ANTWOORD AAN DE HEER BLOEMEN
BLADVULLING
126
gistraturen uit de 19e en 20e eeuw tot het onderwerp van hun studie moeten
maken.
De heer C. Bloemen heeft vervolgens telkens gedurende de vijf dagen al de
onderdelen van zijn programma systematisch afgewerkt. Het beknopte pro
gramma was als volgt:
le dag: Archief-Bibliotheek-Documentatie. Het begrip registratuur. Bewijs-
functie en documentaire functie van de registratuur. Organisch beginsel in de
registratuur.
2e dag: Grondslagen en grondvormen van de organisatie. Agenderingsvormen.
Ordening en ordeningsstelsels. Symbolen voor de ordening.
3e dag: Chronologische, numerieke en serie-stelsels. Rubriekenstelsels. Dos
sierstelsels. lndiceringsbeginselen.
4e dag: Indiceringsvormen. Afzonderlijke registratuurmaatregelen en mate
riële zorg. Documentatie en speciale collecties. Algemeen overzicht van de
registratuurgeschiedenis.
5e dag: Oude rijks- en gemeentelijke registraturen. Particuliere registraturen.
Toegepaste registratuur, K. B. van 2 oktober 1950, S.K. 425, Centraal Registra
tuurstelsel. Beheersdocumentalie.
De inleidingen van de heer Bloemen, met veel zorg en toewijding voorbereid
en boeiend voorgedragen, hebben tot vruchtbare besprekingen en gedachten-
wisselingen aanleiding gegeven.
In een slotwoord heeft de Algemene Rijksarchivaris, mr. Hardenberg, hem
en de medewerking der Vereniging bedankt. Hij wees er op dat wij een achter
stand hebben in te halen en dat dit een begin is geweest. Behalve een weten
schappelijke heeft de archivaris ook een sociale taak in de maatschappij: door
zijn inzicht in de registratuur te ontwikkelen zal hij advies kunnen geven aan
de beheerders van moderne archieven.
Het is niet uitgesloten, dat deze reeks van Studiedagen met hetzelfde onder
werp in het najaar nogmaals voor nieuwe groepen van deelnemers herhaald
zal worden.
Het ligt verder in de bedoeling van de organisatoren in de toekomst, zo moge
lijk jaarlijks, dergelijke „Studiedagen" te houden, om daarop telkens die pro
blemen der archiefwetenschap, welke het meest dringend om een oplossing
vragen, aan de orde te stellen.
Afgevaardigden Assemblé Générale. Tot afgevaardigden naar de Assemble
Générale van de Conseil Général des Archives ter gelegenheid van het in sep
tember a.s. te Florence te houden Internationaal Archiefcongres zijn door het
bestuur aangewezen mej. dr. G. H. Kurtz en de heer J. Don.
Nieuwe leden. Als lid is door het bestuur aangenomen de heer J. F. Dries-
sen (II), ambtenaar ter secretarie der gemeente Kerkrade.
127
(OP DIENS ANTWOORD NED. ARCHIEVENBLAD 1955/56 PAG. 96)
Het bevreemdt mij minder dat de heer Bloemen meent te moeten antwoorden
op een vraag van mij n.a.v. een artikel van de heer Verharen, dan dat hij voor
dit antwoord verwijst naar een cursus welke hij aan de Archiefschool geeft.
Dit is wel een zeer vreemde methode van polemiseren. De heer Verharen heeft
mij, niet lang geleden, bij een persoonlijke kennismaking medegedeeld, dat hij
van plan was op mijn opmerkingen in te gaan. Ik heb hem toen gezegd dat ik
dit zeer op prijs zou stellen. Van een bezwaar dat daarvoor een uiteenzetting
nodig zou zijn, welke meer plaatsruimte zou vorderen dan redelijkerwijs van
de redactie van een tijdschrift kan worden verlangd, heb ik toen niets gehoord.
De redactie van „Overheidsdocumentatie" zal tegen plaatsing van een artikel
van enige omvang zeker geen bezwaar hebben, wanneer ons (dat wil zeggen
de verzorgers van de moderne overheidsarchieven die - ook in de ogen van
de heer Bloemen -een verkeerde methode van ordening volgen) duidelijk
wordt gemaakt wat sommige heren archivarissen willen dat wij wel zoudën
moeten doen.
Maar nog meer bevreemdt het mij, dat een' dezer dagen in gemeenschappelijk
overleg tussen het bestuur van de Vereniging van Archivarissen en de Alge
mene rijksarchivaris een 5-tal studiedagen zijn georganiseerd met een inleiding
van de heer Bloemen over de beginselen en methodiek van de registratuur
wetenschap -een verhandeling dus over de moderne archiefverzorging
waarvoor alleen uitnodigingen zijn verzonden aan de leden van de Vereniging
van Archivarissen. Mochten de verzorgers der moderne archieven daarbij niet
aanwezig zijn? Het was m.i. de gelegenheid geweest om hen uit de droom te
helpen, of althans hun de gelegenheid te geven hun inzichten te stellen tegen
over de voorlichting van de heer Bloemen.
P. NOORDENBOS
N.a.v. het bovenstaande wil ik het volgende opmerken:
De Vereniging van Archivarissen wil het vraagstuk van de archiefvorming
op wetenschappelijke wijze benaderen. Het ligt daarom geheel op haar weg
om, zoals zij de heer Noordenbos in de gelegenheid steldé in haar vergadering
en in haar blad van zijn inzichten blijk te geven, in haar eigen kring ook de
inzichten van anderen tot hun recht te laten komen.
G. PANHUYSEN
Bij zijn promotie tot doctor in de rechtswetenschap verdedigde mr. H. T.
Obreen de volgende stelling:
Het is ongewenst bij de behandeling van het administratief recht te zwijgen
van de Archiefwet-1918 en de daarmee samenhangende hoofdbeginselen van
ordening van archieven.