74
75
Afdeling van gemeente- en waterschapsarchiefambtenaren
N.B. Het jaartal achter de namen geeft het jaar aan, waarin de aftredenden
niet herkiesbaar zijn.
Drs. H. M. Mensonides, voorzitter (1960).
Th. P. H. Wortel, secretaris (1959).
Dr. mr. A. T. Schuitema Meyer, penningmeester (1961).
Plaatsvervangend lid: drs. R. A. D. Renting (1961).
Vertegenwoordiger uit het hoofdbestuur: dr. W. van Hoboken.
Afgevaardigde in de „Centrale": dr. S. Hart.
VERSLAG DER VIER EN ZEVENTIGSTE ALGEMENE VERGADERING
De vergadering, die werd gehouden te Amsterdam op 27 september 1957,
werd blijkens de presentielijst bijgewoond door 76 personen; van zes leden
was bericht van verhindering ontvangen. Zij wordt om 14 uur geopend door
de voorzitter, dr. G. W. A. Panhuysen, die de aanwezigen verwelkomt. Meer
in het bijzonder richt hij dit welkom tot de algemene rijksarchivaris en de heren
M. Carlquist en H. J. Boelen, leden van de werkcommissie voor post- en
archiefzaken te Amsterdam, en een zestal heren ambtenaren van de gemeen
telijke archiefdienst en het gemeentelijk documentatiebureau.
De voorzitter houdt vervolgens zijn jaarrede (zie hierna p. 76).
De vice-voorzitter, dr. W. J. van Hoboken, spreekt namens de Vereniging
op waarderende wijze zijn gelukwens uit met de aan de voorzitter verleende
koninklijke onderscheiding, door de vergadering met applaus bezegeld.
De notulen van de ledenvergadering, gehouden te Rotterdam op 24 aprli 1957,
worden vastgesteld.
De penningmeesteresse brengt vervolgens haar verslag uit over 1956/57.
Daaruit blijkt, dat op de gewone dienst een batig saldo is van f 94.98; tenge
volge van achterstand in de betaling van de verkochte exemplaren van de ge-
fotocopieerde Handleiding heeft het Fonds voor archiefuitgaven een tijdelijk
tekort van f 78.941).
Namens de kascommissie spreekt mr. Bernsen zijn waardering uit voor het
door de penningmeesteresse gevoerde financiële beleid en stelt voor haar dé
charge te verlenen, waartoe wordt besloten. De benoeming van een nieuwe
kascommissie wordt aan het bestuur gedelegeerd. Ter afsluiting van haar be
stuursperiode spreekt de voorzitter zijn bijzondere waardering en dank uit voor
het door mej. Korvezee met grote zorg en accuratesse gevoerde financiële be
leid. Zij is tevens gedurende haar zittingsperiode de gastvrouwe van het be
stuur geweest. Ook hiervoor spreekt hij zijn erkentelijkheid uit onder aan
bieding, uit naam der bestuursleden, van een boekwerk.
Voor de te houden bestuursverkiezing stelt het bestuur voor drs. A. van der
Poest Clement. Uit de vergadering worden als candidaten genoemd mej. mr.
Het zal de leden interesseren te weten, dat de kosten van het Archievenblad
thans bijna f 3000 bedragen, waartegenover, behalve de rijkssubsidie van f 400, een
opbrengst van ongeveer f 1100 staat door abonnementen en losse verkoop. (N.v.d.R.).
E. C. M. Prins, die zich niet verkiesbaar stelt, en drs. F. A. Brekelmans. Uit
gebracht worden 69 stemmen, waarvan 41 op drs. van der Poest Clement, 26
op drs. Brekelmans en 2 blanco stemmen, zodat eerstgenoemde gekozen is. Deze
aanvaardt de benoeming.
Drs. H. M. Mensonides brengt namens de commissie voor de moderne ar
chieven verslag uit van de door deze commissie in het afgelopen jaar verrichte
werkzaamheden (zie hierna p. 84).
De voorzitter dankt de commissie voor haar activiteit maar deelt niet de
suggestie van de heer Mensonides de taak dezer commissie te beperken.
Van de heer C. Bloemen is een adres ontvangen betreffende samenwerking
van Vereniging en S.O.D. inzake opleiding en examina archiefverzorging, tot
welke samenwerking in de algemene ledenvergadering van 16 sept. 1939 werd
besloten. Na voorlezing van het adres beantwoordt de voorzitter dit uitvoerig
Hij herinnerde er aan dat op genoemde vergadering de toenmalige voorzitter, dr.
Coster, mededeling had gedaan (zie Ned. Archievenblad 1939/40 p. 12) dat
de Studieclub voor gemeentelijke documentatie, zoals de huidige Studiekring
voor overheidsdocumentatie toen heette, besloten had over te gaan tot het
instellen van een examen ter verkrijging van een diploma van bekwaamheid
in gemeentelijke archiefverzorging. Het lag in de bedoeling aan de a.s. can
didaten ook enige kennis van de oudere archieven bij te brengen, en het was
daarvoor dat het bestuur der Studieclub contact met onze Vereniging had ge
zocht, opdat van onzentwege voor de gewenste voorlichting inzake de oudere
archieven zou worden gezorgd. Op de jaarvergadering van 1940 kon worden
medegedeeld, dat de samenwerking daadwerkelijk tot stand gekomen was, dat
de opleiding, voorzover de oudere archieven betrof, in handen was gelegd van
dr. W. Moll, terwijl de candidaten door mr. A R. M. Mommers geëxamineerd
zouden worden. Na het aftreden van dr. Moll is de opleiding wat betreft de
oudere archieven gelegd in handen van mr. J. W. C. van Campen en dr. W. J.
Formsma, terwijl ook de voorzitter er, tot verleden jaar, enige jaren deel aan
heeft genomen. De examens worden nu ook afgenomen door mr. K. Schaap.
Een uitvoerig verslag over de resultaten van opleiding en examen verschijnt
ieder jaar in Overheidsdocumentatie. Llit het jaarlijks verschijnende prospectus
blijkt dat de candidaten, om toegelaten te worden tot het examen A, gedurende
een jaar bij de archiefverzorging van een overheidsinstantie werkzaam moeten
zijn geweest; de candidaten voor het examen B moeten minstens twee jaar
praktisch als zodanig hebben gewerkt. Uitgaande van de, vrij bescheiden, be
doeling: de candidaten enige kennis bij te brengen en voorlichting te geven
over oudere archieven, mag het resultaat van deze samenwerking gunstig
worden genoemd, en het bestuur verwacht dit ook voor de toekomst.
De heer Bloemen is erkentelijk voor deze beantwoording en juicht het
bestuursvoorstel toe om nader contact over deze aangelegenheid met het be
stuur van de S.O.D. op te nemen. Hij verwacht nu ook, dat de vertegenwoor
digers der Vereniging in de S.O.D. en bij de examens van dit lichaam door
de leden dezer Vereniging zullen worden benoemd en dat de benoemden jaar
lijks verslag zullen doen van hun verrichtingen. Het bestuur zal zich hierover
beraden.
De besturen van de afdelingen der Vereniging hebben eerst heden gerea
geerd op de in hun handen om advies gestelde motie-Van de Ven betreffende
toepassing van de z.g.n. rangeninflatie bij het archiefpersoneel in overheids-