10 Documentatie en Administratieve Organisatie der Overheid" (de S.O.D.) op 14 okt. 1955 te Maastricht heeft gehouden, nadat hij tijdens de algemene leden vergadering van deze Studiekring op dc dag tevoren zijn lezing uitsprak over ,,De taak van de archivaris-beheerder der naar de archiefbewaar plaats in de zin der Archiefwet overgebrachte archieven en zijn verhouding ten opzichte van de moderne archieven". Hij nam eveneens deel aan de ,,Documentatiedag", georganiseerd door het Nederlands Instituut voor Documentatie en Registratuur op 8 juni 1956 te Utrecht, waarop onder leiding van de praeadviseurs, de heren W. Both, W. E. Clason en D. Kuijpers, werd gediscussieerd over ,,Het ontstaan en verwerken van documenten", en waarbij o.a. de noodzakelijkheid van het inschrijven (agenderen) van de ingekomen post behandeld werd, Aan de jaarvergadering van de Nederlandse Vereniging van Bedrijfsarchiva- rissen, gehouden op 17 mei 1956 te 's-Gravenhage, werd deelgenomen door ons bestuurslid mej. L. Ruys. Het Nederlands Archievenblad is onder de voortreffelijke leiding van zijn redacteur, dr. W. S. Unger, in het afgelopen jaar verschenen in vier afleve ringen die tezamen 160 bladzijden telden; vóórdien verscheen het in 3 afleve ringen, en telde het bv. in 1954/55 slechts 136 bladzijden. Deze uitbreiding en veelvuldiger verschijning zijn o.a. mogelijk geworden door een verhoging van het subsidie, dat het ministerie van O.. K, en W. ons heeft verleend; tenge- volg daarvan kan ons tijdschrift iets actueler zijn dan vroeger, en bovendien biedt het daardoor ruimer gelegenheid aan onze leden de vruchten van hun persoonlijke archivistische studies te publiceren en aan eventuele schrifte lijke gedachtenwisselingen op ons gebied deel te nemen. Ik spoor U allen nog maals dringend aan van deze gelegenheid zo veel en zo vruchtbaar mogelijk gebruik te maken, en op deze wijze aan de ontwikkeling van de ideeën en de oplossing van hangende problemen naar vermogen mee te werken. In de sfeer van de archieven der kleinere gemeenten deed zich in het afge lopen jaar een belangrijke ontwikkeling voor, doordat op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen van 1949 niet minder dan drie streeka-rchiva- riaten gevormd werden, nl. dat van Nassau-Brabant, de Kring Oosterhout en dat van Etten en Leur en vier andere gemeenten (zie Ned. Archievenblad 1955/56, p. 128 vgl.). Andere, eveneens in de provincie Noord-Brabant, zijn in oprichting. Terecht hebben de heren Brekelmans en Unger in ons Archieven blad onze aandacht gevraagd voor deze wijze van zorg voor de archieven der kleinere gemeenten. Een verdere ontwikkeling van het instituut der streek- archivariaten zou aan deze groep van archieven zeer ten goede komen en lijkt ons zeer gewenst. In Delft kwam het nieuwe gemeentelijke archiefdepot gereed, met zijn air conditioning en verdere outillage thans de modernste archiefbewaarplaats in de Nederlanden". Wij wensen de gemeentearchivaris, dr. Oosterbaan, die dit resultaat niet zonder strijd in een moeilijke tijd heeft weten te bereiken, hier mee dan ook van harte geluk. Over de mutaties in ons corps heeft het Archievenblad ons in de loop van het jaar, zoals steeds, volledig ingelicht. Tot allen, die ergens in het Neder landse archiefwezen hun intrede deden of die op enigerlei wijze bevorderd werden, richten wij hier eveneens onze hartelijke gelukwensen. 11 De heer mr. H. T. Obreen, chartermeester bij de provinciale archiefinspectie in Friesland, promoveerde aan de Rijksuniversiteit te Leiden tot doctor in de rechtswetenschap In de loop van het jaar hebben wij tot ons leedwezen twee onzer leden door de dood verloren: dr. E. Wiersum, oud-archivaris der. gemeente Rotterdam en van het Hoogheemraadschap Schieland, en mr. R. van Roven, archivaris der gemeente Leiden.. Ook valt het overlijden te betreuren van de heer Brug- geman, oud-hoofdcommies aan het Algemeen Rijksarchief en oud-archivaris van de Oud-Bisschoppelijke Clerezij, die geen lid onzer Vereniging was. Zeven nieuwe leden zijn tot de Vereniging toegetreden, vier bedankten; zij telt nu 206 leden. Ik moge dit jaaroverzicht besluiten met de wens, dat ook het komende jaar wederom vruchtbaar moge zijn door ons aller medewerking en inspanning bij het behartigen van de belangen van het Nederlandse archiefwezen, een doel, dat wij ons immers allen in een of andere vorm tot levenstaak hebben gemaakt. VERSLAG VAN DE COMMISSIE VOOR DE MODERNE ARCHIEVEN De Commissie voor de moderne archieven heeft in het tweede jaar van haar bestaan in ongewijzigde vorm haar werkzaamheden kunnen voortzetten. Zij bestaat uit de leden mej. M. W. Juxriaanse, de heren dr. W. J. Formsma, mr. K. Schaap en E. L. van Loo, mej. L. J. Ruys, secretaris, en de heer H. M. Men- sonides als voorzitter. Door allerlei omstandigheden heeft de Commissie aanzienlijk minder vaak vergaderd dan in het eerste jaar van haar werkzaamheid. Een van de voor naamste redenen was de uitzonderlijke gestrengheid van de afgelopen winter, die noodzaakte verschillende malen een vergadering uit te stellen tot het reizen voor de leden in de buitengewesten wat minder bezwaarlijk zou zijn. Een an dere was, dat geruime tijd gewacht moest worden tot de antwoorden op de enquête, waarover straks nader, waren binnengekomen en verwerkt. Vergaderd werd op 4 januari en 25 april. De vergadering van 4 januari was in de eerste plaats gewijd aan de bespreking van het praeadvies-Panhuysen en de daarop ingekomen reacties. Een en ander werd uitvoerig besproken en af gewogen, waarbij de Commissie tot de conclusie kwam, dat zij unaniem kon instemmen met de denkbeelden, neergelegd in het onderhavige praeadvies. Zij maakte deze haar mening kenbaar in een schrijven waarvan de voorzitter in de algemene ledenvergadering van 19 januari voorlezing heeft gedaan. Tevens werd in dit schrijven aangedrongen op de instelling van een leergang, waar de reeds gevormde archiefambtenaren hun kennis omtrent de vraag stukken der moderne archieven en de registratuur zouden kunnen aanvullen en verdiepen. Het is de Commissie niet bekend of het deze suggestie is geweest, die de studiedagen in het leven heeft geroepen, welke in een zeer gelukkige samenwerking van onze Vereniging met de algemene rijksarchivaris, mr. Har- denberg, op het Algemeen Rijksarchief in Den Haag tot stand zijn gekomen, waar de heer Carel Bloemen gedurende een vijftal dagen de beginselen en methodiek van de registratuurwetenschap behandelde. Ze mogen dan enigszins anders van opzet zijn geweest dan de Commissie zich had voorgesteld, de bij zonder grote belangstelling, welke zelfs een tweetal reprises van deze studie dagen nodig maakte, zullen naar ik hoop ook de organisatoren overtuigd hebben, dat er voor dergelijke onderwerpen, ook in de kring van de beheerders

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1956 | | pagina 9