134
Langwell is bezorgd over de kleine hoeveelheden zwaveldioxyde, die zich
in de lucht bevinden. De gasverlichting uit vroeger tijd heeft aan de stukken
indirect schade berokkend, terwijl de vele stookplaatsen en fabrieken van nu
schuldig zijn aan het bezoedelen der atmosfeer. Met airconditioning is het mo
gelijk dit euvel afdoende te bestrijden.
Hoewel geen tegenstander van het lamineren van stukken heeft Langwell
toch bezwaar tegen de „Barrow' methode1)Hij kan diens methode van ont
zuren volgen, hoewel hij zelf een andere wijze voorstaat. De invloed van het
ultraviolette licht acht hij niet groot. Het sterke daglicht wordt door de glas
vensters reeds enigermate getemperd, terwijl de stukken er niet direct mee in
contact komen. Waardevolle delen wil Langwell in kartonnen dozen bewaren.
Voor de duurzaamheid van perkament acht hij een relatieve vochtigheid van
60-75 het beste, bij een temperatuur van 40-70° F. De verschillende inkten,
als schrijfinkt, schrijfmachine-inkt, ballpoint-inkt en carbon hebben zijn belang
stelling. De moderne carbonbladen, die veel roetzwart bevatten, zijn zeker even
houdbaar als de beste inktsoorten. Een belangrijk gedeelte van dit boek han
delt verder over de materialen, die in de binderij gebruikt worden. Het is
de overtuiging van de schrijver, dat de nieuwe materialen, als „nylon 66"
en „terylene", het boekbindersgaren voor de toekomst zijn, ook voor de
archiefbinderijen. Hoewel de technische kwaliteiten, zoals houdbaarheid en
zuiverheid, van deze stoffen hoger zijn aan te slaan, is er als nadeel aan ver
bonden dat ze minder zacht en soepel zijn.
Langwell heeft ook de plakmiddelen onderzocht en noemt deze een nood
zakelijk kwaad. Hij prefereert zuivere stijfsel met toevoeging van witte dextrine,
in geen geval aluin. Voor het zelf maken van een stijfselpasta geeft hij recepten.
Daar waar met nylon en terylenedraad is gewerkt, komt een polyvinyl acetaat
emulsie in aanmerking. Een bibliografie en index besluiten dit geschrift.
S. HART
II
ONDERZOEK NAAR ARCHIEFRESTAURATIEMETHODEN
In het artikel „Verantwoord archiefherstel" in dit tijdschrift2) werden enkele
der meest voorkomende werkzaamheden van archiefrestauratie besproken, nl.
het cacheren, het lijmen (i.e. nalijmen), en het ontsmetten van archiefstukken.
Na het verschijnen leek het nuttig en nodig allereerst te onderzoeken op
welke wijze men in de onderscheidene rijks- en gemeentearchieven de bedoelde
werkzaamheden verricht, met de mogelijkheid op bestaande werkmethoden te
kunnen voortborduren.
De heer Algemeen Rijksarchivaris heeft het door zijn welwillende mede
werking ondergetekende mogelijk gemaakt een nader inzicht in genoemde
onderwerpen te verwerven. Aan de daarvoor in aanmerking komende rijks-
en gemeentearchivarissen is een formulier gezonden waarop een twintigtal
vragen voorkwamen betreffende het cacheren, lijmen en ontsmetten.
Aan de archivarissen, die de gestelde vragen beantwoordden, betuigen wij
r) In Amerika heeft men dit jaar een onderzoek ingesteld om het lamineren en
ontzuren van papier (o.a. van krantenpapier) te verbeteren. Vgl. Der Archivar,
Okt. 1957, kol. 316—318.
2) Zie Ned. Archievenblad, 1955/56 blz. 100 e.v.
135
gaarne onze erkentelijkheid. Dank zij hun medewerking kunnen wij proberen
een, zij het onvolledig, overzicht samen te stellen van de toegepaste werk
methoden en materialen.
De volgende rijks- en gemeentearchivarissen en hun medewerkers beant
woordden geheel of gedeeltelijk de toegezonden vragenlijst: rijksarchieven te
Groningen, Haarlem, 's-Hertogenbosch, Leeuwarden, Utrecht en Zwolle; ge
meentearchieven te 's-Gravenhage, Kampen, Maastricht, Nijmegen, Rotter
dam en Schiedam.
Eén archiefdienst wenste niet met name genoemd te worden.
Uiteraard kwam bij de beantwoording de eigen opvatting der gestelde vra
gen tot uiting, waardoor, ondanks veel overeenstemming, uiteenlopende ant
woorden ontstonden. Hieronder is getracht deze antwoorden beknopt en op
uniforme wijze te vermelden, zonder nochtans hun bedoelingen aan te tasten.
In het hiernavolgende overzicht worden de drie onderwerpen in hun werk-
volgorde besproken, waarbij zowel de overeenstemmende als de afwijkende
antwoorden (eventueel met bronvermelding) samenvattend worden genoemd.
Waar het nodig leek heeft samensteller dezes, onder: opmerkingen,
zijn eigen inzicht laten volgen.
Cacheren.
Ernstig door vocht aangetaste archiefstukken, waarvan het papier geheel
of gedeeltelijk zo zacht geworden is dat het geen onderdompeling, bestrijken
of besproeien met een vloeistof meer verdragen kan, worden volgens de
binnengekomen antwoorden gecacheerd (12 x). Ernstige plaatselijke be
schadigingen worden ook plaatselijk gecacheerd (G. A. 's-Gravenhage).
De werkwijze van het cacheren is als volgt: op een onderlegger van papier
(casing, stevig papier, pakpapier, blanco krantenpapier) wordt een vel, ruim
passend, dun Japans zijdevloei gelegd en met dunne stijfsel aangesmeerd.
Hierop legt men het, soms voorgeweekte (R. A. Utrecht), te herstellen archief
stuk. Op de andere kant van het stuk wordt dan op dezelfde wijze zijdevloei
met onderlegger opgelegd, waarna het geheel wordt aangestreken, aangeklopt
(G. A. Rotterdam), met een fotorol gladgerold (R. A. Utrecht), of geperst.
Tot slot wordt de onderlegger verwijderd en het stuk tussen karton gedroogd,
veelal nogmaals geperst en bijgeknipt of gesneden.
Als bij de bovenbedoelde, ernstig door vocht aangetaste archiefstukken,
bovendien de tekst plaatselijk slecht leesbaar is, worden zij door enkele be-
antwoorders (3 x), weliswaar met extra zorg, gelijk behandeld als boven be
schreven. Sommigen behandelen deze stukken vooralsnog geheel niet (R. A.
Groningen, R. A. Haarlem). Eén beantwoorder tracht verbleekte tekst op te
halen (R. A. Utrecht); anderen (3 x) laten dit, wegens de sterke papierver
kleuring, na. Wanneer aan beschadigde archiefstukken fragmenten van het
papier ontbreken vullen vele beantwoorders (9 x) deze met dik Japans papier
(4 x) of een andere bijpassende papiersoort i.e. Oudhollands (6 x) tot
het oorspronkelijke formaat aan. In één enkel geval (R. A. Leeuwarden) vulde
men bij voorkeur niet aan, behoudens uitzonderingen.
Men past voor het aanvullen de volgende werkwijzen toe: het reparatie
papier Oudhollands, Japans wordt langs het ontbrekende gedeelte van
het archiefstuk afgescheurd of nagetekend en uitgedund, waarna het enkele