68 een stuk van 1558 (in een hand die ook charters dorsale nummers gaf) is gecollationneerd door de notaris P. Hovy (1565?). Men krijgt de 'indruk, dat tijdens de werkzaamheden van Vrancken het cartularium uit elkaar lag: zeker was dat het geval met het deel blz. 391—504 (c.q. 518), waarin Vrancken reclames heeft aangebracht25) om de binder de goede volgorde aan te geven. Misschien waren toen reeds weg de thans in dit gedeelte ontbrekende blad zijden 395—398, 409—416, 425—436, 469—490, 499—500, 505—518. Ook ontbreken nu 113—132 (na de stadsstraten-rubrieken) en 383—390 (vóór de supplement-dorpsrubrieken van hand B). Controle met behulp van de ver- wijzingen van hand B en met de tafel (waarin alle aanvullingen gespecifi ceerd) geeft de zekerheid, dat geen tekstverlies heeft plaats gehad. Het blijft nu ook nog mogelijk, dat juist het opnieuw in elkaar zetten van het cartularium tijdens Vrancken aanleiding heeft gegeven tot het verwijderen van overtollig geacht wit. Denkt men de thans aanwezige midden 16e eeuwse leren riemen-band aangevuld met het totaal ontbrekende (3 quaternen, 8 vellen en 15 halve vellen), dan is zij zeker te nauw. Het cartularium is nog wel verder aangevuld door 16e en 17e eeuwse nota rissen, verreweg het meest door J. Bouckhorst van 1584 tot 1611. Tot ver in de 18e eeuw hebben rentmeesters marginalia betreffende afkomen e.d. ge plaatst. Dit heeft op de structuur van het cartularium hoegenaamd geen in vloed meer gehad, slechts is (door Bouckhorst?) op bestaande open ruimte na de door A aangelegde rubriek 2 (Voorschoten) nogmaals een rubriek Zeg_ waard aangebracht, nadat de door B na het stadsdeel ingevoerde gelijknamige rubriek was volgeraakt. Laten wij nu, terwille van het overzicht, de na 1557 binnen de bestaande indeling opgenomen aanvullingen buiten beschouwing, dan komt men tot het volgende overzicht: I. Ongefolieerde tafel, ingedeeld naar de oorspronkelijke 30 rubrieken van A, vermeerderd met vier rubrieken van B en één van Bouckhorst; de stukken en toen nog in hun verband zittende transfixen zijn afzonder lijk vermeld onder verwijzing naar de paginering. II. 1 100. Stukken betreffende eigendommen en renten binnen de stad, gerangschikt naar de straten in 15 rubrieken, aangelegd door hand A, gekenmerkt door smalle romeins genummerde claves, gecollationneerd door P. Stien. Deze rubrieken zijn soms aangevuld door de hand B gecollationneerd door P. Vrancken en door B vermeerderd met een nieuwe rubriek (Ketelboeterssteqe etc.) zonder clavis. III. 101402. Stukken betreffende de reductie van renten ten laste van de stad en de H. Geest, 1534. Ingeschreven door de hand B. gecollation neerd door Vrancken. De verdere bladen tot 112 zijn gedeeltelijk vol schreven na 1557. (113132 ontbreken). IV. 133—176. Nieuwe rubriek van stukken betreffende rechten op goederen onder Zegwaard, aangelegd door hand B, nadat hij de oude rubriek Zegwaard (onder V) had volgeschreven, kenbaar aan een brede clavis met plaatsnaam. Coll. Vrancken. 25) B.v. Cart. B blz. 402, 418, 492, 502. 69 V. 177382. Stukken betreffende eigendommen en renten uit goederen buiten de stad, door hand A opgezet in 14 rubrieken (w.o. ook Zeg waard), kenbaar aan de smalle arabisch 114 genummerde claves. Eerst gecollationneerd door Stien, gedeeltelijk volgeschreven door hand B (en handen na 1557), die weer gecollationneerd is door Vrancken. Na rubriek 2 (Voorschoten) nogmaals een nieuwe rubriek Zegwaard aangelegd (door Bouckhorst) als voortzetting van deel IV hierboven. 383390 ontbreken). VI. 391'504. Zes nieuwe rubrieken van de hand B met brede claves, voor zien van plaatsnamen, aangelegd als supplement van op de door B volgeschreven rubrieken van A in deel V hierboven. Zij zijn vóór 1548 aangevuld door de handen C en D en door Vrancken tussen 1548 en 1557 gecollationneerd en van reclames voorzien. In dit deel ont breken verspreid een aantal hoogstwaarschijnlijk nooit beschreven ge weest zijnde bladen. 505518 ontbreken). VII. 519-526. Stukken betreffende gebouwen en terreinen, die behoren tot het gasthuis-complex zelf. Ingeschreven door hand A, gekenmerkt door een smalle clavis arabisch genummerd 15. Gecollationneerd door Stien. Geen aanvullingen van latere hand. Tot 532 blanco. De lezer, wiens geduld voldoende op de proef is gesteld, zal mij erkentelijk zijn, indien ik niet verder in details ga26) het was slechts mijn bedoeling aan een op zichzelf niet bijzonder object te demonstreren, dat er van onze cartularia wel meer gewaar te worden valt dan de meeste inventarissen ons vertellen. Zal niet elke archiefgebruiker profijt hebben van dit soort detail- arbeid, zeker doet dat de geschiedenis van de administratie c.q de archief vorming, waarvan nog zoveel vragen openstaan en zelfs nauwelijks een beeld aanwezig is. Het is uitdrukkelijk niet mijn bedoeling te suggereren, dat van elk cartula rium in elke inventaris een zó uitvoerige beschrijving gegeven moet worden. Dat zou de bedoeling van de inventaris als wegwijzer door het archief te buiten gaan. Maar de mogelijkheid, om een dergelijke excurs in een bijlage tot inventaris te geven, lijkt mij de overweging waard. J. L. VAN DER GOUW 26) Bij elk deel hadden de titels van de rubrieken vermeld kunnen worden met de regestnummers van de daarin opgenomen acten.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1955 | | pagina 13