20
N.a.v. de bespreking van een der leden over de scheiding en samenvoeging
van diensten enz. meent men, dat dit een punt is, dat onder de aandacht van
de Commissie voor de Handleiding dient te worden gebracht. Voorts werden
besproken de verhouding tussen archivaris en registrator en het vernietigings
probleem.
Bij de derde vergadering, waar slechts 3 leden aanwezig waren, werd veel
tijd besteed aan het tussen de Commissie en het bestuur gerezen misverstand
over de contacten met andere commissies, maar tevens werd besloten om,
teneinde zich een gefundeerd oordeel te kunnen vormen over de decimale
code in gebruik bij gemeenten, provincies, Rijk en waterschappen, verschillende
instanties aan te schrijven, om hun inzichten daarin te vragen. Verschillende
antwoorden op deze vragen zijn reeds binnengekomen en het medelid mr.
Schaap heeft op zich genomen te zijner tijd deze antwoorden samen te vatten
tot een prae-advies, hetwelk wij dan weer ter kennis van het bestuur en de
Vereniging hopen te kunnen brengen.
Ook de vierde vergadering stond nog in het teken van het met het bestuur
gerezen misverstand, en ernstig werd overwogen of de commissie nog haar
werk zou kunnen voortzetten. In de vijfde vergadering konden gelukkig op
timistischer klanken worden vernomen, na de samenspreking met het bestuur
en de bevestiging daarvan in een brief van 19 juli 1955, waardoor het de
Commissie mogelijk gemaakt wordt contact op te nemen met instanties, die
voor haar van belang zijn. Allereerst komen naar de mening der Commissie
hiervoor in aanmerking de Commissie voor de Handleiding en de Definitie
commissie.
De kwestie van de opleiding kwam opnieuw ter sprake n.a.v. de pers- en
radioberichten over heroprichting der archiefschool. Daar echter nog geen
programma van de cursus 1955/56 bekend was, kon men zich nog geen oordeel
op 17 September 1955.
Verder werd behandeld het prae-advies van mej. Ruys n.a.v. het Engelse
vernietigingsrapport, en werd besloten de volgende vergadering te houden
wanneer alle antwoorden op de enquête betreffende de decimale code zijn
ontvangen en door de rapporteur verwerkt.
AFDELING VAN RIJKSARCHIEFAMBTENAREN.
Verslag van de zevenendertigste afdelingsvergadering, gehouden te Utrecht
op 17 September 1955.
De voorzitter mr. G. J. ter Kuile opent om 11.10 de vergadering; 22 leden
zijn aanwezig. De notulen der vorige vergadering, opgenomen in het Ned.
Archievenblad, worden bij acclamatie goedgekeurd.
Het jaarverslag van de voorzitter lokt geen discussie uit en wordt door
de vergadering aanvaard.
Na de rekening en verantwoording van de penningmeester brengt de kas-
commissie, bestaande uit de heren Van der Poest Clement en Fox, bij monde
van eerstgenoemde verslag uit. Zonder bemerkingen wordt de rekening en
verantwoording goedgekeurd en de penningmeester gedechargeerd.
Op een vraag van de heer Ten Cate of de vergadering niet een nieuwe
kascommissie moet benoemen, antwoordt de voorzitter dat de aanwijzing door
het bestuur geschiedt.
21
Een niet in de agenda opgenomen voorstel van het bestuur tot verhoging
van de contributie van f 7.50 tot f 10 wordt door de voorzitter toegelicht.
De werkzaamheden van het bestuur nemen steeds toe, reis- en verblijfkosten
worden steeds hoger. De bewering dat de subsidie der Vereniging niet meer
zal worden gegeven lokt tegenspraak uit bij mej. Korvezee, die meedeelt dat
hierover niets bekend is. Nadat de voorzitter nog heeft medegedeeld dat per
lid f 7 moet worden afgedragen aan de Centrale, wordt het bestuursvoorstel
z.h.s. aangenomen.
De voorzitter, die reglementair moet aftreden en niet herkiesbaar is, dankt
zijn medebestuursleden en de vergadering voor de goede samenwerking en
het in hem gestelde vertrouwen. Hij zegt steeds met genoegen voor de af
deling werkzaam te zijn geweest.
Aan de orde is dan de verkiezing der bestuursleden. De bestuursvoor
stellen worden bij acclamatie aanvaard en zo zijn dus verkozen, als voorzitter
de heer N. M. Japikse, als secretaris-penningmeester, tevens vertegenwoor
diger bij de „Centrale", de heer Fr. H. C. Weytens. als lid van het bestuur
ar. L. S. Meihuizen.
Als le en 2e plaatsvervangend lid van het bestuur worden wederom aan
gewezen de heren J. Visser en B. H. M. van Son. Dr. A. J. van de Ven
wordt wederom gekozen als plaatsvervangend vertegenwoordiger bij de
„Centrale".
De gekozenen, met uitzondering van de heer Van Son. die afwezig is, ver
klaren hun benoeming te aanvaarden.
Op voorstel van het bestuur wordt n.a.v. een opmerking van dr. Panhuysen,
de heer Japikse bij acclamatie als vertegenwoordiger in het bestuur der Ver
eniging aangewezen.
De voorzitter doet mededeling over de aan de enquête van de F.O.I.B.
verbonden kosten, te weten f 0.50 per lid van elk der bij de Federatie
aangesloten verenigingen. Het voorstel bij de inning der contributie voor het
verenigingsjaar 1955/56 f 0.50 extra te heffen, wordt z.h.s. aanvaard.
Van de rondvraag maakt dr. A. J. van de Ven gebruik om aandacht te
vragen voor een volgens hem onjuiste plaatsing van de rijksarchivaris in het
Bezoldigingsbesluit voor wat betreft de salarisschaal. De voorzitter ant
woordt dat hiermede bij de voorstellen van het bestuur rekening zal worden
gehouden.
Dr. van de Ven spreekt vervolgens namens de vergadering nog enige
woorden van dank tot de scheidende voorzitter, die om 11.35 de vergadering
sluit.
AFDELING VAN GEMEENTE- EN WATERSCH APS ARCHIEFAMBTEN AREN
Verslag van de 34ste afdelingsvergadering, gehouden te Utrecht op 17 sep
tember 1955.
Mej. dr. G. H. Kurtz opent te 11 uur de vergadering, die wordt bijgewoond
door 27 leden en 5 gasten. Vervolgens leest zij het jaaroverzicht, waarin zij
de mutaties, het ledental en andere zaken betreffende de afdeling memoreert,
waarna zij ten slotte het ontstaan van de afdelingen en de oorsprong van de
subsidies der Vereniging aan de afdelingen uiteenzet.