin gevestigde Archivschule, en onder leiding van dr. Winter het West-Duitse Bundes-archiv en de nieuwe bewaarplaats van het Staatsarchiv in Koblenz te bezichtigen. G. PANHUYSEN 179 De discussie tussen dr. Van Hoboken en de heer Bosman, waarvan het slot is opgenomen hiervóór p. 107 vlg., heeft de vraag doen rijzen wat nu eigenlijk is te verstaan onder toepassing van de Handleiding op „moderne archieven". De heer Bosman, die argeloos veronderstelde dat archivarissen hiermede toepassing op lopende archieven (registratuur) bedoelen, ziet deze mening fel bestreden door dr. Van Hoboken die betoogt, dat de Handleiding uitsluitend betrekking heeft op reeds gevormde archieven en toetsing van registratuur problemen daaraan derhalve zinloos is. Toch kan het aan wie geen vreemdeling is in het archivistische Jeruzalem niet onbekend zijn, dat er inderdaad archivarissen zijn, die toepassing van de Handleiding op de registratuur wenselijk en mogelijk achten. Deze toepassing wordt zelfs onderwezen zowel aan de rijksarchiefschool als aan de ,,GO"-cursus voor bedrijfsarchivaris, en meerdere artikelen zo in het N.A.B. als in het Tijdschrift voor Efficiëntie en Documentatie hebben dit thema tot onderwerp gehad. Bovendien is er van de hand van de heer Bloemen in 1957 een „Hand leiding voor de registratuur" verschenen waarvan reeds de eerste zin getuigt dat zij op de Handleiding is gebaseerd. In zijn eerste artikel stelt dr. Van Hoboken „ordenen en ordenen is twee" (N.A.B. 1956/57 p. 143), en tekent ons vervolgens het beeld van een archief vormende secretaris tegenover dat van een archiefrestaurerende archivaris. Zijn conclusie luidt dan als dus de archiefvormende registrator zijn stukken ordent verricht hij een bezigheid die principieel verschilt van die van de ordenende archivaris" (p. 144). Men lette op de geruisloze overgang van archiefvormende secretaris naar archiefvormende registrator, waaruit volgt dat de conclusie alleen maar juist kan zijn, indien er geen principieel onderscheid is tussen de ordeningsactiviteit van de secretaris en die van de registrator. Naar onze me ning is dit in het algemeen echter juist wel het geval. De „secretaris" immers is het beeld van de handelende functionaris wiens archiefvorming allereerst hierin bestaat, dat hij door en tijdens de behandeling van zijn zaken stukken ontvangt en opmaakt. Vervolgens zal hij die stukken eveneens ten behoeve van de be handeling van zijn zaken in meerdere of mindere mate ordenen. Deze ordenings activiteit blijft echter noodzakelijk beperkt tot „zijn" stukken. Zijn er meerdere handelende functionarissen of groepen van functionarissen (i.e. afdelingen) en zouden die allen hun stukken zelf ordenen, dan ontstaat een archiefbeeld waarin het respect des fonds en 16 volledig zijn gehonoreerd. Wordt echter de orde ning van stukken, behandeld door verschillende functionarissen of afdelingen, opgedragen aan een buiten de eigenlijke behandeling van de zaken staande registrator of archivaris, dan is deze in principe vrij in de keuze van zijn ordeningsbeginselen en kan hij zowel het herkomstbeginsel als 16 negeren of toepassen. Hier ligt dus zeker een onderscheid tussen de ordeningsactiviteit van de handelende functionaris enerzijds en die van de registrator en archivaris anderzijds. Toepassing van de Handleiding wil nu, zowel voor de registrator als voor de archivaris, zeggen, dat hij zijn ordening zoveel mogelijk zal ba seren op de „primaire ordening", zoals die tijdens en door de behandeling van de stukken ontstond. Deze „primaire ordening" is er noodzakelijk één die over eenstemt met 16 der Handleiding, omdat de behandeling van zaken altijd een verdeling van stukken over functionarissen en afdelingen tengevolge heeft. Hoe

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1958 | | pagina 10