2
3
Afgevaardigden in de „Centrale": F. H. C. Weytens en (plv.) dr. A. J. van
de Ven.
Afdeling van gemeente- en waterschapsarchiefambtenaren
N.B. Het jaartal achter de namen geeft het jaar aan. waarin de aftredenden
niet herkiesbaar zijn.
Mej. dr. G. H. Kurtz, voorzitster (1956).
Th. P. H. Wortel (1958).
Dr. W. J. van Hoboken, penningmeester (1957).
Plaatsvervangend bestuurslid: drs. H. J. A. M. Schurink.
Vertegenwoordiger uit het hoofdbestuur: dr. S. Hart.
Afgevaardigde in de „Centrale": dr. S. Hart.
VERSLAG DER ZEVENTIGSTE ALGEMENE VERGADERING
De vergadering werd gehouden op 17 sept. 19o5 in het gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen te Utrecht. De voorzitter opent om 13.30 uur de vergade
ring, die blijkens de presentielijst wordt bijgewoond door 75 leden. Na het
uitbrengen van het jaarverslag over 1954/55, dat hierachter (p 9) is afoe-
drukt, deelt hij mede: 9
dat bericht van verhindering is ontvangen van de heren J. G. Linssen. dr. A.
C. F. Koch, L. Baan, mr. H. T. Obreen en dr. M. P. van Buytenen;
dat dr. S. Hart is aangewezen als vertegenwoordiger van het bestuur der
Vereniging in het bestuur der afdeling gemeente- en waterschapsarchiefambte
naren en dr. W. van Hoboken als lid van de archief commissie der Vereniginq
van Ned. Gemeenten;
dat de Handleiding in een aantal van 80 exx. in transferdruk is verschenen
en verkrijgbaar is aan het adres van de penningmeesteresse ad f 5.00 per
exemplaar (thans uitverkocht (aanvulling bij de correctie));
dat het voornemen bestaat in het voorjaar van 1956 in samenwerking met
o. O. D. en Vereniging van Bedrijfsarchivarissen een archiefcongres te houden;
dat het bestuur en achteraf ook de redacteur ten zeerste de publicatie be
treuren van het in het jongste Archievenblad verschenen artikel van dr. H. P.
H. Camps: De terugkeer der Gelderse charters;
dat verschenen is een K.B. d.d. 26 juli 1955, nr. 12, houdende de instelling
van een nieuwe archiefschool, waarover de voorzitter zijn blijdschap uitspreekt;
dat het, in verband met het te houden archiefcongres, wenselijk is de voor
jaarsvergadering te laten vervallen en de algemene vergadering te Zutfen te
houden.
De notulen van de op 23 april 1955 gehouden voorjaarsvergadering worden
vastgesteld.
De pennigmeesteres deelt bij het uitbrengen van haar financieel jaaroverzicht
mede, dat in het afgelopen boekjaar de inkomsten der Vereniging f 1926.92
hebben bedragen, waarvan f 1818 aan lidmaatschappen; de uitgaven beliepen
f 2098.14, waarbij de grootste post die voor het drukken van het Archievenblad
a f 1342.39 was. Er is derhalve een verlies van f 171.22. Het totaal bezit der
Vereniging, dat op 4 september 1954 f 3190.77 bedroeg, is thans f 2933.43 groot
waarvan f 2067.98 voor het fonds Archiefgids enz. en f 865.45 voor de ver
enigingskas. Voor 1956 moet gerekend worden op een aanzienlijke verhoging
van uitgaven voor Ai chievenblad en organisatie. Voor het orgaan is een ver
hoging der rijkssubsidie aangevraagd; de andere verhoging dient uit eigen
middelen te worden bestreden. Zij geeft in overweging de heffing van een
toeslag van f 1 op het lidmaatschap over 1955/1956.
De kascommissie, bestaande uit de heren Van de Ven en Van Campen rap
porteert bij monde van laatstgenoemde, dat de administratie van de penning
meesteres in orde is bevonden en stelt voor haar décharge te verlenen. Hiertoe
wordt onder dankzegging besloten.
Aanvaard wordt het bestuursvoorstel over 1955/1956 een toeslag van f 1 op
de contributie te heffen.
Bij de bestuursverkiezing motiveert de vice-voorzitter. dr. S. Hart, het
bestuursvoorstel tot herbenoeming van dr. Panhuysen als bestuurslid en voor
zitter ondanks verplichte aftreding. Gedurende diens zittingsperiode zijn door
hem belangrijke initiatieven genomen en de lijnen tot uitwerking uitgestippeld.
Het is zeer gewenst, dat ook de uitvoering in zijn handen wordt gelegd. Gelet
op art. 13 van het huishoudelijk reglement der Vereniging is hiervoor een
2/3 meerderheid vereist. Dr. van de Ven stelt voor dr. Panhuysen bij acclamatie
opnieuw te benoemen, hetwelk m.a.s. geschiedt. Dr. Panhuysen dankt voor
dit bijzondere vertrouwen en aanvaardt de herbenoeming.
In de vacature-mr. H. L. Hommes wordt door het bestuur mej. L. J. Ruys
als candidate aanbevolen. Als tegencandidaat wordt dr. C. Groeneveld genoemd.
Bij stemming worden totaal 73 stemmen uitgebracht, waarvan 46 op mej. Ruys,
24 op dr. Groeneveld en 3 blanco. Mej. Ruys aanvaardt deze benoeming.
Als redacteur van het Archievenblad wordt dr. W. S. linger herbenoemd,
die deze benoeming eveneens, doch voor de laatste maal, aanvaardt (uitgebracht
totaal aantal stemmen 74; dr. U. 61 stemmen, tegencandidaat C. G. H. Bloemen
11 stemmen, 2 blanco). De voorzitter deelt mede, dat het bestuur zal streven
naar een tijdige voorziening in de opvolging. De ingekomen bijdragen zullen,
in verband met de medeverantwoordelijkheid van het bestuur, door de voorzitter
worden gezien.
Na afhandeling van de huishoudelijke zaken brengt drs. H. M. Mensonides
als voorzitter van de Commissie voor de Moderne Archieven verslag uit van
de werkzaamheden der Commissie gedurende haar bestaan (zie hierna p. 18).
Aan de Commissie wordt dank gebracht voor de aanpak van haar veelomvat
tende taak.
Vervolgens geeft de voorzitter, ter inleiding op de bespreking, een recapitu
latie van diens aan de leden toegezonden prae-advies inzake afbakening van
de bemoeiingen van de archivaris met de moderne archieven (zie de bijlage
hierachter p. 22). Hij acht stemming over deze conclusies door de vergadering
noodzakelijk ter vaststelling van een gedragslijn bij ons verenigingswerk.
Dr. Groeneveld verzoekt, alvorens de vergadering met de discussie begint,
de aandacht voor een punt van orde. Hij heeft nl. begrepen, dat de voorzitter
zijn prae-advies nog deze middag in stemming wil brengen. Met alle waardering
voor een voortvarendheid die we te lang gemist hebben in deze vereniging,
meent spreker toch, dat dit niet billijk is ten opzichte van een aantal leden, die
over de verhouding van de archivaris tot het lopend archief andere denkbeelden
huldigen dan in het prae-advies geuit worden. Weliswaar betreft het hier
vermoedelijk een minderheid, maar ook voor deze geldt het audiatur et altera
pars. Dit houdt niet alleen in, dat vanmiddag de gelegenheid tot debat wordt