38 verdient voorts de vrijstelling van leges voor onderzoekingen van wetenschap pelijke aard, welke uitzondering tot dusver niet in de verordening was opge nomen, en de afschaffing van het afzonderlijke tarief voor onderzoekingen in de doop- en begrafenisfiches. De herziening is op 1 oktober j.l. in werking ge- freden. Exemplaren van de herziene verordening zijn bij de Gemeentelijke Archiefdienst op aanvraag verkrijgbaar. RIJKSARCHIEVEN Algemeen Rijksarchief, Tot hoofdarchivist is benoemd de heer J. Steur (II), thans als zodanig aan het rijksarchief in Utrecht; tot adjunct-archivist in tijdelijke dienst m.i. van 1 okt. 1956 de heer L. J. van der Klooster (II). Rijksarchief in Friesland. Op de rijksbegroting voor 1957 is de helft uit getrokken van een bedrag van f 500.000, als bijdrage in de bouw van een nieuw gebouw voor de Prov. Bibliotheek van Friesland. Hierdoor zal het: moge lijk zijn dat binnen afzienbare tijd het kanselarijgebouw geheel ter beschikking van het rijksarchief kan komen. Rijksarchief in Utrecht. Tot adjunct-chartermeester in tijdelijke dienst is benoemd mr. J. H. de Vey Mestdagh (I). Tot archivist is benoemd de heer F. H. C. Weytens (II), thans als zodanig aan het Algemeen Rijksarchief. Rijksarchief in Zeeland. De adm.-ambtenaar C 2e klasse, J. de Kuyper is, te rekenen van 1 jan. 1956, bevorderd tot adm.-ambtenaar C le klasse. GEMEENTE- EN WATERSCHAPSARCHIEVEN Het verslag, betreffende de inspectie van archieven van gemeenten en water schappen in Gelderland over 1955 vermeldt dat bij besluit van G. S. van 22 juni 1955 een. ..Reglement inzake de archiefinspectie in Gelderland'' is vast gesteld. Met de voorbereiding van de instelling van enige streekarchivariaten, te weten langs de v.m. Zuiderzee en in de Achterhoek, werden vorderingen gemaakt; ook bij de gemeentebesturen in de Bommelerwaard werd hiervoor belangstelling gewekt. ,,De samenvoeging van een aantal gemeenten in dit ge bied stelde de betrokken besturen immers voor nieuwe vraagstukken inzake de opberging en verzorging van de archieven". De aandacht verdient de klacht van de inspecteur over te vroeg in gebruik genomen nieuwe kluizen in diverse gemeenten, waarvan een vochtig archief het gevolg was. Amersfoort. Tot gemeentearchivaris is m.i.v. 1 dec. 1956 benoemd de heer J. Hovy, hist, docts (I). Streekarchivariaat Baronie^West (opgericht door de gemeenten Etten en Leur, Hoeven, Oudenbosch, Prinsenbeek en Standdaarbuiten)Tot archiva'ris is m.i.v. 1 jan. 1957 benoemd de heer C. Th. Lohmann, hist, docts (I), afge treden archivaris der gemeente Breda. Delft. Tot adjunct-archivist is benoemd de heer W. H. van Leeuwen (II). s-Hertogenbosch. Van een aanzienlijk deel der oorkonden, berustend in de oude loketkast en tot nog toe volledig ontoegankelijk, konden, zoals het verslag over 1955 meldt, regesten worden gemaakt (1085 nrs.). Zij bleken afkomstig, behalve van de stedelijke archieven, voor de grote meerderheid te behoren tot enige familie-archieven, terwijl ook het archief van het fonds voor de arme gevangenen kon worden gereconstrueerd. Verworven werd het archief van 39 de Confrérie Sint-Eloy, 1848-1955; het feit, dat de goud- en zilversmidsknech ten een afzonderlijke en geprivilegieerde positie innamen in de arbeiderswereld van vóór 1914, maakte deze schenking bijzonder welkom. Leeuwarden. Het verslag over 1954 maakt melding van de moeilijkheden, veroorzaakt door het secretarie-archief 1905-1941, dat ,,in een soort beheers- vacuum valt". Het is niet aan de archivaris overgedragen, maar wel ter be waring toevertrouwd, terwijl ter secretarie wel enige ambtenaren belast zijn met de zorg over het dynamische archief sinds 1943, maar naar het schijnt niemand met dat over het statische gedeelte, daaraan voorafgaand. Dit deel „dreigt te vervallen tot een onbeheerde massa oud papier, waar dagelijks ambte naren in rondsneupen op zoek naar voor hen interessante documenten, die dan meestal voor goed in de decimale dossiers verdwijnen, ook al beginnen die officieel pas met 1942"1Op een andere wonde plek legt het verslag over 1955 de vinger: de archivaris heeft „tot zijn spijt moeten constateren, dat ar chiefstukken e.d., welke voor kortere of langere tijd aan andere gemeente diensten worden uitgeleend, voor een groot deel nimmer terugkeren en bij na- vrage verloren of althans onvindbaar zijn". De archivaris vraagt zich af of niet ware te overwegen deze ambtenaren persoonlijk verantwoordelijk te stel len, al dan niet met storting van een niet te lage cautie. T.a.v. de inventarisatie berichten beide verslagen dat de bewerking van het archief 1811-18502) is „opgezet om met de vroegere plaatselijke problemen bekend te worden, er verdwaalde oudere stukken uit te ziften en uit de lot gevallen der met dorsale en andere notities rijk voorziene documenten de werk wijzen van latere beheerders (vooral Eekhoff) te leren kennen", wat bij het zeer fragmentarisch bewaarde en bovendien nog al dooreengehaalde oud-archief niet zo goed is te bespeuren. Aan dit en aan het latere gedeelte van het tot 1941 lopende nieuwere archief werden voorbereidende werkzaamheden ver richt. Ook de archieven van jongere armeninstellingen werden bewerkt. Te- werkgestelden klapperden een deel der trouwboeken en wijkregisters; de lid- matenregisters der Herv. gemeente werden gecopieerd over de perioden 1581- 1760 en 1805-zomer 1853. Van de aanwinsten worde genoemd het archief je van de schaakclub Philidor 1847-1921. Leiden. Tot archivaris (vac.-mr. Van Royen) is benoemd mej. mr. A. Versprille (I), thans hoofdcommies. Maastricht. Het verslag over de jaren 1954 en 1955 laat pessimistische klanken horen over de stagnatie in de plannen voor een nieuw modern inge richt gebouw voor stadsarchief en -bibliotheek. Maar de moeilijkheden zijn zo toegenomen dat naar het oordeel van de archivaris „aan een noodoplossing voor de eerstkomende jaren niet te ontkomen is." Min of meer kostbare voor zieningen voor beveiliging tegen brandgevaar en de bescherming der archi valia tegen directe inwerking van het zonlicht zijn niet te vermijden. T.a.v. het laatste zijn door het aanbrengen van dubbele ramen reeds maatregelen genomen. Als belangrijke aanwinsten mogen worden genoemd het in bewaring ont vangen van het archief van het R.K. Weeshuis, 1669-c. 1920; verder enige belangrijke hss. en enige 15e eeuwse tekeningen op perkament, waarin naar Is te Leeuwarden dan geen gevolg gegeven aan het voorschrift betreffende de vaststelling van de grens van oud- en nieuw archief? CN. v. d. R.). 2) Wat is de ratio van dit laatste jaar? (alsv.).

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1956 | | pagina 23