154 Het Italiaanse archiefstijdschrift Rassegna degli archivi di Staio XVI afl. 1 (jan.april 1956) brengt de openingsrede van de cursus 1955/56 in paleo grafie, diplomatiek en archivistiek aan het Staatsarchief te Cagliari door F. Loddo—Canepa ,een hommage aan de Sardijnse voorgangers van de 19e en 20e eeuw, docenten aan de in 1877 gestichte archief school aldaar. M. del Piazzo geeft een lijst van de brieven van Lorenzo il Magnifico in het staatsarchief te Florence, verspreid in diverse fondsen. - Het artikel van Ettore Falconi: II dipartimento di grazia, guistizia e buongoverno degli stati Parmensi brengt een globaal overzicht van de inhoud van dit 19e-eeuws ar chief. R. Perrella geeft een overzicht van de Miscellanea risorgimentale (1848 1862) in het staatsarchief te Messina, gevolgd door een inventaris. -Intern Italiaans is ook het artikel van A. Allocati over de papieren van D. Tommasi, minister van Ferdinand IV van Napels in het begin der 19e eeuw, die deel uitmaken van het Bourbon-archief, de jongste aanwinst van het staatsarchief te Napels; ook dit wordt door een summiere inventaris besloten. -Onder de officiële berichten treffen wij de mededeling aan dat de wet van 1952 ter bescherming van het „patrimonio archivistico" voor drie jaar is verlengd (be treft de campagne tegen de termieten), en een reglement op de mikrofilm-dienst. Afl. 2 opent met een beschouwing over de staatsarchieven in het afgelopen decennium, een interessant overzicht van de ontwikkeling in de na-oorlogs jaren; daarna volgt een artikel over ,.sottosezione" (onderafdelingen) van G. Giuliani. De centrale bestuursorganen der administratie in Napels gedurend; de Franse tijd 1806 1815) behandelt A. Saladino in een lijvig artikel. Aan Alessandro Canobbio, archivista Veronese (c. 1530c. 1608), die 1587 vgl. het archief van de raad dezer stad ordende, wijdt G. Sancassani een korte beschouwing. Afl. 3 opent met een „C.ronaca dello congresso" van sept. '56 (met een fraai overzichtsfoto van de openingsvergadering in de Sala dei Duecento. waarop wij enkele collegae konden ontdekken, o.a. Graswinckel, die namens de Conseil international de begroetingsrede uitsprak). Volgen het „discorso inaugurale" van de minister van binnenlandse zaken, begroeting namens de Italiaanse archivisten door prof. Filangieri, een inleiding over de tentoon stelling betr. de economische geschiedenis van Italië. Vervolgens de ten con- gresse gebrachte themata: nieuwbouw van archieven (inleider Ingvar Anders- son), met de „interventies" der Italiaanse collegae; het vernietigingsvraagstuk (inleider J. H. Collingridge, met assistentie van D. Evans), met alsvoren; de private archieven (inleider prof. Filangieri), met alsvoren. Ten slotte een korte beschouwing over de bescherming van archieven in tijd van oorlog van N. Rodolico, en het slotwoord te Siena van prof. Gino Barbieri over de ge schiedenis dezer stad. Al deze stukken zijn in het Italiaans. Zij die deze taal niet, of niet voldoende machtig zijn, zullen geduld moeten hebben tot de verschijning van Archivum 1956, waarin een volledig verslag in meer gangbare taal is beloofd. De grootste helft van dl. XXV (1956) van het Poolse archieftijdschrift Archeion is gewijd aan het verslag van de in jan. 1955 te Warschau gehouden bijeenkomst waar de archivistieke balans van het 10-jarig bestaan van de nieuwe Poolse staat is opgemaakt. Uit de Engelse en Franse resumés zien wij, dat daar 21 rapporten over uiteenlopende onderwerpen zijn uitgebracht, waar van 2 in dl. XXIV zijn verschenen en 11 in dit deel zijn te vinden. Alleen 155 de titels worden vernield, waaruit blijkt dat zij betreffen de ontwikkeling der staatsarchieven, het werk aan de door de Nazi's geabandonneerde archieven, en aan de archieven van genationaliseerde bedrijven; verder algemene oriën tatie over de archieven in Rusland, Tsjechoslowakije en Hongarije, en aan diverse andere problemen. Iets uitvoeriger worden zij, die nog geen Pools kennen, ingelicht t.a.v. de overige artikelen: huidige problemen der West- europese archiefwetenschap (H. Altman); de „summariusz" (sommaire) der oude Poolse archieven, reeds in de 15e eeuw bekend, die ook op andere ar chieven, zelfs op particuliere, met name van de adel, is toegepast (P. Ban- kowski); de archieven te Warschau, vrnl. sinds de laatste Poolse deling in 1795 en door de Duitsers verbrand bij de grote opstand van 1944 (K. Konarski); de archieven van het aartsbisdom Breslau, die door de oorlog zeer hebben geleden (W. Urban), en een aantal artikelen, voor de economische geschiede nis van belang, over de papierfabrieken te Lublin uit de 16e eeuw, in de 17e door Zweedse troepen verwoest, en over documenten over de smelterijen in Opper-Silezië in de staatsarchieven te Stalinograd. De Bibilothèque de l'école des chartes CXIII (1955) brengt als gewoonlijk artikelen van meer geschiedkundige aard, waaronder een notitie van J. de Font- Réaulx; Les décimes de l'Italie et de l'Espagne médiévales, als voorgeschiede nis van onze Tiende penning niet zonder belang. In het kader van de opleiding onzer adspiranten wijzen wij op de Lecon d'ouverture du cours d'archéologie du Moyen Age, gehouden voor de Ecole des chartes door Jean Hubert. De zeer uitvoerige bibliografie brengt, in het bijzonder op historisch gebied, elk wat wils; op ons terrein de bespreking van het boek van Brenneke-Leesch door R.-H. Bautier, uiteraard vol lof, die echter hun perioden-indeling (oudheid en middeleeuwen, moderne periode tot 1815, contemporaine sinds de Franse revolutie) bestrijdt met te wijzen op het belang van de concentratie der Spaan se archieven te Simancas door Filips II en de maatregelen der Pausen voor de bewaring hunner archieven, terwijl aan beide landen te weinig ruimte is gegeven. Ook noemt B. de bibliografie voor de romaanse landen „médiocre ou nulle". Uit de Chronique vernamen wij het overlijden, 19 fe'or. 1955, van de paleograaf en diplomaticus Alain de Boüard, auteur van het beroemde Manuel de diplomatique frangaise et pontificale. Het tijdschrift A(rchives), Bfibliothèques, C(ollections), D(ocumentation) heeft opgehouden te bestaan. De Gazette des Archives, ons niet toegankelijk, is nu het enige Franse archieftijdschrift. In Skandinavië is, zoals Der Archivar bericht, een nieuw archieftijdschrift ontstaan, Nordisk Arkivnyt, uitbreiding van een klein mededelingenblad van het Deense rijksarchief. De aandacht der archivisten worde gevestigd op*): Artikel van de heer C. Bloemen: Aanwijzingen voor het inventariseren van archieven, in Tijdschrift voor Overheidsdocumentatie 1957 afl. 5 en 6. Op p. 111 r. 14 v. b. hiervóór worde i.p.v.: afl. 4, gelezen: In de jan. afl. van het Tijdschrift voor Efficiëntie en Documentatie.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1957 | | pagina 18