27 KRONIEK 26 Het opschrift van een stuk in de collectie Van Lynden van Hoevelaken deed een ogenblik bij mij de hoop opkomen, dat er toch een inventaris bestond, maar lezing van het stuk dat hierachter onder verontschuldiging aan even tuele lezeressen wordt afgedrukt deed mij slechts beseffen dat mr, Gerard van Hasselt, de befaamde historieschrijver en archiefbewaarder van Gelder land, van wiens kennelijke hand het stuk is, de nodige humor bezat om zijn vriend J. E. N. van Lynden, die in 1792 benoemd was tot drost van Hedel, op archiefniveau eens flink te plagen. VAN SCHILFGAARDE B ij 1 a g e INVENTARIS DER CHARTEREN VAN HET DROSTAMBT DER BARONIE VAN HEDEL Bul van Paus Benedictus den 1, waarbij hij zijn recht van den tienden kater en al wat met de vliegeklap geslaagen wordt ten behoeve van den drossard voor den tijd van een triens saeculi en tot revocatie afstaat, A° Dom. Inc. 1217. Bisschop Willbrand hernieuwd het recht van strandvonden voor die van Hedel, en gebied dat aan den drossard van yder cachelot de kop en wammen, mitsgaders twee pinten traan voor zijn aandeel zal worden afgestaan, 1309. Hedel wordt lheen van den bisschop van Munster, met' een vat val over den tuin te verheergewaden, 7 Apr. 1323. Keyser Rudolf II verleend aan den drossard van Hedel het jus primae noctis van alle zodaanige bruiden, welke haar twee en sestigst'e jaar gepasseert, en tot jaren van onderscheid zullen gekomen zijn, 9 Aug. 1401. Reversbriev van de toenmalige maagden van Hedel. waarbij zij haar aan voorn, privilegie submitteren, eod. Protest tegen dit privilegie, gedaan bij al wat tot Hedel aan de wand p(. 7 Apr. 1402, 8 Mei 1433, 19 Aug. 1506, 3 Feb. 1535. Hunne submissie daaraan, doch alleen voor de agtien volgende jaaren, 23 Aug. 1774. Graaf Otto II geeft aan den drossard van Hedel de vrije snoekkevisserij op Straat Davids, 11 Jan. 1775. Request van vijf inwoners uit d'Ukraine, gepraesenteert aan den drossard E. J. B. van Goltstein om in de Baronie van Hedel een Ulevelle-gieterij op te mogen rigten, en vrijen invoer van het daarvoor nodige postpapier, 13 Maert 1776. Verbod van den drossard en schepenen tegens het vuil-broeden van kievietseyer op poene van aan den lijve gestraft te zullen worden, 12 May 1778. Lijst van alle de drossarden der Baronie, geschreven in twee colommen, en waarvan d'eerste drie ant'ediluvianen opgeeft. Lijst van de praedicanten van Hedel beginnende met 1452. lijst der pensionarissen van Hedel, aanvangende met Jubal. (R.A. in Gelderland, Archief Van Lynden van Hoevelaken, Inv. no. 44). DE NIEUWE R.G.P. Na en naast onze eerste ambtsplicht heeft het uitgeven van geschiedbronnen altijd de aandacht van de archiefwereld gehad, zowel voor eigen aanvullende werkzaamheid als als verschijnsel, en het Archievenblad heeft in de loop der jaren ook hieraan de nodige aandacht geschonken. De Commissie voor 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën en haar opvolgster, de Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis, waarvan de Algemeen Rijksarchivaris steeds deel heeft uitgemaakt, zijn dan ook altijd als een zusterinstelling beschouwd, en nauw zijn en waren de banden, die tussen deze en de archivarissen heb ben bestaan1). Het is dus plicht hier van de jongste plannen inzake deze materie2) tot onze spijt wat vertraagd melding te maken. In 1904 publiceerde de Commissie van Advies voor 's Rijks Geschiedkun dige Publicatiën, die bij K.B. van 26 Maart 1902 was ingesteld, haar bekend Overzicht van de door bronnenpublicatie aan te vullen leemten der Neder- landsche geschiedkennis, een werk, dat klonk als een klok, ook nu nog, na vijftig jaar. Tengevolge van het ongelukzalige beleid van de minister Slote- maker de Bruine3) is de Commissei in 1936 opgeheven, maar haar taak door het Bureau, eerst onder leiding van dr N. Japikse, daarna onder die van dr H. J. Smit, voortgezet. In 1948 werd de Commissie voor de Vaderlandse Geschiedenis ingesteld. Geen nieuwe wijn in oude zakken. De andere naam gaf de veranderde bedoeling duidelijk aan: de opdracht der nieuwe commissie was, conform de gewijzigde opvattingen, ruimer dan die van haar voor gangster. Naast advies inzake bronnenpublicaties, werd dat nu ook ,,in het algemeen van de bevordering en coördinatie van de geschiedvorsing en de geschiedschrijving betreffende het vaderland" verwacht. Ruimer is dan ook het programma, waarin zij haar denkbeelden heeft gepubliceerd. Reeds een jaar na haar installatie bood zij aan de minister een „Werkplan' aan. voor bereid door het triumviraat Geyl-Graswinckel-Smit, minder lapidair gesteld dan het werk van Colenbrander, Kernkamp en Muller, maar niet minder degelijk en vol begrip voor hetgeen thans wordt verlangd. Bewust maakt zij zich los van het Overzicht, welks programma van een zodanige omvang is dat verwezenlijking ervan uitgesloten moet worden geacht, en van welks desiderata, na een halve eeuw, nog maar een fractie is verwezenlijkt. Behalve uitbreiding van haar bemoeiingen tot de tweede helft der 19e en het begin der 20e eeuw zag de Commissie als haar voornaamste taak ,.uit de grote hoeveelheid der destijds opgeworpen denkbeelden een keus te doen voor een practisch werkplan, dat niet langer dan gedurende een aantal jaren, zeg twin- D Nu ook omgekeerd. Art. 1 der Instructie voor de voorlopige Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis van 8 Juni 1950 noemt als een der onderwerpen, waarover zij heeft te adviseren (A 6): het leggen van een band tussen het archief wezen en de geschiedschrijving. 2) Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis. Drie rapporten over de uit gave van bronnen voor de Nederlandse geschiedenis ('s-Gravenhage, 1952). 3) Zie Ned. Archievenblad 1936/37 p. 74 vlg.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1955 | | pagina 17