14 reglement zodanig kunnen worden uitgelegd dat een wijziging der statuten een kostbare aangelegenheid achterwege zou kunnen blijven. Op voorstel van mr. Van 't Hoff wordt besloten zulk een ruime betekenis aan het in art. 5 der statuten voorkomende woord „rijksarchiefdienst" te geven, dat voortaan archiefambtenaren, werkzaam bij departementen en rijksdiensten, hieronder be grepen kunnen worden. Bij een volgende noodzakelijke wijziging der statuten zou dan een andere formulering voor art. 5 gezocht moeten worden. Vervolgens wordt door de voorzitter de vraag gesteld hoe de vergadering denkt over een mogelijke toetreding van archiefambtenaren, in dienst bij de provinciën, tot de afdeling. Nadat verschillende sprekers hierover het woord gevoerd hebben, sluit de voorzitter de discussie over dit onderwerp en deelt mede dat het bestuur zich hierover nader zal beraden en eventueel op de vol gende jaarvergadering met voorstellen zal komen. Van de rondvraag maken gebruik: mej. Prins met een vraag over de ver tegenwoordiging der Vereniging van Archivarissen bij het a.s. Internationaal Archiefcongres te Florence; in deze vertegenwoordiging mist spreekster een rijksarchiefambtenaar. Dr. Panhuysen geeft een toelichting op de keuze der vertegenwoordiging, nadat de heer Bloemen nog heeft opgemerkt van oor deel te zijn dat men bij voorkeur bestuursleden naar soortgelijke congressen moet afvaardigen. De heer Scherft vraagt n.a. hiervan of het niet mogelijk is van het departement een kostenvergoeding te verkrijgen voor aan het congres te Florence deelnemende rijksarchiefambtenaren. De voorzitter deelt mede dat over kostenvergoedingen in het algemeen reeds met mr. Rohling ten departe- mente is gesproken. Waar deze vergoedingen samen blijken te hangen met een algehele herziening van de salarissen van het wetenschappelijk rijkspersoneel zal de ontwikkeling hiervan afgewacht moeien worden. Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergadering te 12.10 uur gesloten. AFDELING VAN GEMEENTE- EN WATERSCHAPSARCHIEFAMBTENAREN Verslag van de 35ste afdelingsvergadering, gehouden te Kampen op 8 sep tember 1956. De voorzitster, mej. dr. G. H. Kurtz, opent even over elven de vergadering, die door 30 leden wordt bijgewoond. Zij leest vervolgens het jaarverslag, waar in wordt herinnerd aan gebrek aan ruimte bij diverse archieven, waartegenover echter ook blijder klanken werden vernomen. Met waardering is kennis ge nomen van de creatie van een archivarisplaats te Amersfoort; Helmond kreeg voor het eerst een bevoegd archiefambtenaar. Melding werd gemaakt van de oprichting van diverse streekarchivariaten waarvan het Archievenblad uitvoerig bericht gegeven heeft, evenals van de inventarisering der archieven van een aantal kleinere gemeenten. Vervolgens memoreerde de voorzitster de nieuwe benoemingen en bevorderingen, die in het Archievenblad vrijwel alle zijn ver meld. Opmerkelijk is daarbij, dat diverse gemeenten de rangenregeling van het Rijk hebben overgenomen. Den Haag echter heeft gemeend de titel van charter meester, die wij, evenals bij het Rijk, voor eerste-klassers reserveerden, ook te moeten toekennen aan die tweede klassers, die een diploma m.o. gechiedenis bezitten, op grond van het feit dat bij de musea de titel conservator ook aan niet-academischgevormden, die in het bezit van een m.o. diploma zijn, wordt toegekend. Over de juistheid hiervan kan men nog van mening verschillen. 15 Vervolgens herdacht de voorzitster de overledenen: dr. E. Wiersum, die als voorzitter gedurende de jaren 1938/39 1941/42 onze vergaderingen op uit muntende wijze heeft geleid, en mr. R. van Royen. Na te hebben herinnerd aan de wijzigingen in het afd.