overgedragen archieven, die met moderne archieven te maken hebben. De heer Ribberink is bevreesd, dat de discussie zal doodlopen als de be heerders van moderne archieven zich teveel afzijdig houden. De voorzitter antwoordt, dat voor die vrees weinig aanleiding bestaat. De gang van zaken heeft de instemming van het overgrote deel der vereniging. De moderne archieven genieten de belangstelling van alle leden; het is nuttig dat enkelen zich er intensief mee bezig houden en het zou te betreuren zijn, wanneer sommigen zich terugtrokken omdat een bepaalde organisatorische vorm hun niet bevalt. Van de voorgestelde leden der commissie houden zich twee uit sluitend met moderne archieven bezig; had niet een der candidaten zich op het laatste moment teruggetrokken, dan zouden het er drie geweest zijn. Dr Groeneveld zegt dat bij hem geen persoonlijke motieven in het geding zijn. De heer Fox vraagt, of het in het algemeen niet gewenst is de namen van candidaten op de oproeping voor de ledenvergadering bekend te maken. De voorzitter erkent dit maar zegt, dat het niet in alle gevallen mogelijk is. De heer Loeff vraagt, welke verhouding er bestaat tussen deze commissie en die tot herziening van de Handleiding. De voorzitter antwoordt, dat er voorlopig geen direct verband bestaat: de resultaten van beide commissies zullen echter door de ledenvergadering behandeld worden. De heren Fasel en Ter Kuile stellen voor, aangezien de namen der candi daten niet tevoren bekend waren gemaakt, de stemming uit te stellen tot de volgende bijeenkomst. Mej. Jurriaanse stelt voor de stemming voorlopig uit te stellen en de namen der door het bestuur gestelde candidaten zo spoedig mogelijk per circulaire aan alle leden bekend te maken met het verzoek om tegencandidaten gesteld worden, worden de door het bestuur genoemde candi- de gelegenheid te geven zich over deze voorstellen te beraden schorst de voor zitter voor enkele ogenblikken de vergadering. Na heropening stelt de voorzitter aan de orde een voorstel van het bestuur direct tot stemming over te gaan; wordt dit voorstel verworpen, dan zal er, na schriftelijke bekendmaking der candidaten, op de volgende voorjaarsver gadering over de samenstelling der commissie gestemd worden. Dit voorstel wordt met 48 tegen 29 stemmen aangenomen. Aangezien geen tegencandidaten gesteld worden, werden de door het bestuur genoemde candi daten zonder hoofdelijke stemming gekozen verklaard. De voorzitter gaat dan over tot de behandeling van het voorstel van de heer Bloemen inzake het Archievenblad. Hij deelt mede, dat het bestuur zich over dit voorstel heeft beraden en van mening is, dat in deze kwestie het beleid van de redacteur buiten geding is. De vergadering reageert hierop met applaus. De voorzitter merkt op dat het voorstel in de vorm, waarin het in gediend is, niet gelukkig geformuleerd is: na een besluit tot wijziging van redactie en uitgave van het Archievenblad zou het niet juist zijn een commissie in te stellen om de mogelijkheden van deze wijziging na te gaan. Het bestuur wil echter de kern van de zaak overnemen, zij het niet in de vorm van een opdracht aan een commissie ad hoe, maar aan het bestuur zelf, nl. om te overwegen of er mogelijkheden bestaan redactie en wijze van uitgave van het orgaan der Vereniging zodanig te wijzigen, dat dit blad op meer directe wijze dan thans het geval is dienstbaar gemaakt wordt aan voorlichting op het gebied van archivistische problematiek, zowel t.a.v. de zorg voor oude als voor die van moderne archieven in de meest brede zin. Hij