152 de herziening der Handleiding in het bijzonder aanbevolen. Het onderwerp schijnt in Florence ter sprake te zullen komen. Dr. F. Hauptmann behandelt in een artikel: Die Neuordnung des jugoslawischen Archivwesens, de inge wikkelde toestand in de jonge staat Zuidslavië. Ook hier is, in 1950, een archiefwet gekomen. De vereniging der „archiefarbeiders" geeft het tijdschrift Arhivist1) uit, waarvan vier jaargangen zijn verschenen, waarvan verslag wordt gedaan. Dr. Lisa Kaiser beantwoordt de vraag: Wie baut man ein Archiv?, met vooral Zweedse voorbeelden. Ook hieruit valt veel te leren. The American Archivist 19551 opent met de toespraak van Wayne C. Gro ver, de Amerikaanse algemeen rijksarchivaris, tot de jaarvergadering der So ciety of American Archivists in sept. 1954: Archives, Society and Profession. Zij doet zien dat onze Amerikaanse collega's mutatis mutandis ,,oude" ar chieven zijn daar uiteraard niet bezig worden gehouden met dezelfde pro blemen, waarmee wij worstelen. W. G. Leiand vertelt de geschiedenis van de stichting der Franklin D. Roosevelt Library in dec. 1938, een duidelijk beeld gevend van deze wonderlijke verzameling van archivalia, curiosa en „souvenirs", die tot nu in Amerika uniek is2). Onze Belgische collega dr. E. Sabbe geeft in een artikel „The safekeeping of Business Records in Europe" een overzicht van hetgeen in ons werelddeel t.a.v. de bewaring van historische bedrijfsarchieven is gedaan. Het is een resumptie en aanvulling tot 1950 van een studie van zijn hand uit 1934, en werd voorgedragen op de jaarvergadering 1953 van de bovengenoemde Society. Na te hebben opge merkt dat c. 1910 van de ongeveer 100 banken in het Rijnland amper 5 min of meer hun archivalia hadden bewaard, en dat geen grootbedrijf in Europa iets van belang betreffende de pioniers der industriële revolutie in de 19e eeuw heeft overgeleverd - ofschoon reeds in 1774 Malachy Postlethwayt de vorming van een college van kooplieden had voorgestaan „whose care it should be to collect papers about Englishmen who had enhanced the renown of their country by their economic activity" behandelt Schr. de daarvoor na 1900 in het lpven geroepen centrale bewaarplaatsen. In 1906 werd te Keu len het Rheinisch Westfalisches Wirtschaftsarchiv gesticht; daarop volgden (1910) dergelijke stichtingen in Bazel en Zürich en die van het Ned. Econo- misch-Historisch Archief te 's-Gravenhage in 1914. Na Wereldoorlog I richtte ook in de Ver. Staten en in Frankrijk, na Wereldoorlog II in verschillende andere landen de belangstelling zich op deze archieven; op het Internationaal archiefcongres te Parijs kwam de zaak helaas onvoldoende ter sprake. De collectivisatie in de Duitse Demokratische Republiek heeft veel bedrijfs archieven -er is overigens ook veel vernietigd' - naar het Staatsarchief ge leid. In Frankrijk is in juni 1949 het Comité de Sauvegarde des archives économiques ingesteld; tegelijkertijd werd aan de Archives Nationales een r) Een andere periodiek is „Arhiviski pregled", het orgaan voor de Volksrepu bliek Servië. In nov. 1955 is een archiefweek gehouden, met nevendoel de bevolking voor het archiefwezen te interesseren. 2) Zij wordt nog steeds uitgebreid. Blijkens het verslag van de National Archives and Records Service 1953/1954 telde de Library per 30-6-'54 27016 boeken, 37997 andere drukwerken, 55899 foto's en 18464 museumstukken. Zie ook hierna p. 153. 153 onderafdeling ingericht voor economische archieven; zelfs is daar een afzon derlijke zorg voor archieven van scheepvaartzaken, ressorterend onder het departement van Marine. In Engeland werd in 1934 de Council for the Pre servation of Business Archives geconstitueerd, wiens resultaten echter voor alsnog beperkt zijn. België bleef nog ten achter; een embryo van een econo misch archief ontstond in 1920, toen de archieven van ongeveer 30 geseque- stxeerde Duitse ondernemigen bijeen werden gebracht. Enkele staats- en ge meente-archieven daar te lande bewaren oudere bedrijfsarchieven1). In Dene marken werd in 1948 te Aarhus een centraal bedrijfsarchief (Erhvervsarchivet) gesticht, dat archivalia bewaart van 1670 tot 1947 en een jaarboek uitgeeft. Afl. 2 brengt nieuws over andere presidentiële libraries. C. Easton Roth- well geeft bijzonderheden over „Resources and research in the Hoover Insti tute and Library", David D. Lloyd over de Harry S. Truman Library in op richting. Wij lichten uit de laatste bijdrage de belangrijke motivering daarvan: the presidential library is the best way of dealing with the vexed and difficult problem of presidential papers and mementos. -Onder de titel: A new mea sure of things passed, geeft Owen W. Bombard, archivaris der Ford Motor Company, interessante gegevens voor de vorming van een nieuw soort: „ar chief "doel, het aanleggen van collecties van verslagen van interviews betref fende in bedrijf of anderszins vooraanstaande personen. Inderdaad weten wij, ondanks de papiermassa's der overgeleverde archieven, niet „the whole story hierdoor nu wordt bewaard wat in rustiger tijden in mémoires werd vastgelegd. Bij gebrek aan beter geeft men hieraan, niet onaardig, de naam „oral history". Het onderzoek moet echter naar plan en systematisch geschieden. Om een indruk te geven van de resultaten: by this method more than 6000000 words have been added to the available information on Henry Ford and Ford Motor Company. Philip C. Brooks, die advies heeft gegeven over het archief wezen van Panama, doet hierover enige mededelingen. Hoewel de staat eerst van 1903 dateert, zijn er notariële en rechterlijke archieven van 1780 af; die van ministeries gaan ten dele tot 1840 terug. Hoe jong overigens ook, ook deze staat heeft zijn archiefproblemen. De National Archives der V. S. dateren, zoals men weet, als instelling van 1935; Robert H. Bahmer overschouwt hun 20-jarig bestaan in de afl. van juli. Ook Ernst Posner wijdt n.a. daarvan een beschouwing aan „The Natio nal Archives and the archival theorist". Daarbij worden successievelijk be handeld de rol dezer archieven als hulp van de uitvoerende macht, hun func ties en organisatie, hun staf, hun relaties met andere Amerikaanse archief diensten en tenslotte de plaats, die zij op het toneel van het internationale archiefwezen innemen. Daarbij trof ons de volgende opmerking: door het maken van filmnegatieven der belangrijkste stukken en dë verkrijgbaarstelling daarvan tegen de nominale kosten hebben de N. A. het monopolie van hun meest belangrijke inhoud opgegeven en voor een ieder beschikbaar gesteld. „This is basically a final break with the archivist's proprietary attitude towards his records, a democratization of the archival reference service that consti tutes an entirely new departure„Lost and Found is de titel van een Nu de auteur als algemeen rijksarchivaris van België is opgetreden mag met reden worden verwacht dat eerlang deze achterstand zal worden ingehaald.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1956 | | pagina 15