100 101 stellen van een causaliteit, die in feite niet aanwezig zou zijn geweest. Het Centraal Secretarie-archief vormt van de afdelingsarchieven werkelijke zakendossiers, ongeacht welke afdelingen zich met de behandeling hebben bezig gehouden. Deze dossiers worden in de systematische volgorde opgesteld. Eén voordeel van deze opstelling heb ik U nog niet genoemd. Op deze wijze wordt een archief verkregen dat zich vanzelf aandient. Wanneer iemand het archief raadpleegt vindt hij een perfecte voorlichting omdat hij niet alleen dadelijk kan vinden wat hij zocht, maar de gezochte zaak bovendien aantreft in de onmiddellijke nabijheid van andere soortgelijke zaken en van de principiële beslissingen terzake. Een ander gevolg van de decentralisatie in de registratuur van de secretarie zou eventueel kunnen zijn dat de tot stand gebrachte eenheid in de behandeling van post- en archiefzaken binnen de kortst mogelijke tijd te niet zou zijn gegaan indien niet op de werkzaamheden der registratuurambtenaren werd toegezien. Nu zijn toezicht en controle begrippen die de meeste mensen, en zeker Amsterdammers, bijzonder slecht liggen. Laat ik dus liever zeggen dat het Documentatiebureau, dat door B. en W. hiervoor is ingesteld, regelmatig contact onderhoudt met de registra tuurambtenaren. Er worden in de classificatieschema's geen wijzigingen aangebracht zonder het bureau daarin te kennen. Bovendien zijn sinds het tot stand komen van het besluit post- en archiefzaken geen wijzigingen mogelijk zonder dat de Perma nente Adviescommissie voor post- en archiefzaken daaraan haar fiat heeft gegeven. Iedere wijziging behoeft de goedkeuring van B. en W„ bij besluit vast te stellen. In de loop van de tijd is het Documentatiebureau uitgegroeid tot de vraagbaak in deze materie. Dit bureau fungeert dan ook als het secretariaat dier Commissie. Diensten en bedrijven. De archiefordening van diensten en bedrijven ligt moeilijker dan bij de secretarie. Niet alleen zijn er diensten, bedrijven en administratiën, die de secretarie in omvang overtreffen (ik noem slechts: Dienst Publieke Werken, Gemeentelijk Energiebedrijf en Administratie der Gemeente Ziekenhuizen, waaronder begrepen de Universiteits klinieken), maar bovendien is de behandelde materie moeilijker door het specifieke van iedere dienst. De Permanente Commissie staat voor de gigantische taak in 10 a 15 jaar de registratuur van alle gemeentelijke diensten en bedrijven te reorganiseren. Zij wordt daarbij geassisteerd door de Werkcommissie. Een belangrijk deel van dit werk rust op het Documentatiebureau. Alvorens onze opdracht te aanvaarden hebben wij gesteld, dat dit werk door ons alleen dan kan worden uitgevoerd indien wij gelegen heid zouden hebben de registratuurambtenaren van te voren het „hoe" en het „waarom van de reorganisatie uiteen te zetten. Onze gemeentelijke cursus dus! Zeventig ambtenaren hebben wij intussen in diensttijd en gratis opgeleid. Een prettige bijkomstigheid voor ons werkelijk niet meer dan een bijkomstig heid, gezien^ onze doelstelling is, dat enkelen van onze cursisten de examens van de Studiekring voor Overheidsdocumentatie afleggen. Over de resultaten mogen wij tevreden zijn. Laat ik U nu een beschrijving geven hoe de reorganisatie van de registratuur van een dienst in zijn werk gaat. Allereerst gaat de Werkcommissie de zaak met de directie van de betrokken dienst bespreken. Deze eerste informatieve bespreking gaat vrnl. over die artikelen van het besluit post- en archiefzaken, waarin de dienst een keus wordt gelaten. Misschien is er tot nu toe onvoldoende de nadruk op gelegd dat het besluit post en archiefzaken-Amsterdam een besluit is dat uitsluitend de beginselen van post en archiefzaken regelt, doch dat aan de administratie een vrij grote vrijheid laat in aangelegenheden van de uitvoering. Na dat eerste gesprek gaan de ambtenaren van het Documentatiebureau proberen in nauwe samenwerking met de dienst een registratuurplan te bouwen. Daarvoor is allereerst nodig dat zij zich volkomen op de hoogte stellen van de omvang en intrinsieke waarde der te behandelen materie en tevens van de plaatselijke be hoeften, omstandigheden en mogelijkheden. Dit vereist tevens bestudering van de gehele organisatie. Door besprekingen met afdelingschefs en technici moeten deze ambtenaren ook trachten een indruk te verkrijgen van wat men van het archief verlangt en hoe ongeveer de vraagrichting is met betrekking tot de verlangde archiefbescheiden. Dit werk vereist