28 Kennisneming van deze publikatie die ook als afzonderlijke brochure is te raadplegen kan aan alle archivisten, die een kaartverzameling te beheren hebben, worden aanbevolen. P. S. HET ITALIAANSE INSTITUUT VOOR ARCHIEFRESTAURATIE1) Het hierboven bedoelde ,,Istituto di Patologia del Libro". gevestigd te Rome, is gesticht door de in 1952 overleden geleerde Alfonso Gallo, aanvan kelijk als een afdeling der LInviersiteit, sinds 1938 als staatsinstituut. Het bestaat uit vijf afdelingen: le afd. de bibliologie, omvattend het museum, de vakbibliotheek, speciale verzamelingen en de restauratiewerkplaats. 2e afd. de biologische afdeling, met het laboratorium voor mikrobiologie en entomologie waarin de schrijfstoffen op hun plantaardige en dierlijke kwa liteiten worden onderzocht. 3e afd. de chemische afdeling, die alle te gebruiken chemicaliën beproeft zoals gelatine, stijfsel, inkten en verven, de ontvlekkings- en reinigingsmidde len. Tevens omvat deze afdeling het desinfecteren in engere, alsook in de meest ruime zin. 4e afd. de optische en fotografische afdeling, omvattend alle werkzaam heden tot behoud en conservering van bedreigde archieven. Naast de dage lijkse fotografische reproducties heeft men het voornemen alle Italiaanse hand schriften, die vóór de elfde eeuw ontstaan zijn, te fotograferen. 5e afd. de technologische afdeling, omvattende diverse apparaten voor papier beproeving, en een kleine papiermolen waarmee men het benodigde handge schepte papier zelf vervaardigt. De afdelingen worden geleid door wetenschappelijke deskundigen; zij be schikken over vaktechnisch goed geschoolde medewerkers, aan wie een uit rusting met moderne instrumenten en apparaten, welke voortdurend wordt aangevuld en vernieuwd, ter beschikking staat. Voor het publiceren van proeven en onderzoekingen der medewerkers is er een eigen orgaan, het „Bolletino dell lstituto di Patologia del Libro", waarvan tot nu toe elf delen zijn verschenen en waarin!, naast de bijdragen der medewerkers, een bibliografie en besprekingen van op het gebied der restauratie verschenen werken zijn opgenomen. Het Instituut ontvangt voortdurend restauratieopdrachten van bibliotheken en archieven, waar het ingekomene na onderzoek en op aanwijzingen van de verschillende afdelingsleiders door specialisten in de restauratiewerkplaats wordt hersteld. Voor alle voorkomende aanvragen en voor adviezen staat het Instituut ter beschikking van archivarissen en bibliothecarissen. Vele geïnteresseerden, w.o. ook buitenlandse archief- en bibliotheekambte naren, brachten reeds een studiebezoek aan het Instituut, dat een Gids, in verscheidene ver.alingen gebracht, heeft uitgegeven. W1LLEMSEN L Het hiernavolgende is ontleend aan een artikel van Richard Blaas, Probleme der Archivaliënrestaurierung, in Mitteilungen des Oesterreichischen Staatsarchivs 6e band (1953). 29 BUITENLANDSE ARCHIVISTISCHE LITERATUUR I Archives, het orgaan van de British Records Association, de aantrekkelijke reeks beschouwingen over de Local Archives of Great Britain vervolgend, brengt in nr 13 een beschouwing van de county-archivist Felix Hull over die van Kent, gevestigd te Maidstone. Ofschoon eerst in 1932 onder wetenschap pelijke leiding, is dit depot een der meest actieve t.a.v. de opneming van mo derne archieven; ook tal van particuliere archieven werden verworven. Juist vóór de oorlog kwam een nieuw en zeer modern archiefgebouw gereed; in 1946 onlstond een Archives Committee of the County Council kom daar bij ons nu ereis om! die het verwerven van aanwinsten sterk heeft gesti muleerd; „the County Archivist and its staff have felt the full benefit of this support and interest". Voor de opgave van de voornaamste inhoud en van de stand van catalogisering en indicering daarvan mogen wij belangstellenden naar het artikel verwijzen. De Guildhall Library is in nr 14 aan de beurt; Albert E. J. Hollaender beschrijft deze in 1524 in het leven geroepen ietwat hybridi sche verzameling. Thans fungeert deze als County Record Office voor de City of Londen, en bewaart dien.engevolge ook belangrijke oude archieven; in 1954 werd zij door de bisschop van Londen als Diocesan Record Office erkend. „Thus (he Manuscripts Department has grown from a repository for miscel laneous records „relating to the City of London" to a fully functioning Record Office of local as well as national character". In nr 13 worden de archieven van Jersey behandeld door reverend G. R. Balleine. Door een ramp bevatten zij niet veel van vóór 1502, maar de Société Jersiaise, de plaatselijke oudheidkundige vereniging, bezit belangrijke losse stuk ken van 1294 af. Belangrijke documenten zijn bewaard over het verblijf van Karei II op het royalistische eiland tijdens zijn ballingschap. Twee artikelen betreffen kaarten; G. C. Crone behandelt „The news of maps in record pu blications," en D. P. Bickmore „The reproduction of maps for record publi cations". Zij lijken mij zeer deskundig, doch lenen zich slecht voor een referaat. Belangrijk is in nr 14 de bijdrage van H. M. C. Colvin: Architektural His tory and its Records, waarin de bronnen voor de architektuurgeschiedenis en hun gebruik worden geschetst (men denke aan Ten Haef's tors over de bouw geschiedenis van de Utrechtse dom). De auteur geeft, naar de aard der ge bouwen koninklijke en openbare gebouwen, kerken, „domestic architecture" vervolgens een overzicht van het beschikbare bronnenmateriaal. Het hier gegeven schema kan ook voor onze architektuurhistorici dienstig zijn. De archieven der Church Missionary Society, gesticht in 1799 door een groep Anglikanen, worden behandeld door Henry S. Cobb. Vermeld worde nog een bibliografie van de geschriften van sir Hilary Jenkinson, 1909,1955. De rubriek Report and Comment vermeldt het verschijnen van een eigen blad der Society of Archivists, meer bestemd voor archivisten-in-funciie1) L Gezien de opzet van de Records Association lijkt de stichting van een eigen orgaan, het Journal of the Society of archivists, ter vervanging van het vroegere „Bulletin" begrijpelijk en misschien zelfs verantwoord. In het uiterlijk vertoont dit een gans ander karakter, maar de meeste der in de ter kennismaking toegezonden tweede aflevering „the first issue being unfortunatally out of printopge nomen bijdragen, w.o. Three papers on local government records, hadden even goed

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1956 | | pagina 18