licht dit toe 5 met de opvatting van het bestuur, dat het niet nodig of wenselijk is alle voor komende werkzaamheden aan commissies over te laten. Op een vraag van mr Obreen antwoordt de voorzitter, dat het bestuur deze kwestie zo breed mogelijk zal bezien. Mej. Maris zegt, dat een wijziging in de uitgave het Archievenblad wel veel kostbaarder zal maken. De voorzitter antwoordt, dat de penningmeesteresse ook bij het onderzoek is betrokken. Het bestuursvoorstel wordt hierna z.h.s. aangenomen. De voorzitter stelt daarna de plaats der volgende vergaderingen aan de orde en noemt voor de voorjaarsbijeenkomst Rotterdam en voor de najaarsbijeen komst Zutfen. In het Maritiem Museum „Prins Hendrik" worden nieuwe methoden voor conservering en restauratie van documenten toegepast die ook de aandacht van archivisten verdienen; in Zutfen is gelegenheid het nieuwe gebouw van het gemeente-archief te bezichtigen, Dr de Jong verzoekt één vergadering in Nijmegen te beleggen, dat in 1955 zijn 1850-jarig bestaan als Romeinse stad herdenkt. De heer Goudappel zegt, dat zeer waarschijnlijk in 1956 het nieuwe archiefgebouw in Delft bezocht kan worden; in verband daar mede acht hij een bijeenkomst in Rotterdam thans niet wenselijk. De vergadering besluit daarop bij meerderheid van stemmen, dat de voor jaarsbijeenkomst in Nijmegen gehouden zal worden; de najaarsbijeenkomst zal plaats vinden in Zutfen. Hierna stelt de voorzitter de verkiezing van een bestuurslid aan de orde. Hij dankt de aftredende secretaris, onder applaus der vergadering, voor het door hem verrichte werk en noemt als candidaat voor de nu ontstane vacature de heer Pathuis. Als tegencandidaten worden genoemd de heren Fox, Don en Groeneveld. Bij stemming worden totaal 72 stemmen uitgebracht, waarvan 20 op de heer Pathuis, 5 op de heer Fox, 23 op de heer Don, 23 op dr Giroe- neveld en 1 op de heer Van Hoboken. Bij de tweede stemming worden totaal 70 stemmen uitgebracht, waarvan 12 op de heer Pathuis, 1 op de heer Fox, 31 op de heer Don en 26 op dr Groeneveld. Bij herstemming tussen de beide laatstgenoemde candidaten worden 69 stemmen uitgebracht, waarvan 41 op de heer Don, 26 op dr Groeneveld en 2 blanco. Dientengevolge is de heer Don verkozen. Bij de rondvraag komt dr Van de Ven terug op zijn twee jaar geleden gedane voorstellen inzake het Tehuis voor Archief ambtenaren, nl. de oprichting van een kring van vrienden van het Tehuis en de gratis toezending van het Ar chievenblad. De voorzitter zegt toe de mogelijkheden te zullen overwegen. Dr Groeneveld vraagt welke vorderingen er met betrekking tot de archief opleiding zijn gemaakt. De voorzitter zegt, dat hij niets aan zijn jaarverslag kan toevoegen, maar herhaalt, dat deze kwestie de daadwerkelijke belang stelling van het Departement heeft. De heer Van Loo vraagt, waarom ook de leden, die niet bij het werk van de afdelingen zijn betrokken, toch via het subsidie uit de verenigingskas daar aan moeten bijdragen; voorts vraagt hij, waarom de vergaderingen altijd op Zaterdag gehouden worden, of zij niet op een vroeger tijdstip beëindigd kun nen worden en of zij niet zoveel mogelijk in een centraal gelegen plaats kun nen worden belegd. Op het eerste antwoord de voorzitter, dat het subsidie dient voor de reiskosten der bestuursleden; overigens zal het bestuur nagaan, of er op dit punt bezuinigd kan worden. Voor wat betreft de vergaderingen is de Zaterdag voor de meeste leden de gunstigste tijd; voor de najaarsvergade-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1955 | | pagina 6