-bestuur in het afgelopen jaar, bracht de voor zitster de kwestie der salarisnormen ter sprake. Het speet haar te moeten be richten, dat door allerlei omstandigheden de goedkeuring van deze normen door de Centrale van hogere gemeenteambtenaren zolang op zich heeft laten wach ten, dat het ons niet mogelijk was ze gedrukt of gestencild aan de leden vóór deze vergadering te doen toekomen, laat staan er verdere verbreiding aan te geven. Bij de behandeling van punt 7 van onze agenda zal hierover nadere mededeling worden gedaan. Zijn wij dus op dit punt gedurende dit verenigings- jaar nog niet veel gevorerd, op een andere wijze kunnen wij toch een winst punt boeken wat betreft ons streven om de positie der archiefambtenaren in het algemeen te verbeteren. Op 24 febr. j.l. had het bestuur nl. een gemeen schappelijke vergadering met dat van de afdeling rijksarchiefambtenaren. De aanleiding tot deze vergadering was een voorstel van die afdeling, dat onze afdeling zich zou aansluiten bij de „Centrale" van hogere rijksambtenaren, aan gezien de mogelijkheid daartoe ihans ook voor ambtenaren, die niet in rijks dienst zijn, is opengesteld. Het bestuur van de afdeling gemeente- en water- schapsarchiefambtenaren had hiertegen vele bezwaren: de aansluiting bij de Centrale voor hogere gemeenteamtbenaren bleef gewenst en de dubbele contri butie door aansluiting bij beide centrales zou niet opwegen tegen het voordeel, dat daaraan zou zijn verbonden. Het nut van gemeenschappelijke actie werd erkend, maar men achtte de hier voorgestelde organisatorische vorm onaan vaardbaar. Men kwam dus tot de conclusie, dat handhaving van de bestaande toestand, d.w.z. aansluiting van onze afdeling alleen bij de Centrale van hogere gemeenteambtenaren, het meest logisch en verkieslijk zou zijn. Echter werd tevens besloten te trachten het thans gelegde contact tussen beide afdelingen, juist op het gebied van de behartiging van onze stoffelijke belangen, te behou den en te bevorderen, dat de beide Centrales elkander vinden en overleg ple gen daar, waar het gaat om de verbetering van de positie van de archiefambte naren in het algemeen of van die van rijk of gemeenten afzonderlijk. Na nog te hebben vermeld dat het bestuur 16 nov. 1955 de heer D. C. Reyg- wart, vele jaren bestuurslid der Centrale en thans redacteur der Mededelingen, heeft gecomplimenteerd met zijn 40-jarig ambtsjubileum, en dat de afdeling thans 74 leden en één con;ribuant-niet-lid telt, besloot spr. haar jaaroverzicht met de wens, dat het komende verenigingsjaar vruchtdragend moge zijn. Verrijkt met een kleine aanvulling, wordt dit verslag met instemming aan vaard. De notulen der 34e vergadering, reeds in het Archievenblad gepubli ceerd, worden m.a.s. goedgekeurd. Op verzoek van de voorzitster leest de secretaris daarop een aan het bestuur gerichte brief voor van het lid de heer W. K. van der Veen, waarin deze de vraag stelt of het wel juist is en zin heeft, dat archiefambtenaren beneden de rang van commies via het lidmaatschap van onze afdeling zijn aangesloten bij de Centrale van Hogere gemeenteambtenaren. De voorzitster' antwoordt hierop, dat de Centrale geen grens naar rang stelt, maar opkomt voor de belangen van alle aangeslotenen, ook voor die van ambtenaren beneden de rang van commies. Jien door de heer Van der Veen gedane suggestie om de aansluiting bij de Centrale voor onze leden vrijwillig te stellen zou, aldus de voorzitster,

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1956 | | pagina 11