122 123 GEMEENTE- EN WATERSCHAPSARCHIEVEN s-Gravenhage. Eind 1955 heeft een technische herziening der salarisgroe pen haar beslag gekregen, die voor het archief de instelling bracht van de rang van chartermeester A, B en C en van adjunct-chartermeester. Waar bij de musea tot de rang van conservator, die met die van chartermeester parallel loopt, ook niet-academisch gevormden, die in het bezit zijn van een M.O.-diploma, worden toegelaten, is besloten de archiefambtenaren der 2e klasse, die in het bezit zijn van een diploma M.CX-geschiedenis, toe te laten tot de chartermeestersrangen. Dientengevolge zijn, m.i.v. 1 jan. 1955, bevorderd tot adjunct-chartermeester mej. A. M. J. de Haan, hist, dra., en de heer F. Ch. L. Raadsveld, beiden adjunct-commies, tot chartermeester-A mej. L. J. van der Haer, hoofdcommies, en mr. J. E. J. Geselschap, commies-A. Per 1 jan. 1956 is tot commies-A bevorderd de heer P. J. G. Verburgt, adjunct commies. Het verslag over 1954 geeft blijk van een intense inventariseringsarbeid. De inventaris van het administratief archief 1313—1815 kwam gereed; gehoopt wordt het werk in 1955 persklaar te hebben. Een aanvang werd gemaakt met het vervaardigen van een klapper op de aan de stukken in het archiefdepot aanwezige zegels. De definitieve inventarisatie van de oude rechterlijke ar chieven tot 1811 kwam nagenoeg gereed; de ordening en inventarisatie van de archieven der rechterlijke colleges enz. over de periode 1811 1838 werd ter hand genomen. Een aanvang werd gemaakt met de bewerking van de collecties betreffende de geschiedenis van Den Haag in de jaren 1940—1945. De klappering der notariële protocollen door werkloze hoofdarbeiders vorderde gestadig; de verfijning van de doopklappers werd voortgezet. De in 1952 begonnen klapper op de voor de stad van belang zijnde artikelen in de binnenkomende kranten werd met 7000 fiches vermeerderd. De prent verzameling verhuisde naar een nieuwe tentoonstellingszaal; de beschrijving van prenten betreffende de omgeving van Den Haag werd voortgezet. Het archief van de Escamppolder 1750—1928 werd in bewaring ontvangen. Groningen. Mej. E. van Dijk, hist, dra., is m.i.v. 1 okt. 1955 benoemd tot wet. ambtenaar i.p.v. mr. G. N. Schutter. Haarlem. Over het afscheid, na een bijna 37-jarige diensttijd, van de heer A. C. Sandijck als administratief ambtenaar A 2e klasse op 23 dec. 1955, kan worden gemeld, dat op de afscheidsreceptie de door hem in die jaren ver vaardigde 37 klappers op notariële protocollen e.a. in S-vorm waren uitgestald. 's-Hertogenbosch. Jn het verslag over 1954 bepleit de archivaris de drin gende noodzaak het gemeente-archief zo spoedig mogelijk over te brengen naar het Refugiehuis van de v.m. St-Geertrui-abdij. Er is nijpend tekort aan ruimte; overneming van het secretarie-archief 1851 1920 en van de archieven van diensten en bedrijven kan thans niet worden overwogen. Aan de in ventarisatie kon voor het eerst in ruime mate aandacht worden besteed. Be werkt werden de archieven van de parochie Orthen en van de schaarmeesters der Orthense „gemeynt"; het laatste berust ten gemeentearchieve. Voltooid werd ook de inventaris van het archief van het smedengilde, met regestenlijst over 1330—1627. Het Prov. Brabantsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen gaf de talrijke archieven en gedeelten van archieven, die tot nu toe in de hss.-verzameling van het Genootschap werden bewaard, aan het gemeentearchief in bruikleen. Door de pastoor van Orthen werd een aantal stukken overgedragen, die in het parochie-archief waren aangetroffen maar in feite tot dat van schaarmeesters behoorden. Leeuwarden. De heer W. Dolk is m.i.v. 1 jan. 1955 bevorderd tot commies. Steenbergen. Het origineel der ,,nyeu kore", die in 1308 aan deze stad werd geschonken doch later verloren is geraakt, is teruggevonden in een familie-archief op een dorp bij Rotterdam, en door de eigenaar daarvan aan het archief der gemeente teruggegeven. Utrecht. Het verslag over 1954 maakt melding van de benoeming van de heer H. J. H. Knoester (II) tot klerk. Het probleem van een nieuw archief gebouw -op 31 dec. 1959 loopt de huur van het huidige af bleef in het stadium der overweging. Wordt het tegenwoordige gebouw geheel voor het rijksarchief bestemd, dan neemt de jarenlange samenleving onder één dak een einde en dient de gemeente voor haar archief huisvesting te vinden of te scheppen. Zo echter het huidige gebouw in zijn geheel een andere bestem ming mocht krijgen, dan zou de combinatie rijks- en gemeentearchief, die bij totale scheiding van beheer en interne administratie- en depotruimten toch zekere voordelen heeft voor beide instellingen en haar bezoekers, in een of andere vorm elders kunnen worden gecontinueerd. Maar in beide gevallen is het een dringende eis dat op royale wijze rekening wordt gehouden met het overnemen van nieuw-archief en het aangroeien der overige verzamelingen, De afscheiding van de stedelijke bestektekeningen van 1868 af, waamede de topografische atlas overbelast was, werd voltooid. Chronologisch gerang schikt, van eigen nummering voorzien en afzonderlijk geborgen, bezwaren zij de atlas niet meer en zijn zelf beter te gebruiken. Vernieuwd werd de in ventarisatie van het archief van Regenten van het St-Eloyengasthuis, dat met een grote hoeveelheid nieuwe stukken was aangevuld; zij omvat drie afde lingen: archief van het smedengilde, dat van het Handelsbedrijf der smeden, en het archief van het St-Eloyengasthuis. Ook werd het archief van de Algemene Commissie van liquidatie der zaken van de v.m. Wees- en Mom- boirkamers geïnventariseerd. -De archivaris vraagt zich tenslotte af of aan de onbeperkte schriftelijke beantwoording van genealogische aanvragen van enkel persoonlijk belang niet enige grens dient te worden gesteld. ANDERE ARCHIEVEN Archief der Koninklijke Landmacht. De „Legerkoerier", het officieel or gaan der Kon. Landmacht, van juni 1955 bevat een artikel over de boek staving onzer krijgshistorie en over het archief der K. L. Dit laatste is sinds 1950 gevestigd, in de v.m. Wittepoortkazerne te Leiden, en staat onder leiding van res. majoor der Grenadiers b.d. H. F. D. Oxenaar (II). Na de capitulatie in 1940 heeft men alle archieven uit de garnizoenen van land- en zeemacht naar Delft geconcentreerd: kort daarna werden de verzamelingen naar de v.m. H.B.S. aan het Bleyenburg te 's-Gravenhage overgebracht, waar met het sorteren naar aanwijzingen van de algemene rijksarchivaris werd begonnen. In 1945 werden de archieven van de Zeemacht afgescheiden en aan het minis terie van Marine overgedragen. In 1949 werden de archieven overgebracht

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1956 | | pagina 16