24
HET ARCHIEF VAN DE BARONIE HEDEL
dat de tijdens de dynamische periode op dit punt gemaakte fouten of ont
stane inconsequenties zo goed mogelijk worden hersteld.
Uit bovenstaande overwegingen zal zeker duidelijk zijn geworden dat er
nog problemen te over op een oplossing wachten, waar het gaat om de
tnventarisatie van gecodificeerde archiefbestanddelen. Het is bij het streven
naar klaarheid en betere kennis op dit nog zo onontgonnen archivistische
gebied van belang, dat elke poging aandacht en critische beschouwing vindt,
Al is dan vooralsnog het resultaat daarvan nog al negatief. Doch ook dit
is van instructieve waarde te achten.
Intussen verdient het oordeel van de Rijksarchivaris in Zeeland, neerge
legd in zijn jaarverslag over 1952 (Versl. 's Rijks Oude Archieven, tweede
serie, XXV, blz. 54), dat de besproken inventaris door ,,de toegepaste dos
siervorming een archivistisch zeer belangrijk stuk werk" is, herzien te worden,
waarbij er dan tevens rekening mee kan worden gehouden, dat hier geen
sprake is van dossiervorming maar van rubriekvorming.
CAREL BLOEMEN
25
De heerlijkheid Hedel, meestal baronie genaamd, sedert 1395 in het bezit
van de heren later graven van den Bergh, was in 1609 toebedeeld aan
graaf Hendrik van den Bergh (1573—1638), een jongere zoon van de Gelderse
stadhouder Willem, graaf van den Bergh, en Maria van Nassau. Zijn oudste
dochter Maria Isabella (f 1671), in 1630 getrouwd met Eitel Fridrich, graaf
(sedert 1641 vorst) van Hohenzollern-Hechingen (1601.1661), erfde Hedel,
en liet de baronie na aan haar enige dochter Henriëtte Francoise 1642-1698),
in 1662 gehuwd met Frédéric Maurice de la Tour d'Auvergne 1642 1707).
Op het einde van het leven van Henriëtte Francoise (zij stierf 17 Oct. 1698j
besloot zij de baronie te verkopen. Koper werd haar drossaard Godefroy
Frederick van de Poll, die tevens het beheer van Hedel in admodiatie had.
Het transport, voor zover het de allodiale bestanddelen betreft, geschiedde
voor schepenen van Hedel op 21 Nov. 1698, terwijl koper op 19 December
d.a.v. brieven van approbatie kreeg -op grond van de acte van cessie door
de graaf en gravin van Auvergne d.d. 6 Aug. 1698 van de stadhouder
van de Gelderse leenkamer, voor zover het de leengoederen betrof. Dit laatste
was ongetwijfeld het belangrijkste deel van de baronie, aangezien kasteel en
heerlijkheid met alle daaraan verbonden rechten leenroerig waren
Tot dusverre zijn er geen moeilijkheden. De verkoop van Hedel schijnt de
Gelderse overheden te hebben wakker geschud en op 6 April 1699 draagt de
Statenvergadering aan de Rekenkamer op te onderzoeken of Hedel niet, op
grond van het de leenheer toekomend recht, genaast kan worden. Het zou te
ver voeren hier verslag te geven van alle moeilijkheden, die dit besluit ten
gevolge had; de belangstellende lezer kan hierover worden ingelicht door
lezing van het advies N°. 20, afgedrukt in de Consultatiën, advysen etc. van
mr J. J. van Hasselt (AmsterdamArnhem 1769). Ik volsta hier met mede
te delen dat het pleit beslecht werd ten voordele van de Staten van Gelre.
Meer interesseert ons hier het lot van het archief der baronie. In het archief
van de Gelderse Rekenkamer bevindt zich een dossier (Inv. no. 1045) over
een proces van dit lichaam met Godefroy Frederick van de Poll over de
afgifte van het archief, In het archief van de bank van Hedel berust ook
een dossier over deze zaak. Hoewel Van de Poll veroordeeld werd het archief
af te geven, is dat slechts in zeer beperkte mate verwezenlijkt door de over
dracht in 1725 van een aantal niet zeer belangrijke en vrij late stukken door
zijn dochter. Zij zijn te vinden in de inventaris van de Gelderse Rekenkamer
onder n°. 1050.
Wel was door Van de Poll overgegeven de ,,dorpskist" en enige lopende
rekeningen en .egisters, waarvan men de beschrijving in de nos. 1047 en vlg.
kan vinden. Door de relatie met het Huis Bergh zijn ook in het archief daar-,
van een aantal stukken betreffende Hedel bewaard gebleven (Inv. nos.
5391-5443).
De beide collecties tezamen (Rekenkamer en Huis Bergh) moeten slechts
een klein gedeelte uitmaken van hetgeen er op Hedel indertijd bewaard is
geweest. Ik vrees dat Van de Poll, verontwaardigd als hij was over de
naasting door de leenheer, het oud-archief heeft doen verdwijnen. Een
inventaris van het archief is niet bewaard gebleven, zodat controle van mijn
stelling onmogelijk is.