120 voor mikrofilms van bank- e.a. archieven ten N. W. van New-York Atoombom-vrij! Afl. 4 brengt de verslagen van de 33e Duitse Archivtag, die door de Ne derlandse Algemeen Rijksarchivaris werd bijgewoond. Dr. Holmuth Kroon sprak er over: Sozialgeschichtsforschung und Archive, met name t.a.v. de laatste halve eeuw. Hij wees daarbij op de wenselijkheid naast het ambtelijk aanwezige ook ander materiaal te bewaren, bv. huishoudboekjes, brieven memoires e.d., waarin men de neerslag van het dagelijks leven vindt en die eerstgenoemde aanvullen. Het Korreferaat van dr. Grube: Das Problem der Massenakten, sluit hierbij aan. Voor de moderne sociale wetenschappen worden archivalia, die men vroeger voor v.v.v. hield, nu althans ten dele als archivistisch belangrijk beschouwd. Van de mikrofilmering ter bedwinging van het massaprobleem heeft referent niet veel verwachting; het middel is, althans voor het ogenblik, buitengewoon duur! Bij de discussie wees prof.' Sproemberg dan ook op de wenselijkheid t.a.v. bewaring en vernietiging bijzonder rekening te houden met de eisen der geschiedvorsing. Over het onderzoek der watermerken als historische hulpwetenschap sprak Gerhard Piccard. Archives, Bibliothèqaes et Musées de Belgique 19541 brengt een artikel van madelle E. Lejour: Contribution des archives de familie a l'histoire de Philippe Erard van der Noot, XlIIe évèque de Gand (1639—1730) en van madelle L. van Meerbeeck over de papieren van Sylvain van de Weyer m het Algemeen Rijksarchief te Brussel. Abbé Pasture publiceert het eerste stuk van de inventaris van het domkapittel van Doornik, waarin een eerbied waardige reeks cantularia, met akten sinds het einde der 11e eeuw. Opvallend is de indeling, afgestemd op het belang: Petites archives ou archives modernes Grandes archives ou archives anciennes. Het tweede stuk is opgenomen in afl. 2. In de Kroniek geeft de Algemeen Rijksarchivaris, de heer C. Tihon, ver slag van de archiefruil België—Nederland (het complement van hetgeen in Archievenblad 1953/54 p. 97 is vermeld), en van de eerste internationale conferentie, de Table ronde des archives, gehouden te Parijs in Maart-April 1954, waarvan wij tot onze spijt geen verslag hebben kunnen geven Madelle Van Meerbeeck verslaat de inauguratie van het vernieuwde archief te Bergen m Henegouwen. Bij de boekbespreking trof ons de volgende beschouwing van collega Cosemans (A.R.A., Brussel) over het „vrije herkomstbeginsel" van Brenneke: quant a nous, nous trouvons ces considerations passablement vaines et assez pédantes. Tous les archivistes de formation scientifique ont reconnu depuis longtemps la nécessité d'adopter le principe de provenance, „magna carta" de toute archivistique, mais aussi celle de l'appliquer d'une taqon raisonnable, suivant des données d'ordre pratique. Et toutes ces consi- dérations théoriques, développées a l'excès par un auteur plus professeur qu archiviste, ne sont finalement que jeux de l'esprit et thèmes de congres Overde restauratie en het afgieten van zegels in het Algemeen Rijksarchief te Stockholm geeft A. Bousse in afl. 2 belangrijke bijzonderheden. R. Petit heeft deelgenomen aan de archiefreis, na de Stage international van 1952/53 ondernomen langs de nieuwe archiefgebouwen in de zuidelijke departementen van Frankrijk, n.l. die te Albi, Carcassonne, Toulouse en Marseille, en doet 121 daarover instructieve mededelingen. Zo b.v. dat te Albi waar het dag licht overigens heel wat feller is dan hier te lande de ongunstige wer king daarvan wordt tegengegaan door vensters van ondoorzichtig glas; de centrale verwarming is zelfs daar, met matige temperatuurontwikkeling overigens, tot de depots uitgebreid. Tegen de gevaren der electrische ver lichting is met de uiterste zorg gewaakt, het aantal brandblusmiddelen hoog opgevoerd. Ook over de dienst-documentatie, conferenties enz. geeft de auteur interessante bijzonderheden. Men ziet, wij kunnen van de Fransen ook op dit gebied nog wel wat leren Het verslag der Novembervergadering brengt een resumé van de lezing van madelle Van Meerbeeck over de archieven der criminele gerechten, die op het grondgebied der huidige provincie Brabant van 1794 tot 1832 werkzaam zijn geweest; tot 1945 waren deze toevertrouwd aan de griffier bij de recht bank van eerste aanleg en werden, tezamen met die van het Hof van Assisen, eerst toen, nadat zij in de grootste wanorde waren geraakt, aan het Algemeen Rijksarchief overgedragen. Naar aanleiding hiervan wees de heer Tihon, Al gemeen Rijksarchivaris, op de moeilijkheid bij ontstentenis van een archief wet rechterlijke archief fondsen in beheer te krijgen. Uit de Bibliothèque de l'Ecole des chartes CXI (1953) vermelden wij een artikel van J.-P. Thabut-Cussac over de Gasconse cartularia der Engelse koningen Edward II en III en Charles VII. Daarvan zijn drie serieën aan gelegd geweest, resp. 1318/19, tussen 1355 en 1361 en na 1455. De eerste, bestaande uit 5 mss.., werd van Bordeaux naar Londen overgebracht; bewaard is alleen Liber A (Br. Museum, Cotton mss.). Een tweede serie, van 4 delen, werd hiernaar gecopieerd op bevel van Edward III; zij bleven te Bordeaux tot de herovering van Guyenne door Charles VII, toen zij werden gecopieerd en ter beschikking der locale autoriteiten gesteld, terwijl de mss. van 1354 naar de Chambre des comptes te Parijs werden gezonden ten dienste van de centrale administratie. Daaruit kwam, in de 18e eeuw, Liber B in de hertogelijke bibliotheek te Wolfenbüttel terecht! De rest is verloren, even als de onder Charles VII aangelegde serie. Twee zijn dus bewaard, doch geen der 15 a 17 mss. berusten meer op de plaats waar zij oorspronkelijk werden bewaard, resp. de Engelse archieven, de Chambre des comptes en de archieven te Bordeaux. Voor de 18e-eeuwse Franse bestuursgeschiedenis is het artikel van belang dat Michel Antoine begint over de Conseil des dépêches sous le règne de Louis XV. Van dezelfde auteur de „le^on d ouverture van de cours d'histoire der staatsinstellingen van Frankrijk, gehouden bij de aanvang van het studiejaar 1953/54 der Ecole des chartes. Uit de bibliografie signaleren wij enige besprekingen over zegelkundige werken. In The American Archivist van Januari 1954 beschrijft P. G. Wood leven en werken van Richard Bartlett, „minor archival prophet" (geb. 1792), die in zijn tijd een wekker van de belangstelling voor het behoud der Ameri kaanse archieven is geweest. Onder de titel: The Archives of Labor, geeft P. Lewinson een beschouwing over de archivalia betreffende de arbeiders beweging. De Amerikaanse archivistenvereniging heeft hiervoor een commissie ingesteld om na te gaan welke archivalia van vakbonden bewaard zijn. Ook

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1955 | | pagina 17