90 sentielijst door 55 leden wordt bijgewoond. Na bet uitspreken van een woord van welkom deelt hij mede: dat bericht van verhindering is ontvangen van mevr. A. C. Boogaard-Bosch, mej. mr. A. J. Versprille en de heren dr. W. J. Formsma, J. G. Linssen, mr. H. T. Obreen, G. Prinsen Geerligs en F. H. C. Weytens; dat behalve de reeds in het Archievenblad (hiervóór p. 15) vermelde per sonen als lid is toegetreden de heer J. A. Schimmel (II), adjunct-commies aan het archief der gemeente Nijmegen; dat in de vacature, ontstaan door het aftreden van mr. H. L. Hommes, in de a.s. najaarsvergadering zal worden voorzien; dat voor deze vergadering Utrecht wordt voorgesteld, in afwijking van het aanvankelijk voornemen deze te Zutfen te houden; dat de behandeling van het ontwerp-archiefwet ten departemente is afge sloten; dat een ministeriële beschikking kan worden tegemoet gezien tot weder instelling van de Archiefschool. Inzake de financiële regeling is overleg gaande met het ministerie van Financiën. Ingekomen is een nota van wijziging op het verslag van de op 18 September 1954 te Alkmaar gehouden Algemene Ledenvergadering (hiervóór p. 2 vlg. ondertekend door de leden J. W. Ortmans c.s. Tegen overneming van de voorgestelde wijzigingen bestaat bij het bestuur geen overwegend bezwaar en ook de vergadering gaat met wijziging accoord. De gewijzigde redactie wordt dan als volgt: P. 4, al. 1: ,,De heer Ribberink sprak zijn vrees uit, dat de Vereniging ver dienstelijke werkers als de heren Bloemen en Van der Gouw met de leden, die achter hen staan, door het volgen van een bepaalde gedragslijn buiten sluit. De voorzitter antwoordt, dat deze mensen van harte welkom zijn en dat steeds de mogelijkheid voor discussie is opengehouden." P. 4, al. 3, eerste zin: ,,De heer Loeff vraagt of de instelling van de Com missie voor moderne archieven inhoudt, dat de Commissie voor de Handleiding zich alleen met de oude archieven zal bezig houden." Wegens foutieve zetting dient p. 4. al. 4, tweede zin als volgt gelezen te worden: „Mej. Jurriaanse stelt voor de stemming voorlopig uit te stellen en de namen der door het bestuur gestelde candidaten zo spoedig mogelijk per circulaire aan alle leden bekend te maken met het verzoek om tegencandidaten op zo kort mogelijke termijn in te dienen. Om het bestuur de gelegenheid te geven zich over deze voorstellen te beraden schorst de voorzitter voor enkele ogenblikken de vergadering". Hiermede gaan de voorstellers eveneens accoord, waarbij zij hun voorstel tot wijziging op dit punt bij monde van de heer Ortmans intrekken. De voorzitter stelt vervolgens aan de orde het prae-advies van het bestuur op het voorstel van de heer Bloemen inzake wijziging van redactie en wijze van uitgave van het Archievenblad. Dit prae-advies is tijdig aan de leden ter behandeling in deze vergadering toegezonden. Aan de hand hiervan wijst de voorzitter op de feitelijke bezwaren tegen inwilliging van het voorstel en resumerend stelt hij concreet het streven van het bestuur: Ihet orgaan in plaats van driemaal, viermaal per jaargang te laten ver- 91 schijnen. De daaraan verbonden hogere kosten dienen opgevangen te worden door de eventueel te verkrijgen hogere rijkssubsidie, die inmiddels voor 1956 is aangevraagd; 2. Van redactiewege zal de medewerking aan het orgaan over problemen betreffende de moderne archieven zoveel mogelijk gestimuleerd worden. Mede werking van de leden is daarbij onontbeerlijk; 3. De redactievorm blijft voorlopig ongewijzigd, totdat zich op grond van de feitelijke ontwikkeling van het Archievenblad in bovenbedoelde zin en op grond van de feitelijke medewerking der leden de wenselijkheid en de moge lijkheid van een wijziging in de vorm der redactievoering voordoet. De daarop gestelde vragen en suggesties concentreren zich op de mogelijk heid tot verkrijging van subsidies van andere instanties om uitbreiding van de uitgave van het verenigingsorgaan mogelijk te maken. Dr. Meihuizen juicht de aanvrage ter verkrijging van een verhoogde rijks subsidie tot f 600 toe; hij acht het echter gewenst nadien opnieuw een ver hoging daarvan te verkrijgen. Mr. Schaap heeft zich afgevraagd of ook van de gemeentebesturen geen subsidie voor het orgaan ware te verkrijgen en geeft deze suggestie aan het bestuur in overweging. De voorzitter zou deze mogelijkheid aanwezig achten indien het tijdschrift geen verenigingsorgaan zou zijn. De heer Van Loo zou gaarne een maandelijkse verschijning van het tijd schrift zien. Het is van belang, dat wij met onze voorlichting volledig bij blijven. Hij acht de mogelijkheid aanwezig, dat ook de grote bedrijven een bijdrage verlenen, indien zou blijken, dat het tijdschrift ook op hun specifieke terrein werkzaam zou zijn. Publicaties in het tijdschrift dienen meer dan tot nu toe zover mogelijk ook op de bedrijfsarchieven ingesteld te zijn. Ook de besprekingen op de ledenvergaderingen dienen meer dit specifieke karakter te dragen. Voor bedrijfsarchivisten is het agendum ook van deze vergadering niet voldoende attractief om kosten en tijd aan het bezoeken daarvan te geven. De voorzitter wenst uitbreiding van het orgaan te bevorderen. Voorop dient echter te staan, dat het tijdschrift wetenschappelijk blijft ingesteld; hier mede zullen wij uiteindelijk onze Vereniging meer dienen. Wij kunnen in de redactievorm van het orgaan niet gaan experimenteren. Het bestuur wijst uit eindelijk een andere redactievorm niet af maar eerst zullen de leden blijk moeten geven van grotere medewerking aan het orgaan. Deze is tot nu toe zeer gering geweest. Het bestuur vraagt weliswaar belangstelling voor de nieuwe archieven maar de belangstelling voor de oude archieven mag niet min der zijn. Beider rechten liggen op eenzelfde vlak. Dit geldt evenzeer voor het karakter van de vergaderingen. Wij mogen op de'vergaderingen niet alleen komen met aspecten betreffende de nieuwe archieven. Dit gevaar dreigt maar men moet bedenken, dat de nieuwe archieven niet de enige zijn. De hangende problemen der oude archieven zijn voor de leden evenzeer urgent. Daarom is voorshands een zo breed mogelijke behandeling van oude en nieuwe ar chieven gewenst. Dr. Koch wijst op de mogelijkheid van splitsing in een mededelingenblad en een jaarboek, waarin actuele probleemstellingen zouden kunnen worden ge geven, zoals sommige verenigingen in ons land op haar specifieke terreinen

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1955 | | pagina 2