van deze, laten wij ze noemen registratoren in algemene dienst, een grondige kennis van de gemeentelijke administratie in al haar geledingen. De verkregen bevindingen worden vastgelegd in een voorlopig registratuurplan dat is opgebouwd op de bestaande functies en systematisch is. Dit voorlopige registratuurplan behoeft de goedkeuring van het Registratuurbureau der Vereniging van Ned. Gemeenten dan wel van het Nederlands Instituut voor Docu mentatie en Registratuur, en tevens zullen de directeuren, afdelingschefs en technici van de dienst er hun goedkeuring aan moeten hechten. De registrator in algemene dienst dient hierbij zowel het belang van de dienst als het groot gemeentelijk belang in het oog te houden. Is het voorlopig registratuurplan op deze wijze geamendeerd, dan wordt het voor gelegd aan de Werkcommissie voor post- en archiefzaken. Nadat deze commissie het plan uitvoerig heeft bestudeerd, passeert dit nog de Permanente Commissie, die na eventuele goedkeuring harerzijds het plan voorlegt aan B. en W. ter defini tieve vaststelling. Teneinde de systematiek en de uniformiteit geen geweld aan te doen moeten alle eventuele wijzigingen en aanvullingen alle fasen als hiervoor ge noemd eveneens doorlopen. Vervolgens worden de volgende onderwerpen nog nader bestudeerd, besproken en vastgesteld: de inschrijvingstechniek (fiche-doorschrijfsysteem of een ander sy steem) het creëren van neveningangen; de hulpmiddelen voor de interne en externe voorgangscontrole; het samenstellen van een inventaris van alle aanwezige dossiers (niet te verwarren met wat in uw spraakgebruik onder inventaris wordt verstaan); de administratie van de uitlening van dossiers; het formeren van scha- duwarchieven; het samenstellen van de lijst van voor vernietiging vatbare stukken; het overbrengen van archiefdelen naar de gemeentelijke archiefdienst; de aan schaffing van documentatie- en registratuurbenodigdheden. Bij de daadwerkelijke invoering van het nieuwe registratuurstelsel assisteert de registrator in algemene dienst het registratuurpersoneel zolang dit noodzakelijk is. De duur van deze aanloopperiode hangt af van de kennis en intelligentie van het registratuurpersoneel. Is een registratuurplan eenmaal ingevoerd, dan zal de registrator in algemene dienst zich periodiek ervan dienen te overtuigen of de gegeven richtlijnen ook volledig worden nageleefd. De duur van deze contactbezoeken is uiteraard geheel afhankelijk van de grootte en structuur van de dienst. De praktijk heeft geleerd dat aan de registrator in algemene dienst bij deze contactbezoeken vele en zeer uiteenlopende problemen worden voorgelegd. Een enkel woord nog over de vernietiging van archiefstukken. Ik sprak zojuist over de lijst van voor vernietiging vatbare stukken. Deze lijst wordt door de dienst of het bedrijf zelf opgesteld, zij het dan in samenwerking met het Documentatiebureau. Deze dienstlijst blijft binnen het kader van de lijst, be horende bij de beschikking van de ministers van Binnenlandse Zaken en O., K. en W. van 14 januari 1948. De dienstlijst moet worden goedgekeurd door de gemeentearchivaris. In tegen stelling tot de andere artikelen van het besluit post- en archiefzaken (waar de Permanente Commissie zich uitspreekt) heeft in dit geval de gemeentearchivaris „alleen-beslissingsrecht". Aan de hand van deze dienstlijst worden de dossiers uit geschoten maar nog niet vernietigd. De werkelijke vernietiging heeft eerst plaats na verkregen machtiging van de gemeentearchivaris. Mijnheer de Voorzitter, Dames en Heren! Ik heb getracht U een beeld te geven van de ontwikkeling van de registratuur te Amsterdam. Misschien heb ik U kunnen overtuigen dat het in dit opzicht liberale Amsterdam zich geen systeem heeft laten opdringen. Ik heb U laten zien op welke manier er in Amsterdam wordt samengewerkt tussen de verzorgers van het jongste archief en de beheerders van het oudere archief. Samenwerken is misschien nog niet eens de juiste term, omdat het associaties kan oproepen aan geheel uiteenlopende instanties. Wij zijn ons bewust dat wij werken aan hetzelfde. Er is in het verleden schijnbaar of werkelijk een kloof geweest tussen deze verzorgers en beheerders. Ik zou zo graag willen dat deze uiteenzetting zou worden beschouwd als een grote steen, door mij gegooid niet over de kloof naar de vermeende tegenstanders maar in de kloof waardoor zij minder diep wordt. H. H. M. DINKGREVE

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1958 | | pagina 15